‘Met VZC zijn we Nederlands kampioen geworden’

Foto: VZC

De synchroonzwemafdeling van VZC Veenendaal bestaat veertig jaar, terwijl de overkoepelende vereniging op 1 mei van dit jaar al negentig jaar bestond. Een van de VZC’ers van het eerste synchro-uur is Irma Kok. Anno 2024 is Wies Vullings één van de drijvende krachten achter deze afdeling. De Utrechtse Sportkrant besprak de historie met Kok en noteerde de actuele stand van zaken met Vullings.  

Stoppen op het hoogtepunt is niet aan iedereen besteed. Zeker niet aan Irma Kok. Wel weet ze haar hoogtepunt in de synchroonzwemsport te benoemen: ‘Mijn hoogtepunt was mijn jurylidmaatschap bij het WK in Melbourne. Mijn internationale loopbaan als jurylid is daarna gestopt, omdat de wereldzwembond FINA de leeftijdsgrens van 60 jaar wilde invoeren. Inmiddels is dat naar 65 jaar gebracht, maar die verandering had voor mij geen zin meer,’ aldus Irma Kok. Sinds 1984 is de nu 75-jarige Veenendaalse nog steeds intensief betrokken bij synchroonzwemmen, eerst een lange periode bij VZC Veenendaal, nu al een aantal jaren bij de KNZB.

Mijn conclusie is dat het schort aan de techniek
— Irma Kok

De verbinding met VZC ontstond door een actieve zwemvader. ‘Mijn vader zwom en speelde waterpolo bij VZC, toen nog in het onverwarmde openluchtbad Het Bergbad. Ik ging ook zwemmen en poloën, maar dat kon alleen in de zomermaanden. Toen het overdekte Valleibad werd geopend, zat ik wel eens achter de kassa. Voor ik het wist, was ik secretaresse in het bestuur van VZC. Later werd ik ook redactiesecretaresse van het clubblad AquaVaria.’ Irma van den Bosch trouwde met Wim Kok, die ook actief was bij VZC en die samen met Henk Uri de club in het Valleibad een enorme boost gaf. Later keerde Kok nog terug als trainer/coach van de waterpoloselectie.  

Kennis

Zoon Xander had het waterpolo inmiddels ook ontdekt en dochter Annemiek veroorzaakte onbedoeld een nieuwe impuls bij Irma Kok. ‘Toen Monique van Brakel-Rijnsburger in 1984 bij VZC Veenendaal met een synchroonzwemafdeling begon, ging mijn dochter Annemiek synchroonzwemmen. Ik ben toen gaan helpen bij de trainingen, ook om mezelf in die tak van sport te ontwikkelen. Ik volgde allerlei cursussen, waaronder alle jurycursussen. Daardoor kreeg ik steeds meer inzicht in de sport,’ aldus Irma Kok. Ze legt uit: ‘Om aan wedstrijden mee te mogen doen, moet een vereniging een aantal juryleden meebrengen, dus het was belangrijk dat er voldoende van waren.’

Mede geholpen door de kennis die haar dochter opdeed bij de trainingen van de nationale selectie, kon Kok de taken van de inmiddels gestopte Van Brakel-Rijnsburger overnemen. ‘Ook leerde ik veel van de andere meisjes van de toenmalige bondscoach, Heather Johnston, een Canadese trainer. Zij leidde niet alleen de centrale trainingen, maar kwam ook naar de clubtrainingen van de meisjes, die bij haar trainden. Ik heb heel veel van haar opgestoken. Er kwamen toen ook steeds meer meiden van buiten de vereniging naar VZC, zoals de tweeling Sonja en Bianca van der Velden uit Nijmegen. In die tijd was het heel normaal om minstens vijf keer per week te trainen en alles voor de sport te laten. Sonja en Bianca trainden, bijvoorbeeld, op   Papendal, in Veenendaal en in Zeist.’

Bovendien maakte ik als jurylid mooie dingen mee
— Irma Kok

Ze heeft het trainen altijd met veel plezier gedaan. ‘Bovendien maakte ik als jurylid mooie dingen mee. Ik werd uiteindelijk hoofdscheidsrechter en mocht internationale wedstrijden jureren. Internationale juryleden moeten na elke reglementswijziging opnieuw examen doen, dus ik moest nogal eens naar het buitenland voor een examen. Als jurylid heb ik bijna de hele wereld bereisd. Het enige continent waar ik geen wedstrijden heb beoordeeld is Zuid Amerika.’

Franse slag

‘Met VZC zijn we Nederlands kampioen geworden, in één jaar bij solo, duet, ploeg en combinatie. Dankzij onze successen werden we in Veenendaal ook Sportploeg van het Jaar. Maar aan alles komt een eind, dus ook mijn werkzaamheden bij VZC. Noem het maar verschil van inzicht, dat ik bij VZC ben gestopt. Ik ben niet leuk bij de club weggegaan.’

