Coach Pim Scherpenzeel weet Protos bezig te houden

Bij Protos spreken ze in jubelende woorden over zijn inbreng in het voorbije jaar. Pim Scherpenzeel vindt het zelf niet zo bijzonder. ‘Ik wilde een bijdrage leveren om iets gaande te houden. Beter dan niks, maar het blijft surrogaat.’ Vanuit zijn huis in Alphen aan de Rijn is hij doende met een nieuw webinar. Met ‘pittige’ stellingen en de inbreng van vijf mensen uit het volleybal, onder wie Daan van Haarlem, speler bij Taurus en voorheen ook Oranje en sinds kort technisch manager bij VV Utrecht. In het najaar organiseerde hij ook een webinar rond de spelverdeler met ex-international Yannick van Harskamp. Zoals hij ook de computerfilmpjes maakte voor elk van zijn speelsters bij zijn dames-één. ‘Beelden van wedstrijden, beetje plakken en knippen en wat commentaar erbij. Let eens op de blokkering, bijvoorbeeld.’ 

Afgebroken competities, lege tribunes, talenten die stagneerden in hun ontwikkeling en nauwelijks kampioenschappen om te vieren of stralende sterren die op het speelveld konden worden bewonderd. En toch. Hoe schraal het sportjaar 2020 ook was, veel ging wel door. Anders, aangepast. Namens de gemeente Utrecht zet SportUtrecht deze sporters, vrijwilligers en initiatiefnemers in een feestelijke online bijeenkomst op 10 februari in het zonnetje.

Deze week presenteren we een vijftal voorbeelden; Sporten voor een Toekomst (SveT) van het Leger des Heils, Beter Bewegen met Yael, Karate kit van Floris Sujecki, topsporter Kaj Hendriks en we beginnen met sportcoach Pim Scherpenzeel. Over wat nog wél in 2020 kon en nu ook nog kan. En hoe.

 Scherpenzeel: ‘Bij Protos heeft iedereen heeft functies in commissies. Soms lastig als coach, maar het heeft z’n charme; het wij-gevoel, het sociale aspect. Met corona is de ziel uit zo’n club weggeslagen.’ Hij zag het gebeuren toen Sportcentrum Olympos in maart 2020 dicht moest en zijn team naar buiten werd gedreven. Trainen op beachvolleybalveldjes en een grasstrook in Hoograven, alles met restricties. Zo ging het ook toen Protos in september weer de zaal in mocht. Hij vulde het steeds creatief in, aangepast op het maximum van vier speelsters op het veld. ‘HZB,’ zegt Scherpenzeel. ‘Hou ze bezig, meer is het niet. Volleybal is zes tegen zes. Trainen is voor mij toewerken naar het weekeinde, dáár gaat het om. Het coachen van wedstrijden is mijn drive om te trainen.’In september begon de competitie weer, Protos kwam tot drie wedstrijden. ‘Bij een daarvan waren vier speelsters afwezig. Niet besmet of ziek, maar wel in quarantaine omdat anderen in het studentenhuis het virus wel hadden.’ En toch: ‘We waren blij dat we weer mochten.’Na drie duels gooide de tweede lockdown echter alles weer op slot. Scherpenzeel is geen opstandige burger, maar snapt gewoon niet dat sport niet wordt gezien als oplossing, maar als probleem. ‘Studenten hebben het moeilijk. Écht moeilijk, niet het moeilijk van prinsesjes. Ze volgen online colleges op hun kamertje, waar ze ook sit-ups en push-ups doen. Geen kroeg, geen sportclub. Juist in een levensfase waarin fysiek contact zo belangrijk is.’

Vorige
Vorige

Gymnaste Van Gils wordt steeds beter

Volgende
Volgende

Unieke training para- en valide atleten