‘Sociaal veilig sportklimaat moet hoog op de agenda staan’
Vertellen over hun dagelijkse werk en over hun diepgewortelde passie voor sport? Marieke en Matthijs doen het graag. Afgesproken trefpunt: in het clubhuis van de Amersfoortse Mixed Hockey Club op sportpark Birkhoven.
Sport als rode draad in het leven. Marieke is opgegroeid met basketbal, Matthijs met honkbal. Marieke: ‘Toen ik tien jaar was liet ik mijn oog vallen op basketbal en meldde me aan bij de Crackerjacks, nadat ik eerst geproefd had van turnen en tennis.’
Eenmaal onder het felle zaallicht viel ze als een blok voor de sport. Waarom basketbal haar wel meteen begeesterde? Marieke: ‘Omdat ik heerlijk kon rennen en met een bal in de weer kon zijn. Bovendien vond ik het fijn dat trainingen en wedstrijden altijd doorgingen, wat bij tennis niet altijd het geval was.’
Basketbal
Inmiddels is ze alweer vierentwintig jaar lid van de Amersfoortse basketbalclub Crackerjacks, ze draagt de club in haar hart. ‘Het is een warme familieclub met een fijn verenigingsleven. Er wordt veel georganiseerd om de cohesie tussen de leden in de club te versterken.’
Los van speelster in het tricot van Crackerjacks (eerste team) heeft de Hooglandse, met Utrechtse wortels, binnen de Amersfoortse basketbalvereniging diverse kaderfuncties vervuld. En nog steeds. Marieke: ‘Ik ben nu al een tijd lid van de technische commissie. Hiervoor ben ik onder meer trainer geweest van diverse meidenteams. Ach ja, met de jaren ga je op in de club en draag je vanzelfsprekend een steentje bij. Eén van mijn kinderen speelt nu ook bij de Crackerjacks, bij de peanuts.’
Basketbal zit in de lift. De sport geniet, blijkt uit recent onderzoek, met name onder jongeren grote populariteit. ‘Tijdens de coronapandemie, toen de sporthallen gesloten waren, zijn veel jongens en meisjes op pleintjes basketbal gaan spelen en hebben toen de sport ontdekt en omarmd’, verklaart Marieke de ledenaanwas bij basketbalclubs.
Ook Nederlands succes op internationale toernooien bij het 3x3 basketbal heeft de jeugd getriggerd. ‘Ik mag 3x3 zelf ook graag spelen’, zegt Marieke. ‘Voorheen heette het Streetball Masters. Het bestaat al zeker dertig jaar, maar is de laatste jaren enorm in opmars. Eigenlijk is het een logisch gevolg van jarenlang investeren in deze attractieve spelvorm.’
Honkbal
Matthijs is net als Marieke een teamplayer. Op jonge leeftijd raakte hij in de ban van honkbal, ingegeven door zijn ouders. ‘Zij zagen honkbal als de ideale sport om mij als kind sportiviteit en respect, wat bij de honkbalsport groot goed zijn, bij te brengen. Zeker op de lange termijn zou dat lonen, redeneerden mijn ouders.’
En is dat gelukt? Matthijs glimlachend: ‘Dat is zeker gelukt. Kijk, ik ben best een voetballiefhebber, maar als ik zie hoe spelers daar over het algemeen met elkaar omgaan, ben ik blij dat ik destijds voor honkbal heb gekozen.’
De Utrechter speelde de eerste jaren van zijn honkbalcarrière bij Robur in zijn geboorteplaats Apeldoorn. Zijn talent bleef niet onopgemerkt. Op zijn elfde verkaste hij naar Enschede, naar de Tex Town Tigers. Daar ontwikkelde de linkshandige outfielder zich dusdanig dat hij drie jaar later zijn kunsten mocht vertonen bij de honkbalacademie Midden-Nederland Scimitars in Bussum. ‘Ik had een goede arm en kon de bal hard over lange afstanden gooien.’
Zijn komst naar hoofdklasser HCAW (ook Bussum) was een logische vervolgstap, waarna hij ook in beeld kwam bij het Nederlands team waar hij in het selectieteam onder-16 heeft gespeeld. Matthijs: ‘Een hoogtepunt was mijn deelname aan het Europees kampioenschap in het Poolse Kutno, waar we als team op de tweede plek eindigden’.
Toch raakte zijn honkbalcarrière in het slop. ‘Op een gegeven had ik niet meer het juiste gevoel en ben ik mij volledig op mijn maatschappelijke carrière gaan toeleggen.’
