Sjoerd Veltman neemt na 13 jaar afscheid als triatlonvoorzitter
‘Het seizoen 2022 was voor ons een historisch jaar, met het landskampioenschap voor de mannen en promotie naar de eredivisie voor de vrouwen,’ zegt scheidend afdelingsvoorzitter Sjoerd Veltman van het negentigjarige VZC Veenendaal. De wedstrijdzwemmer van oorsprong voegde wielrennen en hardlopen aan zijn arsenaal toe. Bijna dertig jaar later zet de triatleet een stapje terug.
Voetbal was de eerste sportieve liefde van Sjoerd Veltman. ‘Het was die periode dat de enkel van Marco van Basten aan gort werd geschopt. Ik mocht niet gaan voetballen, dat was te gevaarlijk,’ grijnst Veltman. ‘Ik mocht wel gaan zwemmen, dat was gezonder. Ik werd wedstrijdzwemmer bij DWK in Barneveld. In mijn middelbare schoolperiode ben ik daarmee gestopt.’ Zo schetst Sjoerd Veltman in een notendop het begin van zijn sportieve carrière.
‘Mijn eerste triatlonwedstrijd deed ik in 1995 in en rond zwembad ’t Willaer in Scherpenzeel. Ik was zeventien jaar en deed mee via het werk van mijn vader. Ik werd 36e, maar ik vond het zo leuk, dat ik een jaar later weer wilde meedoen. Dan moest ik wel beter zijn voorbereid. Ik ging er een beetje voor trainen en de tweede keer werd ik achtste. Ik leerde Jan Bos kennen, die lid was van TVA in Arnhem. We zijn samen in 1998 overgestapt van TVA naar VZC Veenendaal. Daar werd fanatieker en meer getraind en konden we stappen maken. TVA was vooral gezelligheid, bij VZC draaide het toen meer om de prestatie, minder om plezier en binding. Daar is in de afgelopen jaren een grote omslag gemaakt. De afdeling groeide van 60 leden in 1998 naar 230 leden nu. De atleten blijven nu ook hangen en er is veel tijd en energie gestoken in plezier en binding.’
Balans
‘Wat me het meest aanspreekt in de triatlon is dat je een allround sporter moet zijn. Dat gaat niet vanzelf, het is een uitdaging. Je moet een balans vinden tussen drie sporten, je moet je tijd slim verdelen. Met zwemmen ontwikkel je je hart-long-systeem, waar je bij het lopen profijt van hebt. Voor mij is de triatlon sprint en de olympische afstand (nu: standaardafstand) goed te doen. Een hele triatlon vraagt meer tijd, daar moet je echt tijd voor vrijmaken.’
Veltman’s voorganger Wim Korving stopte in 2009 als secretaris van het afdelingsbestuur. ‘Hij vroeg me, of ik zijn taak wilde overnemen. Ik had al eens enkele trainingsweekenden georganiseerd en ik zag het wel zitten om een bestuurstaak op me te nemen. Toen Ferdinand Dop in 2011 stopte als voorzitter, ben ik hèm opgevolgd. Ik ben nu dertien jaar voorzitter van de triatlonafdeling. Dat is een mooie periode. Als lid van het afdelingsbestuur kon ik een stempel drukken op de afdeling. De club groeide en we kregen een nieuwe accommodatie. Toen trainden we hoofdzakelijk in het 25-m bassin, nu hebben we al een aantal jaren een nieuw, breder bad.’
Zichtbaarheid
Van de beginjaren als voorzitter herinnert Veltman zich vooral de spanning. ‘Ik was nog jong en had als 34-jarige de leiding over de club. We hebben veel opgepakt. Bijvoorbeeld de clubkleding, waardoor we zichtbaarder werden. Bij de Veense triatlon zie je steeds meer blauwe VZC-pakken, maar die zie je nu ook bij andere wedstrijden. Ook op social media zijn we actief geworden en kunnen we onze identiteit laten zien. We hebben een trouwe groep van sponsoren die onze afdeling steunen, de Goldmembers. Ruud Klaare heeft een interne clubcompetitie opgezet, waardoor we konden gaan strijden om het clubkampioenschap. We hebben op veel dinsdagavonden leuke, laagdrempelige evenementen, die het gemeenschapsgevoel binnen de club versterken. Het motto van VZC, plezier, prestatie en binding, wordt binnen de triatlonafdeling nu volledig toegepast.’
‘Onze zichtbaarheid is ook groot tijdens de Prins Petfood Triathlon Veenendaal, zeg maar onze thuiswedstrijd. De organisatie van deze triatlon staat los van onze vereniging, maar er zijn natuurlijk heel veel dwarsverbanden. Ook dat evenement heeft bijgedragen aan de groei van onze club.’
