ALTA-coach Tom Nijssen gaat met goed gevoel nieuw seizoen in
Buiten de baan is hij in principe een lieve jongen, als coach kan hij hard zijn, zegt Tom Nijssen over zichzelf. De voormalig proftennisser (twee grandslamtitels in het gemengd dubbelspel) is in de eredivisie gemengd een vertrouwd gezicht aan de kant van het Amersfoortse ALTA. Nijssen: ‘Ik voel me thuis bij deze vereniging en comfortabel in het wereldje.’
De vlag ging uit op het Amersfoortse tennispark toen bekend werd dat Thiemo de Bakker weer ten tonele verschijnt. Net als vorig seizoen gaf De Bakker zijn ja-woord aan ALTA. En daar is coach Nijssen (60) superblij mee. De lange en rechtshandige De Bakker - hij meet 1,93 meter - is voor de Amersfoorters de jus op de aardappelen dan wel de geraspte kaas op de spaghetti. Daarbij is pro De Bakker, duidt Nijssen, nog immer een bekend klinkende naam in het tenniscircuit. Nijssen: ‘Mensen kennen hem, mensen willen hem graag zien spelen. Zijn naam trekt publiek aan.’
Nijssen steekt zijn enthousiasme over De Bakker (ooit was plek 40 zijn hoogste notering op de ATP-ranking) niet onder stoelen of banken. ‘Thiemo is een wereldgozer en een gave tennisser’, zegt Nijssen met een enthousiast stemgeluid. ‘Natuurlijk is hij met zijn 35 jaar niet meer de jongste en is hij de laatste jaren achtervolgd door vervelende blessures, maar als hij fit is en gedurende de competitie fit blijft, kan hij voor ons van grote waarde zijn. Thiemo zal voor ons alle singlepartijen spelen. Ik kijk opnieuw uit naar onze samenwerking.’
“Thiemo is een wereldgozer en een gave tennisser”
Comfortabel
Nijssen zit deze zonnige meidag weggezakt in een loungebank op het tennispark aan de Meester Th. Heemskerklaan. De geboren Maastrichtenaar, al even woonachting in Soesterberg, oogt relaxt, komt sympathiek over en praat met een enorme gedrevenheid over het nieuwe tennisseizoen in de eredivisie. Nijssen: ‘Zo aan het einde van het jaar draai ik in mijn hoofd al warm voor het nieuwe seizoen.’ Tegen die tijd, geeft hij aan, begint het vele appen, het bellen, het oriënteren, polst hij spelers, praat met hij sponsors, zo ook met andere betrokkenen. Die aanloop verveelt nooit. Nijssen: ‘Ik coach het eredivisieteam van ALTA nu al meer dan vijftien jaar, maar nog altijd kijk ik uit naar een nieuw seizoen. Ach, ik voel me ook comfortabel in dit wereldje.’
Als we hem erop wijzen dat het precies veertig jaar geleden is dat hij zijn carrière als proftennisser begon, komen onmiddellijk weer herinneringen bovendrijven. Gevraagd naar zijn mooiste herinneringen antwoordt Nijssen lachend: ‘De overwinningen blijven het meest bij!’ Hij doelt onder meer op de twee grandslamtitels die hij in het gemengd dubbelspel haalde met Manon Bollegraf op Roland Garros in 1989 en op de US Open in 1991.’
Maar toch ook de verloren partijen tegen toppers als Boris Becker, Stefan Edberg, Mats Wilander en Jimmy Connors staan hem nog helder voor de geest. Net als de buitenlandse tripjes met Paul Haarhuis, Jacco Elting en Jan Siemerink.
Nijssen: ‘Het was een supergave tijd. Ik heb veel mooie en indrukwekkende momenten meegemaakt. Of ik alles uit mijn carrière heb gehaald? Achteraf zeg ik nee. Maar goed, in mijn tijd waren de financiële middelen niet dusdanig dat je een heel begeleidingsteam om je heen had – daar was het prijzengeld niet hoog genoeg voor. In feite was je als rondzwervende tenniszigeuner gewoon een zzp’er, je moest het allemaal zelf uitzoeken. Ooit vroeg een journalist mij eens wat ik voor de kost deed? Tennissen antwoordde ik. Ja, maar wat is je beroep zei hij vervolgens. Tja.’
