Anton en Dafne een uniek duo
Dafne Schippers is afgereisd naar Rio de Janeiro voor een medaille op het koningsnummer de 100 meter en voor de hoofdprijs op de dubbele afstand. Dat ze een unieke prestatie heeft geleverd door de tweede individuele medaille op de Olympische zomerspelen voor haar geboortestad binnen te halen interesseert haar geen bliksem.
Kans op revanche is er pas over vier jaar in Tokyo. Toevallig de plek waar haar voorganger in 1964 historie schrijft. Anton Geesink neemt op de Spelen in de Japanse hoofdstad in de finale alle categorieën na negen minuten de Japanse held AkioKaminaga in de houdgreep en zorgt voor de eerste individuele Olympische medaille van een Utrechtse sporter op de zomerspelen. 52 jaar moet de stad wachten op de tweede Olympische plak op een individueel onderdeel.
UVV-voetballer Jan Vos wint in 1912 in Stockholm brons met de Nederlandse voetbalploeg, schermer Leo Nardus pakt op hetzelfde toernooi een medaille met de degenploeg. Tennisser Henk Timmer uit de Dillenburgstraat pakt de derde plek in 1924 in Parijs maar doet dat met Kea Bouwman in het gemengd dubbel. De Haagse Nel van Randwijk, geboren in Utrecht, verovert in 1928 in Amsterdam goud met de turnploeg en Paul van de Rovaart is lid van de zilveren hockeyformatie.
Individuele medailles van Utrechtse sporters op de Olympische zomerspelen zijn voor de oorlog, na de oorlog en in de nieuwe eeuw uniek. Na de medaille van de judoreus uit ‘Wijk C’ veroveren Nederlandse individualisten op de zomerspelen volop goud, zilver en brons. Nooit is er een sporter bij die geboren is in de Domstad. Wat op de Olympische winterspelen wel lukt - dubbel goud en zilver voor Jochem Uytdehaage in Salt Lake City 2002 - lukt Utrechters niet op de zomerspelen.
Het zijn de teamspelers die het voor Utrecht moeten doen. Wielrenner Fedor den Hertog woont in zijn jeugd in Linschoten en Woerden en wordt in een ziekenhuis hier geboren. In 1968 snelt hij met Joop Zoetemelk, René Pijnen en Jan Krekels naar het goud op de 100 kilometer voor ploegen. Vier jaar later is er brons voor hem, dan met Hennie Kuiper, Cees Priem en Aad van den Hoek aan zijn zijde. In de plas van de laatste wordt een verboden middel aangetroffen.
Marieke van Drogenbroek en Marty Laurijsen maken in 1984 deel uit van de bronzen vrouwenacht. Hockeykeepster Det de Beus wint goud in 1984 in Los Angeles en brons in 1988 in Seoul. Hockeyer Jacques Brinkman grossiert in medailles: brons in 1988, goud in 1996 en goud in 2000. Zwemster Diana van der Plaats is in 1988 lid van zilveren estafetteploeg op de 4 x 100 meter wisselslag. Florentine Steenberghe en Carol Thate zijn hockeyster in de bronzen formatie van 1996
In de pas begonnen nieuwe eeuw roeit Tessa Apeldoorn naar zilver met de vrouwenacht. Simone Koot is in 2008 lid van de stuntende vrouwen-waterpoloploeg. Klaas Vermeulen is in 2012 de enige in Utrecht geboren hockeyer in de zilveren formatie. Hockeyster Laurien Leurink krijgt in Rio eveneens het zilver omgehangen.
Kanshebbers op de individuele onderdelen hebben zich in de loop der jaren ook nauwelijks aangediend. Geesink zelf neemt alleen in zijn gouden jaar deel aan de Olympische Spelen. In 1960 heeft hij zich als worstelaar gekwalificeerd maar is niet welkom omdat hij als judoleraar 25 gulden in de week verdient. In 1968 in Mexico is judo geen Olympische sport. Vanaf 1972 wel maar dan is de 38-jarige Anton te oud.
Rob Druppers is in 1984 in Los Angeles favoriet op de 800 meter maar haakt in de voorbereiding af met een hamstringblessure. De atleet behoort vier jaar later niet meer tot de kanshebbers en wordt in de kwartfinale van de 800 meter uitgeschakeld. Dafne zelf is in 2012 in Londen actief op de zevenkamp. Verder dan de twaalfde plaats komt ze bij haar Olympische debuut niet. De enige andere Utrechtse bij de Spelen van Londen en Rio op een individueel nummer is de voor Curacao en Aruba zeilende Philipine van Aanholt.