Stabiliteit
‘Waar ik ook trots op ben, is de stabiliteit van het bestuur en het trainersbestand. Ik vind dat heel belangrijk. Rob Barel geeft, als hoofdtrainer, heel veel zinvolle input. Ik stop nu als voorzitter, na dertien jaar. Ook bestuurslid Alida Hagen is gestopt, maar penningmeester Jan Schinkel blijft op zijn post. Quint Ottens en Charlotte Groeneveld zijn de nieuwe bestuursleden. Misschien dat er nog een vierde lid in het bestuur komt, dat is nog niet duidelijk. Wie mijn taak als voorzitter overneemt, is op dit moment ook nog niet helder. Daar wordt binnenkort wel een knoop over doorgehakt.’
Veltman constateert dat het bestuur in de beginjaren zelf veel heeft gedaan, later hebben ze verschillende taken kunnen delegeren aan commissies. ‘Ook hebben we tegenslagen gehad, zoals vier sterfgevallen: Jan van de Pol, Perry van den Berg, Manfred Boogaard en Jan Bos. En Peter van Egdom kreeg een ernstig ongeluk. Dat zijn verschrikkelijke gebeurtenissen om mee te maken, maar het werkt ook verbindend. Ik ben er wel trots op, hoe zorgvuldig en meelevend we daarmee zijn omgegaan. Ook voor het bestuur is zoiets steeds schrikken.’
De groei van de afdeling had ook een keerzijde. Zo moest de club een wachtlijst instellen. ‘We beschikken over best veel badwater en de club heeft een laag contributietarief. Toch ging het knellen, met teveel zwemmers in een baan. Bij ons trainen de topsporters samen met de masters van 70-plus op hetzelfde moment. Dat is organisatorisch een uitdaging. Sport verbindt ons, van stratenmaker tot bankdirecteur. Natuurlijk hebben we gekeken naar andere oplossingen, bijvoorbeeld een tweede trainingslocatie. We stelden ons de vraag of méér ook beter is? De conclusie is, dat dit niet zo is.’
Topteam
‘De landelijke teamcompetitie is in 2012 gelanceerd. Per team deden vier tot vijf atleten mee aan een wedstrijd en de scores werden opgeteld. Het team met de laagste score werd kampioen. We hebben dat lang volgehouden met een team van VZC-ers, maar op een gegeven moment kwam het verloop op gang. Goede of talentvolle atleten gingen naar commerciële teams voor een vergoeding of voor materiaal. We hebben toen nagedacht hoe we het tij konden keren. De oplossing vonden we in het samenstellen van een sterke groep met niet alleen VZC-ers, maar ook met andere atleten die in ons project geloofden. We wilden een topteam samenstellen, dat mee zou doen om het nationaal kampioenschap.’
De club besloot oud-leden te vragen terug te komen en tevens enkele nieuwe leden aan te trekken, zoals Gjalt Panjer. Dat heeft geresulteerd in de huidige selectie van acht personen, waarvan er vijf in de wedstrijden uitkomen. ‘Je krijgt natuurlijk ook te maken met blessures, verhinderingen en ziekte. Er staat nu steeds een sterk team aan de start. Bovendien werden onze dames ook steeds fanatieker. Het seizoen 2022 was voor ons een historisch jaar, met het landskampioenschap voor de mannen en promotie naar de eredivisie voor de vrouwen. Vorig jaar moesten we afstand van de titel nemen door één zwakke wedstrijd, maar dit jaar zijn we weer goed gestart. Het mooie is, dat VZC nu op alle vijf niveaus bij de mannen en alle vier niveaus bij de vrouwen een team in competitie heeft. Ik zie het als een bekroning van mijn voorzitterschap dat mensen met plezier voor VZC willen uitkomen. Een teamcompetitie is toch anders dan een individuele deelname. Je reist samen, komt samen in actie, maar ook: je hebt samen plezier. Dit jaar is het competitieformat iets gewijzigd en bestaan de teams uit vier atleten.’
Ambities
‘Of we nog ambities hebben? We willen graag een wekelijkse fietstraining van de grond krijgen. Een ander thema is jeugd. Dat is nog best lastig met het beschikbare badwater, met een aparte zwembaan voor de jeugd en qua begeleiding. En ik hoop dat de club de stabiliteit kan waarborgen. Het zijn allemaal vrijwilligers, die er altijd weer staan. Er is nog nooit een training niet doorgegaan omdat er geen trainer was. Onze trainersstaf wordt hooglijk gewaardeerd.’
In zijn eigen leven wacht een nieuwe functie bij de brandweer op Veltman, waardoor de sport op een lager pitje komt te staan. ‘Naarmate ik ouder word, neemt het fanatisme af. Ik blijf zeker nog actief binnen de afdeling en sportief kriebelt het voor het volgende seizoen. VZC is nog niet van me af.’