Plotseling
Ooit zat ik er naast voorzitter Michael van Praag. Nou ja, hij zat op de eretribune in een zacht zeteltje en ik op de stenen trap langs de overvolle perstribune, afgescheiden door plexiglas. Ajax was destijds een Europese topclub en FC Utrecht kansloos, maar met hangen en wurgen bleef het enige tijd 0-0. De Utrechtse aanhang begon te zingen, zo’n lied om van te kotsen. Op de hoofdtribune hoorden we het gezang, niet wàt werd gezongen. Ik kende die woorden wel en schaamde me kapot voor de man naast me. Pijnlijker nog, zag ik diens onwetende voet vrolijk tikken op het ritme van de walgelijkheid.
Maar zie, nu gebeurde er niets. Zomaar, plotseling. (Vooruit, er vielen een paar bekertjes op het veld – het stelde niets voor.)
Wat er in de uren en dagen daarna te Amsterdam en omgeving gebeurde was ronduit verbijsterend. In die overdaad aan voetbalkletsprogramma’s, -podcasts, berichten op social media en wat al niet meer struikelden tal van mannen (nee, geen vrouw aan het woord…) over elkaar heen, werden verbale messen in ruggen gestoken, complotten ontvouwd en tussendoor werd ook trainer Maurice Steijn ontslagen. In deze Armageddon werd ook Van Praag, die terugkeert bij zijn club in de RvC, aangesproken via X: ‘Je maakt onze club kapot als je nu niet ingrijpt, laffe hond.’ Met zijn oog voor het absurde had Brusselmans die zin graag geschreven.
Ondertussen in het blije Utrecht, liet Ron Jans een belangrijk woord vallen na die degradatiekraker, gevraagd door de oorzaak waarom veel spelers in de afgelopen weken juist zo belabberd presteerden. ‘Onzekerheid,’ vermoedde hij. Onbewust sprak hij misschien ook voor die ex-godenzonen in Amsterdam. Hoe vet hun contracten ook, altijd is er de druk van de verwachtingen, de fans en de media – rond Ajax is heel veel pers, druk en verwachting. Geen werknemer voldoet in een slecht geleid bedrijf, geen sporter gedijt in een omgeving vol onrust. Het maakt onzeker, is de poort naar faalangst.
Een woord van begrip in een rauwe, harde wereld. Plotseling gebeurde het.