Zwervend bestaan drukt zwaar op BC Castellum

‘Voor een biertje en een bitterbal moeten we, bij wijze van spreken, naar de overkant van de straat’, aldus secretaris Irene van der Zwan. ‘En dat maakt me pissig, soms.’

Laveren tussen mogelijkheden en onmogelijkheden. Dat doet BC Castellum al een aantal jaar.  Sporthal Cultuurcampus (Vleuterweide) is één van de plekken waar BC Castellum terecht kan, Sporthal Fletiozaal en Sporthal Europahal zijn de andere twee.

‘De gemeente Utrecht kent een Zaalverdelingscommissie die jaarlijks bij elkaar komt en waarin alle zaalsportverenigingen zitting hebben. Daar wordt beslist waar en wanneer we ergens terecht kunnen. Het is dus altijd maar afwachten hoe het schema er voor ons uit komt te zien. Het gebeurt ook dat we halverwege het seizoen moeten overstappen naar een andere hal. Omdat het zaalhockeyseizoen dan begint.’Ideaal is het niet. En al zeker niet voor het creëren van het verenigingsgevoel onder de leden. ‘Welgeteld één keer per jaar is de hele club samen. Dat is op de clubkampioenschappen. Maar die worden dan noodgedwongen gehouden in een zaal zonder horecacapaciteit. Van ’s ochtends 9 tot ’s avonds 8 zitten we op een houtje te bijten, tenminste als we zelf niets ondernemen. We hebben dan maar zelf een soort koek-en-zopie gemaakt. Zo heeft onze jeugdafdeling een heel betrokken activiteitencommissie. Ze organiseren onder meer pannenkoek ochtenden, maar dat is altijd buiten de deur.’Zo, dat is er uit. Van der Zwan (49) heeft verder overigens geen klagen. BC Castellum is financieel gezond en heeft een grote jeugdafdeling met zo’n honderd jongens en meisjes. Ze trainen onder meer op zaterdagochtend in de sporthal van de Cultuurcampus en doen dat met veel enthousiasme. ‘Een mooie hal, mooie vloer. En alle lof voor de beheerder. Het ziet er altijd schoon en verzorgd uit. De vrijwilligersposten zijn bij onze club redelijk bezet, hoewel er altijd een tekort is. Net als bij praktisch alle andere sportverenigingen.‘Bij gebrek aan (horeca)ruimte nemen we plaats op een bankje aan de rand van één van de negen trainingsvelden. De bedrijvigheid op de achtergrond stoort het gesprek allerminst. De aanwijzingen komen van jeugdtrainer Ernst Kneefel. ‘Kneefel is een bekende naam in de badmintonwereld’, weet Van der Zwan. ‘Ernst is een neef van Robbie, voormalig bondscoach. Hij traint ook onze senioren.’

De posten zijn dan wel redelijk bezet, maar er zijn niet genoeg manschappen beschikbaar om van BC Castellum een écht prestatieve vereniging te maken, is Van der Zwan realistisch. ‘Wanneer je als club hogerop wil spelen vergt dat extra inspanningen van spelers, ouders, vrijwilligers. Voor dit moment ben ik blij met stabiliteit.’