Niettemin bleef sport zijn aandacht behouden. Zo rondde hij de studies Sportkunde (bachelor), Sportbeleid en Sportmanagement (master) af.
Daarnaast keek Matthijs in de keuken bij verschillende sportorganisatie zoals FC Twente, Vitesse en stichting Life Goals Nederland. ‘Ik heb me altijd zo breed mogelijk willen oriënteren wat sport betreft. In mijn huidige rol komt dat nu goed van pas’, aldus Matthijs die zich in zijn vrije tijd heeft toegelegd op het hardlopen. ‘Ik heb mijn zinnen gezet op de marathon van Amsterdam.’
Vrijwilligers
Amersfoort in beweging. Daar spenderen ze hun tijd en energie aan. Marieke: ‘Als verenigingsadviseur ondersteunen, adviseren en helpen we verenigingen zich verder te ontwikkelen tot sterke toekomstbestendige verenigingen. We zitten dus veelvuldig met beleidsbepalers aan tafel.’ Matthijs: ‘Clubs komen met hulpvragen naar ons toen en gezamenlijk proberen we een oplossing te vinden voor de pijnpunten. Het is niet zo dat wij een kant-en-klaar advies op de plank hebben liggen.’ Marieke: ‘We bieden een luisterend oor en sparren met clubs.’
Gevraagd naar de belangrijkste hulpvraag momenteel, antwoordt Marieke: ‘Het gebrek aan vrijwilligers. Het gros van de clubs heeft daar mee van doen. Het aanstellen van een vrijwilligerscoördinator is doorgaans een belangrijke eerste stap. Nee, een oproep doen op de clubwebsite zet doorgaans geen zoden aan de dijk. Je moet er een weloverwogen traject van maken, bijvoorbeeld ouderavonden organiseren waardoor je van onderaf engagement creëert.’
Matthijs: ‘We trekken met de club mee op en ondersteunen waar nodig. Wat bij de ene club werkt hoeft bij de andere club niet te werken. Dikwijls gaat het om maatwerk.’
Marieke: ‘Uiteindelijk komt het beste advies uit het traject zelf.’
Coach
Beiden halen veel voldoening uit hun werk als ze clubs stappen zien maken. Marieke brengt het traject clubkadercoach te berde. ‘Dat is een traject waarin het coach-de-coach principe wordt toepast. Hierin wordt niet de aandacht gevestigd op het technische vlak, maar juist op didactische aspecten. Hoe sta je als coach voor de groep, hoe ga je om met niveauverschillen, hoe houd je spelplezier vast? Het zorgt ervoor dat je als coach met meer zelfvertrouwen en zelfverzekerdheid voor de groep staat. Wie dit traject initieert? Iemand binnen de club zelf. Er zijn bijvoorbeeld altijd ouders rondom de club die beroepshalve over didactische vaardigheden beschikken – zet ze in!
Bij AFC Quick 1890 hebben ze dat heel goed opgepakt, die hebben een pedagogisch coach in het leven geroepen die de kar trekt. Momenteel zijn er tien clubs die proactief werk maken van een pedagogisch sportklimaat. Kijk, daar word ik nou blij van.’
Matthijs zit thans met bestuurders van voetbalclubs om tafel omtrent misstanden. ‘De laatste tijd is er in Amersfoort een toename aan incidenten op de voetbalvelden. Hoe die agressiviteit te beteugelen? Daar zijn we met elkaar over in conclaaf.
Bij Amsvorde zijn ze daar helder in. Als een team zich misdraagt, krijgt het team collectief een gele kaart. Bij herhaling volgt rood en wordt het team uit de competitie genomen. Wat mij betreft hanteren alle clubs deze resolute aanpak. Het schept duidelijkheid: tot hier en niet verder.’
Veiligheid
Amersfoort telt honderd sportverenigingen. Marieke heeft er vijftig in haar portefeuille, Matthijs net zo. Ook is een onderverdeling gemaakt in thematiek. Sociaal veilig sportklimaat valt onder de verantwoording van Marieke. ‘Ik ervaar dat het bij clubs de aandacht heeft, weliswaar bij de een wat meer dan bij de ander.
Wat mij betreft kan het onderwerp niet hoog genoeg op de agenda staan. Dikwijls komen clubs pas in actie als er iets is voorgevallen, maar de kunst is juist om een zo goed en veilig mogelijk klimaat te regelen en dat risico’s beperkt blijven. Clubs moeten hoe dan ook met het thema aan de slag.’
Matthijs denkt daar net zo over.