Chagrijn
Eeuwen geleden hingen de baliekluivers op de reling langs de Oudegracht en wachtten op een seintje van ‘beneden’ om te helpen bij het lossen van de schepen. Met een uur of wat werk hadden ze weer wat centen en het gezin ’s avonds wat te eten. Zo’n twee eeuwen later is het laden en lossen dan wel verplaatst naar grootscheepse distributiecentra aan de rand van de stad en is de Oudegracht eerder een langgerekt terras, als de economie in elkaar dondert staat Jan-met-de-pet weer aan de balie. Nu van het UWV.Mopperaars moeten het zijn geweest, die baliekluivers, maar Utrechtse mopperaars. In het chagrijn zat de humor. De voorgevel van de Winkel van Sinkel aan de Oudegracht leunt al 180 jaar op de vier pilaren in de vorm van evenveel dames van stand. En elke keer als ik er langs loop groet ik de Britse hoeren, want zo noemden de baliekluivers de dames, die vanuit Engeland over de Noordzee naar de zwaaikom aan de Oudegracht werden verscheept.Het bronzen beeld van Ad Jenner had ik liever dáár gezien. Maar vooruit, de Gaardbrug is ook mooi. Opvallend in het figuratieve beeld is de kromming van zijn rug, uit één stuk. Even kwetsbaar en krachtig als dat beeld langs van de A27, ter hoogte van de Krommerijn, ter ere van de strijd tegen het oprukkend asfalt. Niet meer dan een oud boomstammetje op een gemetselde sokkel, in de loop van 35 jaar tijd langzaam opgeslokt door het wassende groen.Toch staat het beeld in al z’n eenvoud als een huis. De wond van 24 september 1982 en de kap van 465 bomen is nooit geheeld, we vergeten het niet. Net als die uitspraak van minister Henk Zeevalking (Verkeer en Waterstaat) van het o zo groene D66, die het eeuwenoude landgoed Amelisweerd afdeed als ‘die rij struiken’.Net als destijds, zal de strijd om het bos – geliefd onder zoveel vrije sporters in de stad – bitter zijn. Geen greintje humor, niet het kleinste glimlachje, zelfs niet in ons chagrijn.