Aantal Utrechtse sportaccommodaties opnieuw agendapunt

In de zomer van 2019 is het Mulier Instituut in opdracht van de gemeente gestart met het ophalen en analyseren van de data. En in het najaar heeft de gemeente samen met het Mulier Instituut de uitkomsten gepresenteerd en besproken in vijf sportnetwerken van  SportUtrecht (binnensport, voetbal, hockey, tennis en meerdere buitensporten). Voor de netwerken zijn de betreffende verenigingen (incl. studentensportverenigingen), sportraad en Mesa Cosa (studentensport) uitgenodigd. Doel van de bespreking was om eventuele feitelijke onjuistheden te corrigeren, te vragen of verenigingen zich herkennen in de resultaten en in gesprek te gaan over de mogelijke oplossingen. De hoofdlijnen van de bevindingen uit deze sportnetwerken zijn door Mulier weergegeven in het rapport.Deze rapportages zijn gebaseerd op de team- en ledenaantallen voor de veldsporten, bezettingscijfers voor de binnensport, bevolkingscijfers en de trends die in de verschillende sporten plaatsvinden. Deze rapportage wordt gespiegeld aan de ervaringen van sportverenigingen ten aanzien van wachtlijsten/aanname stops.Verschillende fracties in de gemeenteraad vragen zich af wat de gemeente uit de conclusies per sport meeneemt in nieuw te maken beleid. Meer specifiek willen Student&Starter, D66, Stadsbelang Utrecht, PvdA, VVD, CDA en GroenLinks van wethouder sport Maarten van Ooijen meer duiding en informatie hebben ten aanzien van deze door hen opgestelde agendapunten:•  De ontoereikendheid van sportzalen: hoe kunnen sportzalen beter benut worden? Welke aanpassingen (quick-fix) kunnen gedaan worden zodat meerdere zaalsporten er gebruik van kunnen maken? Hoe kunnen sportzalen multifunctioneler gemaakt worden?•  De gemeente heeft vier sporthallen geprogrammeerd terwijl uit het onderzoek blijkt dat er minstens zes nodig zijn.•  De gemeente is bezig met het ontwikkelen van een richtlijn voor trainingsbehoefte. Is hier al meer over bekend en zo ja, hoe sluit deze richtlijn aan op het onderzoek van het Mulier Instituut?•   Verenigingen melden dat de richtlijnen voor sportcapaciteit geen rekening houden met talentontwikkeling en topsport.•   Sommige sporten geven aan zich niet te herkennen in de analyse van het Mulier Instituut. Dat wat op ‘papier staat’ botst met wat er zich in de praktijk afspeelt.•    Zijn er in het onderzoek ook de gebieden meegenomen die in de toekomst zullen groeien, zoals bijvoorbeeld de Merwedekanaalzone, Cartesius Driehoek en het Jaarbeurskwartier? Wat zijn hiervan de bevindingen en potentie van deze gebieden om meer sportcapaciteit te realiseren? Richtlijn binnensportOok willen de fracties weten of de gemeente aan de slag gaat met de aanbeveling om de richtlijn voor binnensport te herzien. De fracties horen graag hoe andere gemeenten aan de slag gaan met de opgave om meer sportcapaciteit te realiseren. Ook willen de fracties weten hoe het college de wachtlijstenproblematiek meeneemt in een nieuwe Utrechtse capaciteitsnorm. Daarnaast willen de fracties graag ook beter zicht krijgen op de capaciteitsbehoefte voor sporten in de openbare ruimte.Ten tweede willen de fracties weten wat de resultaten en berekeningen van het onderzoek nu betekenen voor de gemeente. Waar ziet de gemeente mogelijkheden en uitdagingen naar aanleiding van dit onderzoek? Waar gaat de gemeente komende tijd op inzetten en effectief mee aan de slag? Roepen de resultaten op voor een andere afweging en andere aanpak om aan de behoefte van meer sportruimte te voldoen? De fracties horen graag wat de kansen en uitdagingen zijn op zowel de lange als korte termijn.Ook hebben de fracties behoefte aan een koppeling tussen de resultaten van dit onderzoek en het Groeikader, het meerjarenprogramma voor sport als ook de financieel programma’s voor sport en vastgoed. Denk hierbij aan vragen als hoe verhouden de resultaten uit het rapport zich tot beleidskeuzes om te maken? Hoe worden de resultaten van het onderzoek geïntegreerd in nieuw te maken beleidskeuzes en financiële keuzes voor sport? Wanneer krijgt de raad de mogelijkheid om een afweging te maken van de opties die er zijn?Ten derde zijn de fracties benieuwd naar wat de sportorganisaties en sportclubs van dit onderzoek vinden. Juist omdat er een verschil is in wat de landelijke norm aangeeft voor de sportcapaciteitsbehoefte en wat Utrechtse sportclubs ervaren, willen de fracties van het college weten hoe de verkenning naar het opstellen van een nieuwe Utrechtse norm voor sportcapaciteitsbehoefte vormgegeven gaat worden. Daarnaast horen de fracties graag van sportorganisaties- en clubs welke ideeën zij hebben om de piekbelasting in de zalen en op de velden te verlagen. Ook willen de fracties een beter beeld krijgen bij de effectiviteit van korte termijn oplossingen als tijdelijke blaashallen. 

Vorige
Vorige

Er komt toch een NK dammen, maar dan achter de computer

Volgende
Volgende

2021 druk jaar voor Nederlands vrouwenteam ijshockey