Jassen kunnen aan de kapstok door het Utrechtse straatvoetbal

Zonder terecht te komen in vechtpartijen tussen rivaliserende scharen supporters of met afschuwelijke spreekkoren werden geconfronteerd. Gewoon gezellig op zondagmiddag naar stadion Galgenwaard, de Koningsweg of het Theo Thijssenplein, waar Utrechters en aanhangers van de tegenpartij gewoon naast elkaar stonden, na het rustsignaal steevast de sigarettenreclame van Caballero was te horen en na het laatste fluitsignaal door de speakers de napraat in café Murk werd aanbevolen. Enige mondvoorraad in de binnenzak of centjes voor een warme worst hoorden er bij.De uitnodiging die Gert Jan Vader kreeg om het Utrechtse straatvoetbalelftal in 1960 te vertegenwoordigen op het Nederlands kampioenschap.Tel daarbij op het landskampioenschap in 1958 van DOS bij de profs en van Velox bij de amateurs en de term ‘Utrecht voetbalstad’ was in die jaren in heel Nederland een begrip. Die tijd is voor de wat oudere Utrechtse voetballiefhebber helaas pure nostalgie.Elke wijk in de stad had destijds een speeltuin met een zandbak, een pierenbadje en wat klimtoestellen. De kinderen, en met name de jongens, wilden echter voetballen. Sommige speeltuinbeheerders speelden daar prachtig op in. Zo was aan de Merwedekade speeltuin De Boog, waar beheerder Siem Wever de scepter zwaaide. Hij voelde de wens van de jeugd perfect aan en breidde zijn speeltuin uit met een voetbalveld. Weliswaar met een ondergrond van steentjes, maar met echte doelen. Dus de jassen konden aan de kapstok.De speeltuin bij het Noorderbad aan de Boisotstraat onder leiding van beheerder Henk Verdaasdonk deed hetzelfde. In meerdere wijken werden in razend tempo straatvoetbalteams samengesteld en het begin van het Utrechtse straatvoetbal was geboren. In eerste instantie vriendschappelijke potjes in speeltuinen of plantsoenen, maar in 1960 werd een heuse straatvoetbalcompetitie uit de grond gestampt.Andere gemeenten volgden in een razend tempo. Beheerder Siem Wever van de USLO (Utrechtse Stichting Lichamelijk Oefening, voorloper van de huidige Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling) van speeltuin De Boog speelde een cruciale rol bij het ontstaan van de Utrechtse straatvoetbalcompetitie. Hij stapte naar de USLO met feiten en cijfers over onderlinge wedstrijden tussen teams uit verschillende wijken. ‘Kunnen wij daar niet iets officieels van maken en is de gemeente bereid medewerking te verlenen?’, was zijn rechtstreekse vraag aan de heer Raspe, ambtenaar jeugdzaken bij de gemeente Utrecht.

De gemeente omarmde het voorstel en gaf de Wever c.s. toestemming een straatvoetbalcompetitie op touw te zetten. De gemeente stelde velden aan de Cervanteslaan, Weg der Verenigde Naties, Prinses Irenelaan, Boisotstraat en de Zuilenselaan beschikbaar en liet deze speelklaar maken door doelen te plaatsen en belijning aan te brengen, daar waar dat nog niet aanwezig was.

In 1960 namen twaalf straatteams deel aan de competitie, waaronder Merwede (met John van Doornik en Gert Jan Vader, beiden DOS ), Sportivia uit Zuilen (Ries Coté en Leen van der Merkt, beiden Elinkwijk ), Eigen Haard, eveneens uit Zuilen met Tonny Nieuwenhuys (Elinkwijk) in de gelederen en Hoograven met Abbes van Vliet (DOS) als meest bekende speler. Het team van Merwede mocht zich uiteindelijk de eerste straatvoetbalkampioen van Utrecht noemen.Een selectie uit alle deelnemende teams nam deel aan het landskampioenschap straatvoetbal, dat in Zwolle werd gehouden. De spelers werden middels een officiële aanschrijving van hun selectie in kennis gesteld en vertrokken met een door de gemeente beschikbaar gestelde touringcar naar de IJsselstad.Onder zeer grote belangstelling bereikte Utrecht de finale tegen Arnhem, die middels strafschoppen moest worden beslist. Toen tien spelers van beide teams tot een 7-7 gelijke stand kwamen, moest er toch een beslissing geforceerd worden. Besloten werd dat beide doelmannen drie strafschoppen op elkaar moesten nemen. De Utrechtse doelman Ab Wever ( Celeritudo) zag kans om de drie penalty's beheerst en onhoudbaar langs zijn Arnhemse collega te schieten en zelf een strafschop te stoppen. De sluitpost werd op de schouders van het veld gedragen.Het succes van het straatvoetbal was zo groot, dat aan het toernooi in 1961 liefst 36 teams deelnamen. Ook werd de competitie door de teams professioneler benaderd. Zo werd het team van het Zuilense Sportivia getraind door Hans Kraay senior, de stoere stopperspil van DOS en later Feyenoord. Het team van Merwede werd door niemand minder dan Tonny van der Linden op de nieuwe competitie voorbereid.

