VVIJ weer met beide voetjes op de vloer
Wie sportpark Groenvliet nadert, heeft bij de ingang twee keuzes: naar links of naar rechts. Wie links kiest, kiest voor VVIJ met als symbool de iconisch grote voetbal. Wie rechts kiest, kiest voor IJFC. Zaterdag 4 november (aanvang 14.30) staan beide ploegen in de derde klasse D (District West I) in competitieverband tegenover elkaar; ‘links’ speelt thuis, ‘rechts’ speelt uit.
Broedertwist
Voetbal Vereniging IJsselstein (opgericht op 12 augustus 1926) hoopt de goede start van het seizoen een vervolg te geven tegen de buren en de traditionele rivaal IJsselsteinse Football Club (van 8 november 1930). Tot seizoen 2021/2022 speelden beide teams nog nooit in competitieverband tegen elkaar. Niet vreemd, omdat IJFC altijd op zaterdag speelde, terwijl VVIJ traditioneel een zondagclub was.
Dat veranderde pas aan het begin van dit decennium toen VVIIJ ‘horizontaal overstapte’ van de zondag naar de zaterdag. Toen het medio 2022 degradeerde naar de derde klasse was de eerste officiële derby een feit. Het leverde voor beide ploegen in hun thuisduel een 1-0 overwinning op. Een duidelijke winnaar kwam er dus niet. Maar sentimenten waren er te over. Plagerijen ook. Zo werd het doel van VVIJ in kleuren van IJFC (blauw-wit) geschilderd. Elk duel van deze lokale broedertwist trok ruim 700, misschien wel 1000 toeschouwers. ‘Maar het niveau was niet best’, weet Mark van Gaal (60), voorzitter technische zaken van VVIJ zich te herinneren. ‘De kwaliteit van het spel leed onder de spanning. De voetballers waren niet gewend voor zoveel publiek te spelen.’
Ledental
Hoe anders was de situatie voor VVIJ nog geen tien jaar geleden. De club kwam uit in de eerste klasse en met de komst van de nabijgelegen nieuwbouwwijk Zenderpark hoefde het de deuren alleen maar open te zetten en de (jeugd)leden kwamen binnenlopen. Van Gaal: ‘We hadden op een gegeven moment 1600-1700 leden. Het kon niet op.’
Maar in korte veranderde veel, aan de linkerkant van Groenvliet. De coronapandemie hakte er in, begin 2022 stopte het voltallige bestuur onder leiding van de duo-voorzitters Mariëlle Slenders en Nancy van Tergouw na vijf jaar trouwe dienst. Daarnaast hinkte de club op twee gedachten met een eerste zaterdag- en een eerste zondagteam. ‘Een soort sterfhuisconstructie’, aldus Van Gaal. Die aarzeling om een keus te maken kostte VVIJ leden. Die uitgerekend overwegend naar buurman en zaterdagclub IJFC gingen.
Maar zie, VVIJ kwam de moeilijke periode te boven, al daalde het ledental naar rond de 1200 nu. Van Gaal: ‘Er moest in 2022 een heel nieuw bestuur geformeerd worden en we hebben vol ingezet op de zaterdag. Na een misschien wat negatieve periode hopen we dit jaar te oogsten. Ik proef en voel een nieuwe energie bij VVIJ. Na een bloeiperiode staan we nu weer met beide voetjes op de vloer en hebben hopelijk de weg naar boven gevonden.’ In het hele proces zijn een aantal mensen belangrijk geweest, zo weet Van Gaal: ‘Eén van hen was coördinator bovenbouw jeugd, tevens verantwoordelijk voor de hoogte seniorenselectie, Fitah Ben Amar. Aan hem hebben we veel te danken. Hij was, zeg maar, de last man standing.’
