Einde carrière met winnende goal voor VZC

Toch heeft hij er weinig moeite mee afscheid te nemen na een sport-loos jaar. ‘Het zat er toch al aan te komen en als de situatie dit niet toe laat, c'est la vie. Ik kan me er niet te druk om maken.’ Dynamisch en tactisch Op zijn negende jaar begon Brouwer met waterpolo nadat hij eerst aan wedstrijdzwemmen had gedaan. ‘Dat was een beetje saai, met een bal in het water erbij vond ik het een stuk interessanter. Het mooie aan het spelletje is dat het ontzettend dynamisch is, je bent aanvaller en verdediger tegelijk en je moet altijd alert zijn. Er zijn geen rustmomenten. Waterpolo is één van de zwaarste sporten ter wereld, dit zorgt ervoor dat je ontzettend fit moet zijn om de hele wedstrijd 100% te kunnen geven. Door de vele speelstijlen in de sport is het ook een tactisch spelletje. Minder leuk is het moment dat je het koude water in moet springen, elke training en wedstrijd weer.‘Het feit dat ik linkshandig ben, heeft in het water een ontzettend groot voordeel. Je bent vanaf de rechterkant een dreiging en de keeper en de verdediging moeten zich op die kant focussen. Die dreiging is dan ook wel een kracht van mij. Ik heb ook een aardig schot waardoor je een meerwaarde voor het team bent. Mijn kracht buiten het water is lastig om te zeggen, maar ik zou mezelf bestempelen als people manager. Ik kan met de oudere en jonge jongens goed opschieten en weet vaak wat er bij iedereen speelt. Hier praat ik dan met ze over. Ook weet hoe ik elke speler moet benaderen en kan motiveren’, aldus Brouwer die momenteel werkzaam is als Verkoper Binnendienst bij Heuvel Horeca | 24Horeca. VZCHij heeft altijd met veel plezier in Veenendaal gespeeld en wenst zijn club het allerbeste. ‘Ik hoop dat de inzet van de trainers en coaches van de jeugd wordt beloond. Bij VZC wordt zo ontzettend hard gewerkt aan een opbouw van een goede basis. Je bent uiteindelijk altijd afhankelijk van welke jonge spelers zich goed ontwikkelen en of je hier een goed team van kan bouwen. VZC moet gewoon doorgaan waar ze mee bezig zijn. Met een goede basis van Veenendaalse jongens en eventueel wat versterkingen van buitenaf om bovenin de competitie mee te kunnen draaien.’Wanneer hem gevraagd wordt naar zijn meest bijzondere moment als waterpolospeler, kan hij er niet direct één opnoemen. ‘Dat zijn er meerdere, ik kan echt geen keuze maken. De promotie naar de hoofdklasse blijft een prachtig moment. De Manmeer! beker die we wonnen van Vlaardingen in Barendrecht, De Manmeer! beker in Heerenveen en de diverse Nederlandse titels met het jeugdteam. Het was allemaal prachtig.’ Nederlands teamJonie Brouwer kwam zelf dus uit voor Jong Oranje, voor velen is vervolgens het spelen voor het ‘grote’ Oranje de volgende stap en vooral de grote wens. De Veenendaler dacht daar anders over. ‘Ik heb inderdaad bij Jong Oranje gespeeld, maar ik besloot er toch maar mee te stoppen. Ik mocht met diverse toernooien mee en hoefde mijzelf hier niet voor te bewijzen. Maar mentaal kon ik het niet opbrengen om op dit niveau, wat er allemaal van je verwacht wordt, te presteren. Het werd mij te veel. Als je terugkijkt denk ik wel eens, had ik het niet anders kunnen doen? Ja, misschien wel, die keuze heb ik echter op dat moment op gevoel gemaakt en daar heb ik geen spijt van.’Hij volgt het nationale mannenteam uiteraard wel. Gevraagd naar zijn reactie op het missen van de Olympische Spelen is hij kort: ‘Zij waren zó dichtbij kwalificatie. Ze kwamen net tekort. Je ziet die mannen er veel tijd en energie insteken. Ik denk dat de grotere landen helaas net een stapje verder zijn.’ Cap Brouwer, de man met het ziedende schot, speelde jarenlang bij VZC met capnummer 2. Hij sloot zijn carrière echter af met capnummer 12 en dat had een speciale reden. Het was het nummer waar zijn overleden broer Martijn mee speelde. ‘Ik vind normaal gesproken capnummers niet zo belangrijk. Maar ik wilde dit nummer, wat voor hem wel belangrijk was, opvolgen. Ik heb nummer 12 dus gekozen om mijn broer te eren, wij speelden veertien of vijftien jaar samen in het eerste team en daar wilde ik recht aan doen. Ik ben toch blij dat het wisselen van de capnummers mogelijk was.’Op de vraag of hij het spelletje niet gaat missen en hoe vaak ze hem hebben gevraagd om er toch nog een jaartje aan vast te plakken, moet Jonie Brouwer lachen. Hij grapt: ‘Nee, dat is mij nog nóóit gevraagd.’ Om er direct aan toe te voegen ‘Dat vragen ze mij bijna wekelijks, maar het is goed zo. Wel heb ik tegen coach Guido Schreuder gezegd dat wanneer de nood echt aan de man is, ik mee zal doen.’Brouwer zal wel degelijk meerdere aspecten als speler van de eerste waterpoloklasse missen, maar niet alles. ‘De uitwedstrijden, vooral die ver weg waren of op zaterdagavond om 21.45 uur, ga ik niet missen. Ook ben ik blij dat ik van de verplichtingen wat er van een basisspeler van het eerste team wordt verwacht, af ben. Wat ik wel ga missen zijn de beladen wedstrijden en het volle zwembad met thuis en uitsupporters. Dat is toch waar je het voor doet.’Of er nog een afscheidswedstrijd wordt georganiseerd, daar maakt hij zich niet druk om. ‘Ik hoop dat we volgend seizoen weer lekker kunnen poloën, dan zal er vast wel het één en ander georganiseerd worden.’ Hij spreekt over ‘we’ omdat hij het poloën niet helemaal opgeeft. ‘Ik hoop de komende jaren nog te kunnen poloën met vrienden in een lager team van VZC’.

Vorige
Vorige

Extra vitamine D voor een betere sportprestatie?

Volgende
Volgende

Goldrace goede opsteker voor Kelderman, Van Aert wint