Diede van Oorschot kiest voor shorttrack

In Europa bestaan twee internationale competities voor jonge shorttrackers: een voor West-Europa (de Star Class Competitie waar Nederland aan meedoet) en een voor Oost-Europa (Danubia Cup). De top 8-rijders per leeftijdscategorie worden uitgenodigd voor de Junior Europa Cup Finale (maximaal drie rijders per land). Het toernooi werd echter, net als alle andere sportevenementen die in deze periode op de agenda staan, afgelast. SnelheidDiede begon haar schaatscarrière met langebaanschaatsen en vanaf haar negende jaar heeft ze zich toegelegd op shorttrack bij HC De Vechtstreek. ‘Mijn ouders schaatsten ook al op natuurijs en wij wonen slechts op een kilometer van de Vechtsebanen dus dat is echt een thuisbaan voor me.’ Het schaatsen leerde ze spelenderwijs met vriendinnetjes, maar ze wilde meer. ‘Het ging letterlijk met vallen en opstaan’, lacht ze. ‘Even ben ik met het langebaanschaatsen gestopt maar dat wilde ik er toch graag bij blijven doen. De techniek van het langebaanschaatsen komt mij ook weer van pas bij shorttrack dus zo lang dat samengaat, dan blijf ik dat doen.’Wanneer ze een keuze moet maken bij gelijktijdige wedstrijden, dan weet ze het wel. ‘Dan zal dat shorttrack zijn.’ Het is vooral de snelheid dat de inwoonster van het Utrechtse Zuilen een kick geeft. ‘Om snel door de bochten te gaan is leuk maar daarnaast ook het inhalen natuurlijk. Het is zaak om het ‘spel’ goed te lezen, vooral op de langere afstanden. Dan moet je niet te veel onnodige energie verspillen.’ Vooraf aan een wedstrijd is er altijd overleg met haar coach. ‘Vaak is het afstemmen op de tegenstanders maar in een race loopt het soms anders, dan moet je zelf je plan kunnen trekken. Het is dan zaak om niet te ongeduldig te worden, soms is dat best wel stressen omdat je zo graag naar voren wilt’, legt de 5de jaars studente van het Stedelijk Gymnasium uit. Buitenom inhalen Diede van Oorschot vindt het maar wat leuk om buitenom in te halen bij shorttrack. ‘Dat kan op de 500 meter, de korte afstand, niet want dan ligt de snelheid te hoog en moet je er direct bij zitten. Bij een 1.000 meter of 1.500 meter kan je wel goed buitenom komen. Wel kost dat extra energie dus dan is het zaak het te doen als het nog niet te hard gaat.’Bij het RTC, het Regionale Trainings Centrum traint ze doordeweeks bijna dagelijks, de ene dag één keer, de andere dag twee keer. ‘In het weekend zijn er in deze tijd van het jaar veel wedstrijden om in het ritme te blijven, door-de-week doe ik aan hardlopen. In de zomermaanden is er vaak meer tijd tussen de wedstrijden, dus dan pak ik graag de racefiets om te trainen met langere fietstochten. Olympische Spelen Zoals bij veel jeugdige en talentvolle sporters is in actie komen bij de Olympische Spelen ook voor Diede van Oorschot het ultieme doel. ‘Dat is inderdaad mijn droom, daar wil ik echt naar toe en dan niet alleen om te kijken maar om mee te doen. Het is zaak progressie te blijven boeken en steeds beter te worden. Door mee te doen aan de Jeugd Olympische Spelen in Lausanne heb ik al kunnen ervaren hoe groots het van opzet is en ook wat een publiek eropaf komt. Het is sowieso al speciaal om voor je land uit te mogen komen dus ik ga er alles aan doen om ook op dat allerhoogste podium erbij te zijn.’

Vorige
Vorige

Mogelijkheden basketbal BeNeLeague verder onderzocht

Volgende
Volgende

Luinge floot duel in Hooglanderveen