De magie van Jan Groenendijk

Het was immers ook de tegenstander uit Deventer die destijds, 30 augustus 1970, als eerste opponent van FC Utrecht in eigen huis fungeerde; de openingswedstrijd van het seizoen werd bij Feyenoord met 4-1 verloren. Het duel tegen Go Ahead zullen de fanatieke supporters van de fusieclub zich ongetwijfeld nog herinneren omdat, in een kolkend Galgenwaard, met 4-1 werd gewonnen.Matchwinnaar werd die middag een zekere Jan Groenendijk (twee goals) die zich het jaar daarvoor in de kijker had gespeeld als topscorer van Elinkwijk. Het was dan ook geen wonder dat de nieuwe trainer Bert Jacobs aandrong op de komst van ‘lange Jan’ toen de fusie eenmaal beklonken was en hij als nieuwe trainer was aangesteld, nadat Evert Mur had afgezegd. En van die beslissing zou de rossige oefenmeester geen moment spijt krijgen, Jan zou het gaan maken in zijn eerste twee seizoenen.Groenendijk was in alles het tegengestelde van de huidige spits Sebastien Haller. Technisch niet al te vaardig, maar wel supersnel op de eerste meters. Qua kopkracht zouden beide spelers wel enigszins met elkaar vergeleken kunnen worden, hoewel beiden geen specialisten zijn op dat gebied. Groenendijk had het geluk dat hij furore maakte in een ploeg die aanvallend voetbal probeerde te spelen, nadat de fans in Galgenwaard jarenlang gewend waren aan het degradatievoetbal van DOS. Het leidde er toe dat Groenendijk 18 doelpunten maakte in 34 duels, een daarmee derde werd op de topscorerslijst van het seizoen ‘70-‘71.De seizoenkaarthouders van FC Utrecht, Vak P, hebben het nog regelmatig over Jan Groenendijk en zijn ... Bent u geïnteresseerd om dit hele artikel te lezen? Dat kan. U heeft daarbij drie mogelijkheden:-          U kiest voor een abonnement op de papieren krant-          U kiest voor de digitale krant-          U bestelt een losse uitgave van de krant waarin dit artikel gepubliceerd isNadat wij uw gegevens ontvangen en verwerkt hebben, wordt het artikel zo spoedig mogelijk aan u verstuurd.   

Vorige
Vorige

‘Bridge houdt je uren van de straat’

Volgende
Volgende

Voetballen als steuntje in de rug