Aanval is de beste verdediging voor talentvolle judoka

‘Het harde werken werd beloond. Op 4 maart 2020 ben ik geselecteerd door de kernstaf talentontwikkeling van de Judobond voor de aankomende meetmomenten in het Tsjechische Teplice en het Duitse Berlijn.’ Ook voor de talentvolle judoka gooide de maatregelen rondom corona echter roet in het eten. ‘Maar ik ben al blij dat we weer naar school kunnen, nu hopen dat het snel weer mogelijk is om ook wedstrijden te kunnen judoën.’Zoë van de Berg begon op haar achtste jaar met judo. ‘Mijn ouders wilden dat ik voor mezelf kon opkomen en om mijzelf zekerder te voelen, vonden ze judo een goede sport. Ik vind dat zelf ook. Judo doe ik voor mezelf, ik kan anderen niet de schuld geven wanneer het niet lukt.’ Op de mat moet ze het hebben van haar snelheid. ‘Ik ben een aanvallende judoka en ik ben snel, dat is mijn kracht.’ TrainenDe uit Lelystad afkomstige Van den Berg maakte in september 2018 de volgende stap in haar ontwikkeling door in Utrecht te gaan trainen. ‘Ik ben begonnen bij Top Judo Utrecht omdat ik verder wil komen. Inmiddels train ik ook bij het RTC in Leusden en in het nationaal trainingscentrum Papendal.’ Door de Judobond werd ze geselecteerd om mee te doen aan European Cups. Vorig jaar stond haar eerste toernooi in het Italiaanse Follonica op het programma. ‘Een supergroot maar ook heel hectisch toernooi. Omdat het mijn eerste European Cup was, ook wel spannend natuurlijk.’ Ze was net gewend geraakt aan het vele reizen toen corona het allemaal minder leuk en ook minder druk maakte. ‘Normaal train ik van maandag tot en met vrijdag gemiddeld twaalf uur per week. Op maandag in Leusden een avondtraining, dan op dinsdag in Lelystad krachttraining, op woensdag dan train ik in Tuindorp en vervolgens op donderdag in Papendal om vrijdagavond in het Utrechtse Lunetten af te sluiten.’ Zoë gaat in Zwolle naar het Centre for Sports and Education, het CSE. Een school waar onderwijs, sportspecifieke trainingen en sportondersteunende lessen over bijvoorbeeld voeding, kracht en mentale aspecten afgewisseld worden. ‘Op school train ik ook gemiddeld nog drie keer in de middag dus het is normaal gesproken best veel, met het reizen erbij’, geeft ze aan. ‘Door de coronamaatregelen is het nu allemaal een stuk minder. Ik ben blij dat ik mijn vriendinnen weer op school zie maar het is inderdaad minder trainen nu. Momenteel hebben we maar één gerichte judotraining, daarnaast een krachttraining en ben ik veel aan het hardlopen.’ WedstrijdenHeeft ze een voorbeeld waar ze veel op let of naar kijkt? ‘Iedere judoka heeft zijn eigen specialiteiten en zijn eigen manier van judoën. Ik heb niet één voorbeeld die er voor mij echt uitspringt.’ Ze pikt her en der wel wat mee van andere judoka’s, maar het jeugdige talent focust zich dus vooral op haar eigen trainingen. Ze droomt van grote kampioenschappen en dat moet ook haalbaar zijn voor Zoë. Het wachten is nu weer op officiële wedstrijden zodat ze ervaring kan opdoen voor de grote kampioenschappen. ‘Om Nederlands kampioen onder 18 te worden is echt een droom van mij. Misschien zijn er mogelijkheden om over een tijdje met het Nederlands kampioenschap tot 21 jaar mee te doen. Dat zou zo fijn zijn.’Voordat ze naar Top Judo Utrecht vertrok, trainde ze ook bij Shoganai in Dronten, bij Heerenveen A-7 en in Lelystad bij JVIJ. In Utrecht heeft ze het naar haar zin. ‘Ik heb een vaste coach en zijn er altijd veel mensen om mee te trainen. De trainingen zijn ook altijd superleuk daar’, geeft ze aan. ‘Ik wil vooral beter worden in mijn sport en dat kan in Utrecht.’

Vorige
Vorige

Werklust FC Utrecht levert punt op

Volgende
Volgende

Anna van der Breggen heerst op de Muur, Van Vleuten vierde