Helaas moet de echt begenadigde jeugd verkassen naar elders om zijn of haar kwaliteiten optimaal te benutten. ‘Er zijn vijf badminton-academies verspreid over het land: Amersfoort, Almere, Den Haag, Heerenveen en Hoensbroek. We hebben in de loop der jaren al wel talent afgeleverd. Zo is er Meike Versteeg (16), zij speelt in de Eerste Divisie – het één na hoogste niveau – bij BC Amersfoort, dat is voor haar ook dicht bij de academie.’ Deze ochtend traint ook jeugdspeelster AlisiaLerrick. ’Zij speelt bij ons al bij de senioren in Team 2 dat komt uit in de Tweede Klasse.’Een nieuw huis, een nieuw kind, luidt het gezegde. En dat maakt dat veel jonge jeugd in Leidsche Rijn woont en op zoek gaat naar een sportclub. Een gegeven waarvan Van der Zwan c.s. inventief gebruikt maakten. ‘Veel verenigingen in deze omgeving hebben wachtlijsten. Bij ons staan de deuren open. Als de jeugd wil sporten, zijn ze bij ons welkom. En dat gebeurt dus ook, gezien de grootte van onze jeugdafdeling. Aan ons vervolgens de taak om ze ook bij onze club te houden.’De omvang van de  jeugdafdeling, dat is wat BC Castellum onderscheidt van de vier overige Utrechtse badmintonclubs, althans degenen die zijn aangesloten bij Badminton Nederland, zoals de bond (voordien bekend als NBB) sinds 2010 heet. USV Hercules (omni-sportvereniging), het traditioneel bekende Iduna - uitkomend in de Eerste Divisie -, Helios (studentensport) en DVS KotoMisi zijn de andere clubs in de Domstad. Zij kennen, volgens Van der Zwam, minder leden in de jongste leeftijdscategorie. ‘Verder is badminton gewoon een gezellige sport. Iedereen kent elkaar.’Badminton heeft  een tekort aan vrouwelijke spelers. Daar is in ieder geval medisch secretaresse Van der Zwan niet debet aan. Hoewel ze toch niet behept is met het badminton-gen. ‘We verhuisden met ons gezin twintig jaar geleden van Den Haag naar Nieuwegein en wilden ons aansluiten bij een sportclub. Dat werd badminton. Gaandeweg zijn we steeds enthousiaster geworden voor deze sport. Toen we tien jaar geleden naar Leidsche Rijn verhuisden, zijn we overgestapt naar BC Castellum. Ik speel nu samen met mijn man competitie, in hetzelfde team. Maar onze twee zoons lachen ons vermoedelijk, achter onze rug om, uit vanwege ons niveau. Zij zijn zoveel beter. De jongste (20) speelt bij BC Amersfoort in de Vierde Divisie, de oudste (23) bij BV Houten.’En dat heeft alles te maken met de leeftijd waarop de kinderen van Van der Zwan in aanraking kwamen met de sport. ‘Mijn man en ik waren natuurlijk al wat ouder, maar onze zoons zijn heel jong begonnen. Vanaf zes, zeven jaar kunnen kinderen gaan badmintonnen. Op die leeftijd namelijk is er pas sprake van een goede hand-oogcoördinatie. Mijn man en ik startten met een achterstand die we natuurlijk nooit meer konden goed maken. Maar het voordeel van badminton is dat je het tot op hoge leeftijd op je eigen niveau kunt blijven spelen. Zo hebben we een 55+-groep waarvan het oudste lid al in de zeventig is.’

Middels mond-tot-mondreclame, het uitdelen van flyers en een actieve deelname aan de recente Nationale Sportweek, hoopt BC Castellum het ledenbestand op peil te houden. Dat lukt behoorlijk.

Alleen die vermaledijde horecaruimte. ‘Dat is wel een pijnpunt’, bekent Van der Zwan. ‘De Fletiohal beschikt over een soort bestuurskamer. Daar hebben we een koelkastje neergezet. Aan de overkant van de straat van de Cultuurcampus kunnen we zo nu en dan beschikken over een soort huiskamer. Ook daar hebben we een koelkastje staan. Die locatie hebben we gevonden via JoU, een stedelijke organisatie gericht op jongeren tussen de 12 en 20 jaar. Die heeft daar een pand ter beschikking. Daar moet je echter ook maar zelf achter zien te komen.’Uitgerekend in de hal waar competitie wordt gespeeld, Sporthal Europahal, is er niets. Gelukkig is er sprake van enige behulpzaamheid onder de sportclubs in Leidsche Rijn, ervoer BC Castellum laatst. Van der Zwan. ‘Korfbalvereniging Fiducia heeft ons onlangs een keer de helpende hand toegestoken. Ze spelen in Sporthal Oudenrijn, een eindje verderop. Speciaal voor ons hebben Fiducia-leden op hun vrije zaterdagavond achter de bar gestaan. Dat was geweldig natuurlijk. Maar of dat een structureel karakter krijgt, is de vraag. Daarom blijven we verder kijken. We willen uiteindelijk gewoon een vaste plek waar onze leden terecht kunnen. Voor een training, een wedstrijd en na afloop een biertje en een bitterballetje.‘  

Vorige
Vorige

Zoektocht naar het oude clubgevoel

Volgende
Volgende

Kegelhuis UKB dreigt om te vallen