Nadruk op breedtesport en fietsen in nationale verkiezingsprogramma’s

Dat gaat om 15 van de in totaal 37 bij de Kiesraad geregistreerde partijen. Ook vroegen we sportorganisatie SportUtrecht naar hun visie voor de sport in de hoofdstad van onze provincie. Ze zetten die uiteen en blikken ook alvast vooruit naar de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar. Sport neemt in twee verkiezingsprogramma’s een duidelijke plek in. Zowel bij D66 als bij ChristenUnie wordt de nadruk gelegd op sporten, bewegen en gezondheid. Deze partijen springen er uit als het gaat om de hoeveelheid sport-gerelateerde onderwerpen. DENK, Forum voor Democratie en ook SGP hebben het minste aandacht voor sport, met uitzondering van de PVV. De Partij voor de Vrijheid besteedt als enige partij nul woorden aan sport en bewegen in het verkiezingsprogramma.Negen van de vijftien partijen gaan uitgebreid op ‘fietsen’ in, in welk onderwerp ze een concrete invulling van sport en bewegen zien. Voorstellen zijn er ook, variërend van hubs voor makkelijk wisselen van vervoer tot de aanleg van meer snelfietsroutes, waarbij ChristenUnie een echte doelstelling neerlegt: ‘in 2030 25 procent meer fietsgebruik’ en budget beschikbaar wil maken: ‘15 miljard euro extra naar stimuleren gebruik ov en fiets’.

