Genieten van crossen door de blubber

Zoals de naam al aangeeft is veldrijden fietsen over onontgonnen terrein, over zandpaden en door geulen, met natuurlijke obstakels die al dan niet lopend bedwongen moeten worden. Na een nacht van strenge vorst kan een toch al lastig modderig parcours ineens veranderd zijn in een glibberige glijbaan. Maar geen crosser die niet zal starten. Het hoort erbij. Zoals ook gesloopt materiaal erbij hoort. Veldrijden is bidden dat de ketting er niet afloopt of zelfs breekt, dat je kunt blijven schakelen en verschoond blijft van een lekke band. Vlaamse cultuurSinds halverwege de jaren zestig van de vorige eeuw wordt het veldrijden gedomineerd door Belgen. Eric de Vlaminck, met zeven wereldtitels recordhouder, gaf de aanzet tot een ongekende populariteit. De cyclocross zit in de Vlaamse cultuur verankerd, te vergelijken met de schaatssport in Nederland. Tienduizend toeschouwers bij een cross is bepaald niet uitzonderlijk. VIPS bevolken graag dure sponsortenten, waar je voor een speciaal arrangement duizenden euro’s moet neertellen.Chauvinisme, om niet te zeggen nationalisme gelet op de gele vlaggen met de Vlaamse leeuw, is nooit ver weg en wanneer een Nederlander het waagt op kop te rijden moet hij zich voorbereiden op bier in zijn gezicht zoals Richard Groenendaal en Lars Boom ondervonden.De meest populaire onder de Belgische veldrijders is Sven Nys. Hij was de eerste acrobaat in de cyclocross, wipte dankzij zijn technische vaardigheden met fiets en al over balken die door een organisatie als kunstmatige hindernis in een parkoers waren opgenomen. De anderen moesten van de fiets en zagen de Kannibaal van Baal in de verte verdwijnen. Nog steeds is Nys aan het veldrijden verbonden, hij is sportief manager van Telenet Fidea Lions, de ploeg van Lars van der Haar. Korte beentjesWijlen Jean Nelissen bracht de sport in Nederland onder de aandacht van een groter publiek. Hij repte begin jaren tachtig van de korte beentjes van Reinier Groenendaal die moest opboksen tegen de lange stelten van Hennie Stamsnijder. Het waren de eerste Nederlanders die het Belgische bastion kraakten, zij het dat alleen Stamsnijder zich liet kronen tot wereldkampioen (1981). Groenendaal moest een generatie wachten tot zoon Richard de regenboogtrui veroverde (2000). Daarvoor waren ook Adrie van der Poel (1996) en Henk Baars (1990) mondiaal de beste geweest.Nu is er weer een Nederlander die de Belgen tot wanhoop drijft. Mathieu van der Poel, zoon van Adrie, rijgt de overwinningen aaneen. Slechts een renner kan hem soms bijbenen: Wout van Aert, de huidige wereldkampioen die Van der Poel, wereldkampioen in 2015, wel driemaal aftroefde in de belangrijkste cross van het jaar.De twee tenoren van het veldrijden incasseren naar verluidt een salaris dat bestaat uit zeven cijfers, alle voor de komma. En beiden zijn niet tevreden met het crossen. Van Aert lonkt nadrukkelijk naar de weg en lijkt gemaakt voor de klassiekers, terwijl Van der Poel ook niet vies is van successen op de weg maar vooral zijn zinnen heeft gezet op een olympische medaille in het moutainbiken.Nederland beschikt(e?) bij de vrouwen over ook een fenomeen: Marianne Vos. Zeven keer wereldkampioen met de status van onverslaanbaar, een lichtend voorbeeld voor veel meisjes die ook door het crossen in de blubber worden aangetrokken. Daardoor zijn er plotseling concurrenties opgestaan uit eigen gelederen, jonge meiden zoals Denise Betsema en Annemarie Worst die Vos graag van de achtste titel willen afhouden. Bovendien is de koningin van de coss door jarenlange roofbouw op haar lichaam niet meer onverslaanbaar. Lars van der HaarDe regio Utrecht heeft zijn eigen wereldtopper. Lars van der Haar nestelde zich als junior reeds bij de allerbesten en gaf die positie nooit meer prijs. Ook hij moet buigen voor de Grote Twee, maar de Woudenberger behoort nog altijd tot het selecte groepje directe belagers van Van Aert en Van der Poel. Een paar fraaie prestaties van de kleine terriër: twee keer wereldkampioen bij de beloften, twee keer Nederlands kampioen bij de profs en in 2015 de allereerste Europees kampioen bij de profs. ‘Vooraf was ik nerveus. Maar ik heb alles gegeven en dit doet me heel veel.’Voor Van der Haar zijn de wintermaanden de belangrijkste periode van het jaar. De cross is zijn hoofdstiel, de weg is bijzaak, louter training. Enkele jaren geleden leek Martijn Budding in de voetsporen van Van der Haar te treden. De Veenendaler werd tweede op het WK voor junioren. Maar hij ging vol voor een loopbaan op de weg, vooralsnog geen onverdeeld succes nu zijn profcontract bij Roompot niet is verlengd. Budding weigert terug te keren naar het veldrijden en hoopt zich op een lager niveau (Beat Cycling) weer in de kijker te rijden.Verenigingen in de regio met een serieus oog voor veldrijden zijn Het Stadion in Nieuwegein, WTC Woerden, Eemland in Amersfoort en AXA Valleirenners in Veenendaal. 