Maar de gemeente wilde na het succes van het eerste jaar de aandacht voor het toernooi optimaliseren. Er werd voorgesteld een openingsduel te organiseren tussen Sportivia en Merwede uit Rivierenwijk/Centrum en daar veel publiciteit aan te geven.

Die wedstrijd werd op het veld aan de Boisotstraat gespeeld en moest onder leiding staan van niemand minder dan de beste arbiter in die tijd, te weten Leo Horn uit Amsterdam. Hoewel de allerminst publiciteitsschuwe Horn de uitnodiging niet kon aanvaarden, omdat hij op die dag in het buitenland vertoefde, was hij de Utrechtse voetballertjes niet vergeten en stuurde een ‘leren knikker’ met daarop in witte letters ‘Leo Horn bal’.De openingswedstrijd werd niet alleen met de ‘Leo Horn bal’ gespeeld; de entourage rond de wedstrijd was compleet door de vrolijke klanken van harmonieverening ‘Electra’. De wedstrijd kreeg helemaal een officieel tintje toen de muzikanten het Wilhelmus ten gehore bracht en de beide teams in de houding hun prachtige tenue's aan de talloze toeschouwers konden tonen.Het team van Merwede, dat zich inmiddels had versterkt met Leo van Veen en Eddy Achterberg (beiden DOS) won de wedstrijd met liefst 6-1. ‘Kraaien niet opgewassen tegen Van der Lindens’ kopte het Utrechts Nieuwsblad de volgende maandag. De gemeente was officieel vertegenwoordigd door Raspe, die een beker overhandigde aan het winnende team, terwijl de aanvoerder van het verliezende elftal werd verrast met een mooie plant.De straatvoetbalcompetitie 1961 werd afgesloten met een kampioenstoernooi van de vier poulewinnaars: Merwede, Sportivia, COV en Linnaeus. De wedstrijden werden gespeeld op het veld aan de Prinses Irenelaan en leidden tot een finale tussen Sportivia en Merwede, een reprise van de openingswedstrijd. Die wedstrijd werd onder grote belangstelling met 3-0 door Merwede gewonnen, na een 0-0 ruststand. De strijd om de derde en vierde plaats werd door COV beslist: 3-0 tegen Linnaeus.

Door dit resultaat werd het elftal van Merwede afgevaardigd naar het landskampioenschap, dat op de velden aan de Zuilenselaan werd gespeeld. De betrokkenheid van de gemeente bleek ook hier, door een openingswoord van de ambtenaar sportzaken en de aftrap door het vrouwelijke raadslid Donia.

Merwede was door de wedstrijden tegen Ede, Zwolle, Harderwijk en Arnhem met een doelsaldo van 26-0 tot de finale doorgedrongen, waarin Zaandam met 4-2 aan de verkeerde kant van de score werd gehouden. Na afloop reikte de wethouder van Onderwijs en Jeugdzaken, Hendrik van der Vlist, de prijzen uit .Ook sprak Van der Vlist nog een woordje tot de vele aanwezigen en memoreerde het goede werk van de organisatie. Die werd, evenals de scheidsrechters, aangenaam verrast met een geschenk. De gemeente schatte niet alleen het sportieve belang van het straatvoetbal zeer goed in, maar ook het sociale element.Met dank aan Gert Jan Vader. Wil je dit artikel nog eens rustig op papier nalezen of delen met collega's, familie, vrienden, kennissen en buren? Bestel deze editie! 

Vorige
Vorige

IJCU Dragons gaat gebukt onder ijshuur

Volgende
Volgende

Burgemeester Jan van Zanen enthousiast zwemmer