Apart vak
Het profbestaan werd serieuzer toen Stanley Franker als bondscoach zijn opwachting maakte. Nijssen: ‘Franker hanteerde het motto: wil je iets bereiken dan moet je knetterhard werken. Nou dat hebben we geweten! Met hem aan boord ging de trainingsintensiteit flink omhoog. Ik had een haat-liefde verhouding met hem, ik vond hem soms onredelijk. In sommige oefeningen die hij ons liet uitvoeren zag ik totaal het nut niet van in.’
Is Nijssen als coach net zo hard als Franker? ‘In principe ben ik een lief persoon, maar als coach kan ik ook hard zijn, ja. Coaching is een apart vak. Het gevaar van coaching is dat je gaat denken voor de speler, maar juist dat moet je zien te voorkomen. De kunst is om de speler zo te bevragen dat de speler zelf aangeeft bij welke aanpak hij zich prettig voelt.’
Als coach observeert hij veel. ‘Ik kijk hoe de speler op de baan staat, hoe hij zich gedraagt als hij een punt wint of verliest, waarom hij gefrustreerd geraakt? Vervolgens moet je in die ene minuut die je hebt de juiste woorden zien te vinden. Dat is ook ervaring, ja. Bij Thiemo zit ik anders op de bank dan bij een jonge, onervaren speler. Thiemo weet wat hij doet, hij is door de wol geverfd. Bij een jonge speler ben je meer de mentor en de strateeg. Maar voor elke speler geldt: blijf bovenal zelf nadenken en houdt focus.’
Team
Terug naar de teamsamenstelling. Naast blikvanger De Bakker komen voor ALTA, dat naast Nijssen ook Dennis Kockx als coach heeft, op het gravel: Niels Visker (22), Dax Donkers (23), Joëlle Steur (20), Britt du Pree (17) en Nina Kruijer (26). Nijssen is content met de ververste squad. Nijssen: ‘Niels Visker is dit seizoen nieuw bij ons. Hij komt over van het Baarnse LTC en traint bij de tennisacademie van Tjerk Bogstra en Dennis Kockx in Doorn. Niels gaf eind vorig jaar aan dat hij graag naar ons team wilde komen. Hij ziet het als een uitdaging om voor ALTA te spelen. Wij gunnen hem die uitdaging graag.’
“Voor elke speler geldt: blijf bovenal zelf nadenken en houdt focus”
Over Nina Kuijer, die vorig seizoen ook voor ALTA uitkwam, zegt Nijssen: ‘Nina is een toffe meid en zeer getalenteerd. Ik heb met Nina gewerkt toen ik nog tennistrainer was bij de bond. Ik weet wat ze kan. Je kunt altijd van haar op aan.’
Nieuw in het Amersfoorts team zijn de dames Joëlle Steur en Britt du Pree. Zij worden ALTA’s vaste speelsters. Nijssen: ‘Ik ben blij met deze twee jonge en talentvolle meiden. Steur speelde vorig seizoen voor eredivisieploeg Rapiditas die we op de laatste speeldag treffen. Ik heb vertrouwen in ze.’
Play-offs
De ervaren Roemeense Raluca Serban (26) is er dit seizoen niet meer bij. Nijssen: ‘Raluca is een toptennisster die binnen de top 200 staat. We hadden haar graag weer binnen ons team gehad, maar ze had een vergoeding in haar hoofd waar we niet aan konden voldoen. Jammer, maar het zij zo.’
‘We beschikken over een iets beperkter budget dan vorig jaar, desalniettemin ben ik blij dat onze hoofdsponsor Schoonderbeek Bouw aan boord is gebleven. Het bedrijf heeft zich weer voor twee jaar aan ons gecommitteerd.’
Is ALTA sterker geworden ten opzichte van vorig seizoen? Nijssen: ‘Dat vind ik moeilijk te zeggen. Met Raluca zijn we een goede speelster kwijtgeraakt, daarentegen heb ik veel vertrouwen in de nieuwe spelers. Uiteraard is onze doelstelling om de play-offs te halen hetgeen ons veel is gelukt. Hopelijk dit seizoen ook.’
Grootste kanshebber voor de titel is zoals altijd titelhouder Leimonias uit Den Haag (zij wonnen al 25 keer de titel). Nijssen: ‘Zij werken met een veel groter budget dan wij. Hoe ver we reiken is mede afhankelijk van welke spelers we bij de clubs treffen. Dat verschilt nogal eens. Maar ik ga hoe dan ook met een goed gevoel het nieuwe seizoen in.’