D66 en ChristenUnie meeste aandacht voor sport

Ook veel aandacht voor de breedtesportvoorziening in de programma’s; liefst negen partijen nemen hier standpunten over in. D66 legt de nadruk op de toegankelijkheid van sport voor iedereen en wil meer beweegmogelijkheden voor ouderen, om ook de vraag naar medische zorg te remmen. Dat wil ook de VVD, die ook verwacht dat eenzaamheid daarmee kan worden teruggedrongen. ChristenUnie wil dat gemeenten meer geld krijgen om sport- en beweegplekken te realiseren om zo gezond gedrag te bevorderen. SP, GroenLinks, Partij voor de Dieren en Splinter willen schoolzwemmen weer herinvoeren. VVD, SGP, D66, 50+ en Lijst Henk Krol besteden specifiek aandacht aan het stimuleren van sport- en beweegaanbod voor ouderen. D66 en CDA benoemen als enige partijen de rol van de buurtsportcoaches, die laagdrempelige activiteiten in de buurt kunnen organiseren, waarbij CDA toevoegt dat ze willen zorgen dat de buurtsportcoaches hun werk kunnen blijven doen.D66 en VVD willen topsportevenementen naar Nederland halen, wat verbroederend en motiverend zou zijn. Zelfs de Olympische en Paralympische Spelen worden daarbij genoemd. SGP is van mening dat het topsportbudget voor breedtesport aangewend zou moeten worden.Opvallend is de komst van twee nieuwe partijen die sport centraal stellen: Partij van de Sport en NLBeter. Beide partijen onderkennen het belang van stimuleren van een gezonde levensstijl, bewegen en sporten. De eerste (die alleen aan de gemeenteraadsverkiezingen 2022 mee zal doen) wil dat bevorderen door het belonen van gezond gedrag, investeren in leefstijl(genees)kunde, vitaliteitsmanagement in bedrijven en gezonde leefstijl en sport in het lesprogramma van primair en voortgezet onderwijs. NLBeter doet wel mee aan de Tweede Kamerverkiezingen en zet in op de bestrijding van de “pandemie van de bewegingsarmoede” met een preventieplan Sport en Bewegen, waarin onder meer wordt gepleit voor een Sportwet, de beweegvriendelijke omgeving en extra sport- en beweeginterventies in krachtwijken. Stad UtrechtSportUtrecht wil álle Utrechters in beweging brengen en hoopt sporten en bewegen terug te vinden in meerdere paragrafen van de verkiezingsprogramma’s voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2022: ‘Veel mensen in alle leeftijden genieten wekelijks van sporten en bewegen. Alleen en vooral ook met anderen. In Nederland kan iedereen sporten in teamverband. De organisaties en de competities zijn er in elk geval en dat is een groot goed. Tegelijk sluit niet iedereen aan. En dat ligt lang niet altijd aan het feit dat mensen niet willen sporten of bewegen.Covid-19 heeft ons meer gebracht dan verdriet, beperkingen en zorgen. Het heeft er ook voor gezorgd dat het belang van sporten en bewegen meer dan ooit op de kaart staat. Vooruitkijkend naar de korte en lange termijn, moeten we de aankomende periode aangrijpen om de infrastructuur, de organisaties en het sportklimaat zo in te richten dat íedereen gaat sporten en bewegen. Elk vanuit zijn eigen behoefte, op zijn of haar eigen niveau.Dit vraagt in onze ogen aandacht voor de infrastructuur. Is er in de stad voldoende ruimte voor sport en bewegen? Het gaat dan niet alleen om velden, banen en hallen. Maar ook in de openbare ruimte, in buurten en op pleintjes. Sporten, genieten van groen en natuur in de stad en recreëren gaan geweldig samen. En dat is ook nodig in onze verdichtende stad. Of het nu gaat om tennis, voetbal, skaten, dansen, calisthenics, klimmen, wandelen of fietsen: het is niet de vraag óf iedereen dat moet kunnen doen. Het is de vraag hóe en waar!Daarnaast is aandacht nodig voor het sport- en beweegaanbod. De coronacrisis zet de aanbieders, verenigingen en andere aanbieders, enorm onder druk. Bovendien verandert de behoefte van de sporter en dit vraagt iets van bestaande aanbieders. Aandacht hebben voor bestaande en nieuwe aanbieders, en waar nodig helpen om hun organisatie vitaal te maken of op te zetten. Een vitaal aanbod is noodzakelijk om te zorgen dat iedereen ook echt kán sporten. Drempelloos, voor iedereen. Toegankelijkheid voor mindervaliden, inclusief en financieel haalbaar. Laten we onderzoeken of we de positieve effecten op mentale en fysieke gezondheid mee kunnen wegen bij de berekeningen over de exploitatie-opbrengsten van sportgrond. Dan weten we zeker dat sport winst oplevert; óók in de boeken.En last but not least het sportklimaat. Sport is bij uitstek een plek en activiteit voor energie, saamhorigheid en integratie. Maar in de huidige praktijk voelt nog lang niet iedereen zich welkom of uitgenodigd om mee te doen of lid te worden. Investeren in een positief, veilig en inclusief sportklimaat is essentieel. Daarnaast zouden wij graag bij alle jonge kinderen aandacht hebben voor hun beweegvaardigheid. Het is bekend dat kinderen met lage motorische vaardigheden in combinatie met weinig beweging als jong kind, later vrijwel niet meer 'aan het bewegen te krijgen zijn'. Het is dus zaak op jonge leeftijd al zicht te krijgen op mogelijkheden en plezier: wat past motorisch het beste bij een kind als het gaat om bewegen en wat vinden ze het leukst. Een sportaanbod dat beide dingen combineert biedt de basis voor een leven lang bewegen en toekomstig (top)sportsucces.Kortom: als je het ons vraagt moet er in de periode 2022 – 2026 aandacht en energie zijn voor anders kijken naar de inrichting van de openbare ruimte en sport en bewegen op elke plek 'mee’ in te tekenen. We moeten inzetten op 100% bereik. Álle Utrechters in beweging! Van laagdrempelig aanbod tot topsportaanbod. En niet alleen innovatie in de fysieke stad, maar ook ruimte voor innovatie in het aanbod. Benutten van ons prachtig cultureel erfgoed van de sportverenigingen en omarmen van nieuwkomers. En niet alleen benutten door ze te helpen vitaal te worden en blijven. Maar ook door sport in te zetten als middel, als een van de instrumenten in de sociale basis om de opgaven in onderwijs, zorg en welzijn aan te gaan.Ten slotte staan gelukkig nog meerdere mooie sportevenementen op het programma. Startend in 2022 met de Vuelta, die de ambities van Utrecht als dé fietsstad (en regio) voor gezond stedelijk leven zichtbaar maakt in binnen- en buitenland.’ In de Stemhulp Sport en Bewegen staan de standpunten van de politieke partijen voor de Tweede Kamerverkiezing 2021 ten aanzien van sport uiteengezet, gerangschikt naar themagebieden uit het Nationaal Sportakkoord. kenniscentrumsportenbewegen.nl/producten/stemhulp-sport-en-bewegen/

Vorige
Vorige

Utregse toestanden blikt terug op zwarte episode FC Utrecht: ‘Wonder dat de club nog bestaat’

Volgende
Volgende

Maarten Paes zes keer gepasseerd