Betrokkenheid
Van Gaal was al van jongs af aan betrokken bij VVIJ. ‘Ik was acht jaar, ging op voetbal en kwam uit een katholiek gezin. Dan was de keus snel gemaakt: VVIJ. Ik heb daar alle geledingen doorlopen en met veel plezier gevoetbald en speel nog op vrijdagvond in de 45+-competitie. Door mijn zoon Melle raakte ik weer meer betrokken bij de club. Zo adviseerde ik mede het toenmalige bestuur over ‘zaterdag of zondag’ en heb ik Frans Vermeulen, die toen een technische functie bekleedde bij VVIJ, nog wegwijs gemaakt in onze vereniging. Frans is nu overigens bij IJFC opgenomen in de technische staf.’
VVIJ heeft de wind weer beetje in de zeilen, zo valt uit het verhaal van Van Gaal op te maken. ‘In de landelijke waardering van amateurclubs staat VVIJ nu op de 93e plaats. Natuurlijk, er is ruimte voor verbetering, maar dat is niet slecht als je bedenkt dat Nederland ongeveer 3000 amateurclubs heeft. We voelen ons best senang nu en denken dat op termijn een plaats in de tweede klasse mogelijk is. Al moet ik zeggen dat we nu in een fantastische competitie spelen. Met clubs als Benschop, Lopik JSV Nieuwegein, SCH’44 en PVCV. Het is bijna zonde om uit deze klasse te promoveren, maar als de kans zich voordoet, zullen we het niet laten.’
Luxe
Veel aandacht gaat bij het zwart-rood gekleurde VVIJ uit naar de jeugd, zowel geselecteerd als niet geselecteerd. Het heeft de luxe van liefst vijf O23-teams. ‘Daar zijn we heel blij mee’, verzekert Van Gaal. ‘Dat is toch een teken dat we de jeugd, die landelijk gezien juist in de middenbouw vaak afhaakt, aan ons weten te binden. Met de O23-teams willen we ook de afstand tot het eerste elftal zien te verkleinen. Die stap moet minder groot worden. En dat werpt z’n vruchten af. Nu al bestaat onze eerste selectie voor het overgrote deel uit IJsselsteinse jongens.’
Maar daar gaat veel energie inzitten, weet Van Gaal. ‘Het voetbal is zo anders dan vroeger. Toen ik klein was, zag je ’s avonds ergens een pitje licht branden en speelden we in de klei. Nu zie je als het donker is overal kunstlicht, op al onze zes velden wordt gevoetbald. Mensen beseffen zich niet in wat voor een luxe we tegenwoordig leven. Vroeger leerden we voetballen op straat, nu leren ze voetballen bij de club. Den dat stelt ook weer andere eisen aan VVIJ dan in het verleden. Als je het niveau van de speler wilt opkrikken, zul je als club goede trainers moeten hebben. Het gemiddelde niveau van de jeugdtrainers zal bij ons omhoog moeten, wil je de kwaliteiten van je jeugdspelers optimaal kunnen ontwikkelen. Er wordt, al met al, veel meer van de begeleiding geëist. Het zijn de uitdagingen van deze tijd.’
Dat geldt ook voor het invullen van de vrijwilligersfuncties. Clubmensen benaderen vanuit de losse pols onder het genot van een consumptie aan de bar, is er vandaag de dag niet meer bij, weet voorzitter technische zaken Mark van Gaal. ‘We hebben bij VVIJ een kern goede vrijwilligers. Dat is echter ook een risico. Daar moet je als club beleid op maken. Je zult je leden op een goede manier moeten benaderen en concreet de taken benoemen. Waar ligt de expertise? De mensen moeten plezier hebben in wat ze doen. Als je tegen je zin iets doet, wat heeft een vereniging dan nog voor nut. Vorig jaar hebben we een enorme impuls gehad met onze clubscheidsrechters. We hebben toen een grote sprong gemaakt. Er wordt nu bijna geen (jeugd)wedstrijd bij VVIJ gespeeld zonder een scheidsrechter. Daar zijn we heel blij mee.’