Andries Nagtegaal: ‘Niet iedereen is landskampioen geworden’

Tijdens mijn laatste ontmoeting met hem vertelde Nagtegaal dat hij een grote klap te verwerken had gekregen door het overlijden van zijn vrouw. ‘Ik moet alleen door en dat valt me erg zwaar. We waren bijna zestig jaar getrouwd. Dan vallen alle andere zaken zoals de voetballerij in het niet.’Als 22-jarige behoorde Andries Nagetegaal in 1958 met Hans Kraay, eind 2017 overleden, tot de jonkies van het elftal. ‘Dat was mijn grote voordeel in die kampioenswedstrijd tegen Enschede,’ vertelde hij in 1998 bij een interview in het kader van het boekje De kampioenen veertig jaar later. ‘Na negentig minuten zat iedereen er doorheen, maar ik niet. Abe Lenstra kon de trappen van het NEC-stadion al bijna niet meer opklauteren. Hij was gesloopt door de hitte. Maar ik voelde me kiplekker. Ook in de verlenging, al was het die middag boven de dertig graden. Bovendien kon ik altijd al goed tegen de warmte. Het was een onvergetelijke gebeurtenis. Niet iedereen kan zeggen dat hij landskampioen is geworden.’ MinervaAndries Nagtegaal begon zijn voetballoopbaan bij de toenmalige afdelingsclub Minerva. ‘Ik stond daar als jochie van vijftien al in het eerste elftal en dat viel natuurlijk clubs zoals DOS op. Daar ging ik dan ook vrij snel naar toe. Jaap van der Leck was er trainer. Hij stelde me in het eerste op toen ik pas zeventien was. Ik ben nooit van club veranderd zoals semiprofessionals als Abe Lenstra. Bij DOS kreeg ik veel ruimte om opkomende acties te ondernemen. Later haalde Wim Suurbier van Ajax daarmee de kranten maar ik deed dat al jarenlang bij DOS.’Overigens nam Nagtegaal bij DOS de plaats over van Joop van Basten, de vader van Marco. ‘Ik heb die twee nog jarenlang samen zien trainen in het plantsoen achter ons ouderlijk huis. Toen zag je al dat Marco een grote zou worden.’Nagtegaal is niet rijk geworden van de voetballerij. ‘Tegenwoordig lopen zelfs modale spelers gewoon binnen. Ik was behoorlijk snel, kon aardig koppen en had een prima sliding. Met die kwaliteiten kwam ik samen met Hans Kraay in het militair elftal en het nationaal B-elftal. Maar vergeleken met een man als Ton van der Linden behoorde ik natuurlijk tot de mindere goden. Ik sta nog geregeld op het trainingsveld van FC Utrecht te kijken, volgens mij is het niveau niet zoveel beter dan vroeger. Ik zag die avondwedstrijd tegen FC Groningen, nou dat was geen beste patij.’Na zijn DOS-periode voetbalde Nagtegaal nog bij Elinkwijk, DOS ’01 en Ultrajectum. Daarna werd hij trainer van achtereenvolgens JSV, Sportlust, IJFC, Majella, DWSV en Minerva waar hij als jeugdvoetballer was begonnen. De cirkel was rond. 

Vorige
Vorige

Utrechtse clubs handhaven zich

Volgende
Volgende

Utrechtse Sportkrant: medewerkers gezocht