Gelukkig zag ze daar andere mooie taken voor in de plaats komen. ‘Zo ben ik een aantal jaren teammanager bij de KNZB geweest. De zwembond regelde bijvoorbeeld de inschrijving voor een internationale wedstrijd, vliegtickets en hotels. De rest mochten we zelf uitzoeken. Als er geen bus op het vliegveld op ons stond te wachten, moesten we die zelf regelen. Of ik moest regelen dat er, vanwege vroege trainingstijden, een extra vroeg ontbijt werd geserveerd. Dan merk je ook dat er een groot verschil is in organiseren. In Frankrijk moesten we zelfs koken, terwijl we in Nederland internationale wedstrijden en alles daaromheen tot in de puntjes regelen. Ik heb wel geleerd waar de uitdrukking ‘Met de Franse slag’ vandaan komt.’

Veranderingen

Kok zag de kosten stijgen wat bijgedragen heeft aan het afnemen van het aantal internationale wedstrijden. ‘Waar we in het verleden soms wel aan drie internationale wedstrijden meededen, mogen we nu blij zijn met één wedstrijd per jaar. Ook gaan er geen ploegen meer op stap, vanwege de kosten. We hebben met Noortje en Bregje de Brouwer (zij behaalden in februari een eerste -zilveren - WK-medaille voor Nederland bij het synchroonzwemmen ooit., red.) een nationaal topduet, maar de ploeg is niet interessant. Dat is jammer voor meisjes die tegen die top aanzitten en die met de nationale ploeg door hadden kunnen groeien. Mij is wel eens gevraagd hoe het komt dat Nederland niet verder komt. Mijn conclusie is dat het schort aan de techniek.’

Ze traint geen groepen meer, op een enkele ondersteuning van bondscoach Esther Jauma na. ‘Maar ik heb wel steeds meer moeite met de huidige mentaliteit. Ik kijk er niet meer van op als ik een aanwijzing geef en als reactie krijg: ‘Dat dééd ik toch?’ Ook de betrokkenheid van ouders is veranderd. Het eigen kind is het belangrijkste.’

Reglementen

Bij de KNZB is Irma Kok ook één van de drie leden van de taakgroep Officials & Reglementen. ‘Onze taakgroep is verantwoordelijk voor de hele cursusorganisatie binnen het synchroonzwemmen. Ook zorgen we er voor dat de internationale reglementen in Nederland worden geïmplementeerd. Soms moeten we wel eens afwijken van de internationale lijn, omdat dit voor ons niet werkt. Die reglementen worden meestal eens in de vier jaar gewijzigd, tijdens een WK, als iedereen toch bij elkaar is. Om die wijzigingen te implementeren moeten we coaches en juryleden bijpraten en bijscholen. Soms is dat een hele klus,’ aldus Kok.

Inzet

Wies Vullings (49) leidt de afdeling synchroonzwemafdeling van VZC Veenendaal met een kernteam, verzorgt trainingen met een trainersstaf, is jurylid in een team van juryleden en vertegenwoordigt de afdeling in het hoofdbestuur van VZC. ‘Nadat mijn oudste dochter haar B-diploma had gehaald, wilde ze blijven zwemmen. Dat kon bij VZC bij de afdeling AquaFun en tegelijkertijd trainden dan ook de synchroonzwemsters. Mijn dochter vond dat veel leuker en ging naar synchroonzwemmen. Twee jaar later deed onze tweede dochter hetzelfde.’

Toen alle trainers stopten, bleef er van de afdeling niet veel meer over. Toch wilde het VZC-bestuur de afdeling in stand houden. Vullings: ‘De ouders van de overgebleven meisjes kregen de vraag of zij de afdeling wilden voortzetten. Het alternatief was naar Polar Bears gaan. Ik had en heb twee dochters die synchroonzwemmen heel leuk vinden, dus besloot ik om hier tijd in te investeren, samen met andere ouders. We begonnen nagenoeg zonder enige kennis en ervaring. We werden regelmatig bijgepraat door Monique Rijnsburger, die ooit de afdeling op poten had gezet. In dat jaar hebben we niet aan wedstrijden meegedaan, we moesten eerst maar ervaren hoe het allemaal reilde en zeilde.’

Ervaring

Er werd met twaalf meisjes gestart en inmiddels hebben ze dertig zwemsters, waarvan er tien in de wedstrijdgroep zwemmen en twintig in de aanloopgroep. ‘We doen weer mee aan wedstrijden en er zijn zelfs zwemsters die limieten voor het NK halen. Ze stranden nu nog vaak in de kwalificatie en halen de laatste twaalf niet, maar ze doen wel ervaring op. Het is dat we geen groepsnummer hebben, anders was de kans op een finaleplaats misschien wel groter geweest. Ervaring doen de meisjes ook op tijdens Regiowedstrijden, waar we aan meedoen. Meestal ga ik mee als coach, maar als het moet kan ik ook jureren.’

De club organiseert tweemaal per jaar een show voor alle ouders, grootouders en andere belangstellenden. ‘Dat doen we rond de Kerst en aan het eind van het seizoen. De meisjes treden dan op in mooie glitterbadpakken, opgemaakt en wel. Ook verzorgen we wel eens een demonstratie bij de waterpolo-afdeling, tijdens een wedstrijd van het eerste herenteam of een interland.’ Op die manier ontstaat er wat meer bekendheid en enthousiasme voor de sport. Want wie weet zit er heel misschien wel een nieuwe Noortje of Bregje de Brouwer op de tribune.

Vorige
Vorige

Kirstie van Haaften uit De Meern moet hersenoperatie ondergaan

Volgende
Volgende

Wilco Kelderman kan terugzien op degelijke Ronde van Zwitserland