Lancering Sport- en Beweegdeelname Index voor mensen met beperking

Door tweemaal per jaar het sport- en beweeggedrag te meten, is de sport- en beweegdeelname van mensen in de leeftijd 5-80 jaar met zowel een lichte, matige als zware beperking in kaart gebracht. In het rapport worden deze uitkomsten afgezet tegen het sport- en beweeggedrag van de totale Nederlandse bevolking. Het rapport biedt waardevolle inzichten in de sport- en beweegdeelname van Nederlanders met een beperking.

De wekelijkse sportdeelname onder mensen met een beperking is 48 procent. Dit betreft de gehele groep Nederlanders met een lichte, matige en zware beperking. Ter vergelijking: van de Nederlandse bevolking zonder een beperking sport 61 procent wekelijks.

Jeugd
Uit het rapport blijkt dat met name jeugdigen met een beperking significant minder sporten dan jeugdigen zonder beperking. Maar liefst 31 procent van de 5-18 jarigen sport niet tegenover 16 procent van de totale jeugd. Terwijl het fundament voor een leven lang sporten vaak al op jonge leeftijd wordt gelegd.

Ook blijven mensen met een beperking en een laag opleidingsniveau achter qua sportdeelname, zo blijkt uit het rapport. Het aantal niet-sporters dat laagopgeleid is (mannen 59 procent, vrouwen 52 procent), is veel hoger dan het aantal hoogopgeleide niet-sporters (34 procent mannen, 25 procent vrouwen). Deze inzichten zijn vergelijkbaar met sportdeelname inzichten voor mensen zonder beperking. Opvallend is wel dat de hoger opgeleide sporters met beperking vaker wekelijks sporten dan de lager opgeleide sporters zonder beperking.

Mensen met een beperking ervaren deze belemmeringen het meest: De sport die ze graag willen beoefenen kost te veel geld; ik heb niemand om samen mee te sporten of sportief bewegen, en angst voor de pijn.

Top 3
Sporters - in de leeftijd van 5 t/m 80 jaar - met een beperking zijn vooral aan het wandelen (19 procent), fitnessen (16 procent) en zwemmen (10 procent). Deze resultaten zijn vergelijkbaar met de rest van de Nederlandse bevolking. Andere sporten die veel worden beoefend zijn: wielrennen, hardlopen, voetbal en yoga.

EPC
In gerelateerd nieuws is Marc van den Tweel gekozen tot lid van de zogeheten Partnerships Working Group van het European Paralympic Committee (EPC). De voorzitter van het NOC*NSF richt zich met deze bestuurlijke werkgroep op het verstevigen en uitbreiden van de banden met overheden en ondernemingen. Doel is om hiermee verdere ontwikkeling en zichtbaarheid van de paralympische sport in Europa te bewerkstelligen.

Deze Europese rol sluit goed aan bij de taak van secretary general die Marc van den Tweel al vervult bij het Nederlands Paralympisch Comité. De NOC*NSF-directeur heeft veel ervaring in het opzetten van internationale cross-sectorale partnerships. Ook is hij al zo’n twintig jaar actief als vrijwilliger en professional op het gebied van wonen, werken, toegankelijkheid en sporten voor jongeren met een beperking. De paralympische beweging kan dan ook op zijn betrokkenheid en inzet rekenen.

Vorige
Vorige

Wiebes na val in tranen en met bebloede arm over de finish

Volgende
Volgende

Lorena Wiebes klasse apart in tweede massasprint Tour