Veldrijden speelt zich af in de wintermaandenHet seizoen loopt van pakweg september tot en met februari. Eind januari wordt altijd het WK gepland, sinds 2015 is er in het najaar ook een EK. Wereldkampioen is de Belg Wout van Aert, Europees kampioen Mathieu van der Poel, niet toevallig ook de twee die er met kop en schouders bovenuit steken.Er zijn verschillende internationale competities waarvan de wereldbeker de belangrijkste is. Geleidelijk wordt die steeds meer uitgebreid met al een paar jaar ook een oversteek naar Amerika. Maar ook het Superprestige-circuit heeft een grote status, terwijl in Belgïe bovendien nog gestreden kan worden om het DVV-klassement. Door de veldrijders wordt dan ook regelmatig geklaagd dat de kalender te vol zit, zeker wanneer ze in een weekeinde twee wedstrijden hebben die honderden kilometers uit elkaar liggen.In Nederland worden voor de niet-profs jaarlijks tientallen crossen georganiseerd, ook in midden Nederland, veelal aangeduid met de titel ‘nationale veldrit.’ In elke categorie kun je wel je krachten meten met anderen. Vaak zie je dezelfde gezichten en dat kan jaren doorgaan want wie eenmaal besmet is door het cross-virus kan nauwelijks wachten tot het wegseizoen voorbij is. Noord-Brabant is de provincie waar het veldrijden het meest populair is, met als uitschieters twee dorpen bij de Belgische grens, Hoogerheide en Huibergen.Het veldrijden werd in het verleden door menige wegrenner beschouwd als trainingsarbeid, een geschikte manier om in de winter de conditie op peil te houden. Maar je moet er wel op jonge leeftijd mee vertrouwd zijn geraakt en niet vies zijn van modder. Wie niks heeft met winterse omstandigheden en toch wil blijven fietsen kan ook kiezen voor de overdekte wielerbaan.Het veldrijden hoopt al heel lang op een olympisch label. Door de UCI, de internationale wielerunie, wordt al jaren gepleit om de cyclocross tot de Winterspelen toe te laten. Daarvoor moeten evenwel verschillende hobbels genomen worden. Zo is het nog niet eerder voorgekomen dat een sport, in dit geval wielrennen, zowel op de Zomerspelen als de Winterspelen tot het olympisch programma behoort. Ook de regels moeten worden aangepast. Die schrijven voor dat bij de winterspelen de ondergrond uit sneeuw of ijs moet bestaan. Regio UtrechtIn de regio Utrecht kunnen liefhebbers van de cross op verschillende plaatsen terecht. Er is de (nagenoeg wekelijkse) Midden-Nederland Competitie, waar de deelnemers naar sterkte worden ingedeeld. Voorts worden verschillende (nationale) veldritten georganiseerd.Enkele locaties zijn:- Nedereindseberg, tussen Utrecht en Nieuwegein (De Volharding en WV Het Stadion)- Sportpark Zielhorst, Amersfoort (WV Eemland)- Waardsedijk, Woerden (WTC Woerden)- Industrieweg, Soest (RTV Tempo Soest)- Waardgelder, Veenendaal, (AXA Valleirenners)- Horsterweg, Ede (WV Ede) Voor meer informatie zie http://www.knwumidden.nl/.

Vorige
Vorige

Jubilerende Doornsche IJsclub rekent op ijskoude winter

Volgende
Volgende

Van der Haar achtste in Zolder