Homoseksualiteit volgens profvoetballers onvoldoende geaccepteerd
Onder spelers bestaat veel draagvlak voor het bespreekbaar maken van homonegativiteit en maatregelen ter vergroting van de homo-acceptatie. Vooral als het gaat om maatregelen tegen homonegatieve uitingen door supporters en tegen de machocultuur in het betaald voetbal. Voor hun eigen rol en die van hun club daarbij hebben spelers maar beperkt oog.Enkele andere resultaten van de peiling zijn:• Volgens drie op de tien spelers worden in hun team regelmatig grappen of negatieve opmerkingen gemaakt over homoseksualiteit. Spelers zien dit soort homogerelateerde uitingen over het algemeen als onschuldige omgangsvormen die niet kwetsend bedoeld zijn.• Onder spelers is weinig draagvlak voor het bestraffen van homonegatieve uitingen van spelers zelf: de helft vindt dat scheidrechters niet in hoeven te grijpen.• Meer dan de helft van de profvoetballers kent een of meer homomannen in hun sociale omgeving, maar niemand kent een speler of stafleden in het betaald voetbal.• Gelovige spelers (veelal met migratieachtergrond) staan negatiever tegenover homoseksuele medespelers en maatregelen ter bevordering van de homo-acceptatie in het betaald mannenvoetbal.• Deze bevindingen zijn vergelijkbaar met die over homo-acceptatie in het mannentophockey.Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Alliantie Gelijkspelen (penvoerder John Blankenstein Foundation) en de Vereniging voor Contractspelers (VVCS). De resultaten ondersteunen de inzet van de Alliantie Gelijkspelen om de acceptatie van homo- en biseksualiteit in het (prof)voetbal te vergroten via agendering (o.a. dragen van regenboogaanvoerdersbanden) en voorlichting.