Ongelooflijke comeback bezorgt waterpolovrouwen alsnog brons
Het olympisch waterpolotoernooi dreigde voor de Nederlandse vrouwen als een nachtkaars uit te gaan. Halverwege de troostfinale tegen de VS stond Oranje net als in de halve eindstrijd tegen Spanje flink achter. Toen in het derde part het verschil nauwelijks werd verkleind, leek de ploeg van Nederlandse bondscoach Evangelos Doudesis kansloos voor het brons. Maar zie, de ploeg richtte zich op onder aanvoering van Sabrina van der Sloot en Laura Aarts.
De Utrechtse doelvrouwe herstelde zich daarmee van een zwak begin, waarin ze deelde in de malaise. Alleen Van der Soot haalde de hele partij haar normale niveau. Net als tegen Spanje regende het in de eerste twee parts fouten aan Nederlandse kant. De Amerikaanse vrouwen hoefden in feite niets te doen en alleen maar af te wachten. Ze profiteerden naar hartelust van misverstanden of losse flodders aan Nederlandse zijde. Bij de rust was de stand 7-3 en werd opnieuw een grote veerkracht van Nederland gevraagd.
Die kwam er nu niet in het derde part. Dat de achterstand toch nog met een treffer verkleind werd was met name te danken Van der Sloot en een redding van Aarts bij een strafworp in de slotfase.
In het laatste kwart werd de Amerikaanse verdediging eindelijk goed onder druk gezet en puntje voor puntje maakte Nederland de 9-6 achterstand goed. Bij 10-10 kreeg Van der Sloot een seconde voor het einde de bal en de uitblinkster tekende voor haar zesde treffer: 11-10 en brons voor Oranje. Dolle vreugde bij de Nederlandse vrouwen, die het geduld van de fans bijzonder lang op de proef stelden. Bij de uit het vuur gesleepte medaille paste toch ook de kanttekening dat goud zeker niet onmogelijk was geweest wanneer Nederland in alle partijen meteen vanaf de start bij de les was geweest.