Net geen podium voor dapper knokkende Lars van der Haar

Het zware seizoen had zijn tol geëist, de topvorm ontbrak. Lars van der Haar liet zich voor de start van zijn elfde WK bij de profs dan ook niet tot een voorspelling verleiden. ‘Een goede uitslag rijden.’ Dat deed de taaie Woudenberger, maar het was net niet genoeg voor een podiumplaats. Vooraan werd de strijd om de wereldtitel beslist in een sprint tussen de twee tenoren van de cross, Mathieu van der Poel en Wout van Aert. De Nederlander won.

Foto: Lars van der Haar
Credits: Baloise Trek Lions

Het fraaie weer had vele tienduizenden liefhebbers naar Hoogerheide gelokt, waar het WK-circus eerder al in 2009 en 2014 was neergestreken. Een uur voor de start van de elitemannen – eerder op de dag was Shirin van Anrooij de opvolgster van Puck Pieterse geworden bij de beloftevrouwen – waren er lange files op de toegangswegen naar de Brabantse plaats vlakbij de Belgische grens, waar een titanenduel tussen Mathieu van der Poel en Wout van Aert de hoofdschotel zou moeten worden.

Een zinderend gevecht kwam er ook op het supersnelle parcours. De modderige stroken van een dag eerder bij het WK van de vrouwen, waren opgedroogd. Overigens was de uittredende wereldkampioen Tom Pidcock een opvallende afwezige. De Brit besloot de voorkeur te geven aan de voorbereiding op de wegklassiekers.

Lars van der Haar, al viermaal in de prijzen op een WK met twee zilveren en twee bronzen medailles, nam brutaal de kopstart. Lang duurde dat niet. Van Aert en Van der Poel hadden nog geen minuut nodig om zich te positioneren aan kop en lieten meteen de rest van het veld achter zich. De twee deelden voortdurend plaagstootjes uit, waarbij Van der Poel zich de betere toonde bij de balken.

De verwachting was dat wanneer de twee bij elkaar zouden blijven, hij daar in de slotronde zou proberen een gaatje te slaan. Dat gebeurde echter niet.  Samen reden ze de finishstraat op, waar Van der Poel ineens versnelde en zijn Belgische rivaal  verraste.

Achter het ongenaakbare duo vochten veel Belgen en Lars van der Haar om de derde podiumplaats. Eerst had Michael Vantourenhout een tiental meters voorsprong, maar onder aanvoering van Van der Haar werd hij in de kraag gegrepen. De 31-jarige routinier sloeg op zijn beurt samen met Eli Iserbyt een gaatje. Die verscheen zelden aan kop, zodat Van der Haar al het werk moest opknappen. Vergeefs probeerde hij zijn metgezel te lossen. Vorig jaar had Van der Haar de sprint om de tweede gewonnen van Iserbyt, nu werd hij met enkele lengtes geklopt in de strijd om het brons. Hij had er vrede mee. ‘Thuis een WK rijden is het mooiste dat er is. Ik heb een heel steady seizoen gehad, maar ga nooit meer zoveel rijden in de periode rond kerst en oud en nieuw. Ik ben ook nog ziek geweest en had niet verwacht dat ik vandaag nog zo goed had kunnen rijden. Ik heb toch de koers kunnen maken om de derde plek. Ik heb van alles geprobeerd om Eli kwijt te raken voor de balken, maar dat lukte niet.’

Vorige
Vorige

Goud voor Van ‘t End en Korrel

Volgende
Volgende

Douvikas krijgt er weer een kruisje bij