Blok

In de dagen daarna geselde ze haar opponenten met die oogstrelende, lange pas. Zo soepel, zo gracieus. En bij de BBC kwamen ze steevast woorden te kort om het fenomeen te omschrijven. Van ‘poetry in motion’ tot ‘She’s the future of athletics’; het kwam allemaal langs.En gelijk hebben ze; ze ís een fenomeen. Al was het maar omdat ze spot met de ijzeren wetten van de 400 meter. Ze neemt er een loopje mee, zogezegd. De 400 meter is immers een gruwelafstand, een hel. En alleen de dapperen kiezen voor deze discipline, omdat de verzuring zo’n grote rol speelt. Iedere atleet die in de startblokken zakt weet dat na pakweg 300 meter die muur van pijn wacht, het lichaam honderd meter lang wordt gemarteld voordat de bevrijdende finishlijn wordt bereikt. Eerst het melkzuur, dan het zoet.Zo niet Femke Bol.Zodra de rest een grimas laat zien op het gelaat, zodra de pas verkrampt en het lopen werken is geworden, overleven, lijkt Femke Bol haar mondhoeken lichtjes op te trekken. Een glimlachje waarmee ze maar wil zeggen; ik heb jullie. Want zelf voelt ze die kwelling niet, ze trekt ze die fraaie looppas gewoon door, richting winst. Even gracieus, even soepel. Als ware het een wonder.Alsof zich in haar spieren geen lactaat ophoopt, alsof ze überhaupt geen lactaat aanmaakt, alsof sprake van een genetisch dingetje. Nee, geen fout of afwijking – noem het een genetische gunst. Maar zelf houdt ze de verklaring simpel; ze ontdekte op haar 15 jaar al dat ze verkramping kon negeren. Dat ze ‘een soort blok in haar hoofd zet’ zodra ze merkt dat haar benen niet graag meer willen.Dat ze dus weldegelijk die verzuring voelt. Ik geloof er geen snars van.

Vorige
Vorige

Einde aan een mooie reeks: 1-3

Volgende
Volgende

Jong Utrecht verliest van Dijkhuizen