‘De gehoorapparaten kunnen in’

Benen die niet meer zo snel doen wat de hersens willen, longen met minder lucht, een lijf dat strammer aanvoelt. Wie ouder wordt merkt dat lichamelijke inspanningen vaak niet meer zo vanzelfsprekend zijn.Reden te meer om in beweging te blijven, want oefening baart, ook op hogere leeftijd, kunst. En wat eveneens mooi meegenomen is: wie fit(ter) is, hoeft minder vaak een beroep te doen op de zorg. Het sportaanbod voor senioren groeit gelukkig. En bij fitness en wandelvoetbal gaan 'gezond' en 'gezellig' ook nog eens heel goed samen.De thee staat buiten te dampen bij Sporting '70. De mannen die net een potje hebben gevoetbald, 7 tegen 7 op een half veld, luisteren deze zondagochtend naar een enthousiasmerend praatje van Ron Verkuijl over 'wandelvoetbal'. Is dat misschien wat voor de oudere spelers die graag nóg wat relaxter tegen een balletje trappen? Een paar handen gaan omhoog, constateert de projectleider Walking Football, en gekend voetbaltrainer in het Utrechtse regionale voetbal, van de VSU tevreden.In samenwerking met de KNVB, FC Utrecht en Harten voor Sport wil de Vereniging Sport Utrecht (VSU) inwoners van Utrecht warm krijgen voor Walking Football: voetbal op een kwart veld, met kleine doelen en zonder te rennen. De afgelopen maanden ging Verkuijl bij alle voetbalclubs in de stad langs om uitleg te geven over het nieuwe voetbalaanbod dat past bij de fysieke mogelijkheden van 60-plussers. ‘Veel clubs weten nog niet wat het inhoudt, maar ik zie het enthousiasme inmiddels wel groeien.’Op één plek hoeft hij geen enkele uitleg te geven: bij de OldStars van FC Utrecht, de enige club voor Walking Football in de stad tot nu toe en tegelijk een mooi 'uithangbord'. ‘Lekker buiten sporten met leeftijdgenoten, wat wil je nog meer’, zegt teammanager John van den Boogaard. ‘Voetbal hoeft echt niet te eindigen bij een bepaalde leeftijd. We hadden vorig jaar iemand van 84 jaar die tot vlak voor zijn overlijden is blijven doorspelen.’ WelkomOp het kunstgras is een groep spelers intussen bezig met wat oefeningen: inspelen, doortikken. Straks volgt een onderling partijtje, maar het accent ligt niet op winnen. Van den Boogaard: ‘We maken geen onderscheid tussen betere en mindere spelers. Iedereen is welkom, maar het is wel handig wanneer iemand affiniteit met voetbal heeft.’ De gezelligheid en het onderlinge contact in de kantine zijn minstens zo belangrijk als het spelletje met de bal. ‘Iedereen komt hier, van bouwvakker tot advocaat. Er wordt veel gelachen, maar er wordt ook verdriet gedeeld. En als iemand een paar keer niet is geweest, hang ik aan de bel om te vragen of alles wel goed gaat.’Onlangs nog organiseerden de OldStars op sportcomplex Zoudenbalch een toernooitje voor clubs uit de regio. En van tijd tot maken de wandelvoetballers ook 'buitenshuis' reclame voor Walking Football, bijvoorbeeld via demonstratietrainingen. ‘In de regio slaat het wat sneller aan’, aldus Verkuijl. ‘Anders dan in de stad blijven spelers in plaatsen als Maarssen, Nieuwegein en Houten ook na hun actieve jaren vaak betrokken bij de club waar ze begonnen. Dat maakt de stap naar Walking Football kleiner. Voor clubs in de stad is het een prima aanleiding om oud-leden weer aan zich te binden.’ Verkuijl is ervan overtuigd dat wandelvoetbal snel terrein zal winnen. ‘Het aantal 60-plussers wordt steeds groter, het is vooral een kwestie die groep bekend te maken met de mogelijkheden. Daar blijven we samen met OldStars hard aan werken.’ Op het kunstgras begint het wedstrijdje. ‘De gehoorapparaten kunnen in’, roept iemand. Gelach op het veld. De benen zijn misschien wat trager, maar de voetbalhumor blijft hetzelfde. StomOok tijdens het fitnessen voor senioren in de gymzaal van De Halter is de sfeer bijzonder ontspannen. Fitness leuk? Een blondharige dame lacht hard. Kom nou, jongen. ‘Op een step staan is hartstikke stom, hoor. Maar ik blijf er wel fit door.’ Haar buurvrouw Dini Brinkman (78) denkt er anders over. ‘De combinatie van activiteiten spreekt me erg aan: eerst wat speelse circuitjes doen in de gymzaal en vervolgens naar de fitnessruimte. En ik heb door het trainen echt meer energie gekregen om dingen te doen.’ Brinkman behoort tot de groep ouderen die één of twee keer per week in De Halter meedoet aan VUT-fitness. Trainer Mustafa Karaduman geeft de groep al jaren les. ‘De Halter was oorspronkelijk alleen voor worstelaars, maar de club groeit steeds meer uit tot een beweegcentrum met een gevarieerd aanbod aan activiteiten waar iedereen uit de wijk terecht kan.Het aantal ouderen groeit alleen maar, dus is het belangrijk dat ze hier ook in beweging kunnen komen. De Halter heeft echt een maatschappelijke functie.’Die woorden worden beaamd door collega-trainer Prisha Arjun Sharma: ‘De deelnemers wonen bijna allemaal in de buurt en komen hier lopend of met de fiets naartoe. Ze hebben de tijd, want de meesten zijn gepensioneerd.’ Volgens de Utrechtse Sportnota behoren ouderen tot de kwetsbare groepen bewoners die extra baat kunnen hebben bij sporten en bewegen. Met die kwetsbaarheid houden de trainers in de lessen rekening, bijvoorbeeld in de vorm van oefeningen die de kans op vallen verkleinen.Prisha: ‘Dat overkomt ouderen vaker dan gemiddeld, daarom besteden we geregeld aandacht aan bijvoorbeeld balansoefeningen. We merken dat deelnemers dat ook prettig vinden.’ Er wordt ook samengewerkt met zorgaanbieders in de buurt, zegt Mustafa. ‘Denk aan huisartsen en fysiotherapeuten die ouderen naar ons verwijzen, maar ook het buurtteam en Harten voor Sport zijn partners. En wanneer wij de indruk hebben dat een deelnemer niet in een goed vel zit, sturen we die op onze beurt naar een huisarts.’ De circuitjes in de gymzaal zitten erop, de deelnemers lopen naar het fitnesshonk. Intussen gaat het gesprek over een Syrisch restaurant dat onlangs de deuren opende in de stad. Is het misschien een idee daar eens met de groep naartoe te gaan? Brinkman ziet het idee wel zitten. ‘Fitness is voor iedereen tegelijk een gezellig uitje: bijpraten en achteraf een kop koffie drinken is minstens zo belangrijk als bewegen. En een paar keer per jaar gaan we ergens wat eten. Ja, we zijn in de loop der tijd een hechte groep geworden.’

Vorige
Vorige

Honderden miljoenen nodig voor meer gymles in basisonderwijs

Volgende
Volgende

Cartoon