Olympisch kampioen Annemiek van Vleuten kondigt afscheid aan
Van Vleuten begon relatief laat met wielrennen. Ze deed eerst aan andere sporten zoals voetbal, maar na problemen met haar meniscus en een afgescheurde kruisband kreeg ze het advies te gaan zwemmen of fietsen. Het werd het laatste. In 2007 kreeg ze haar eerste wielerlicentie en prompt werd ze op de Utrechtse Heuvelrug Nederlands kampioen bij de studenten. Ondanks een waslijst aan blessures en operaties door bijvoorbeeld een vernauwing van de liesslagader groeide Van Vleuten uit tot een absolute wereldtopper.
Imposante solo
In 2019 werd ze wereldkampioen op de weg na een nooit vertoonde solo van meer dan 100 kilometer. Twee jaar later hoopte ze zich tijdens de Olympische Spelen in Tokio te revancheren voor haar dramatische val op de vorige spelen in Rio de Janeiro, die haar vrijwel zeker de gouden medaille had gekost. In Japan moest ze in de wegwedstrijd genoegen nemen met zilver, in de chronorace was ze echter niet te stuiten en pakte met overmacht de olympische titel. In deze discipline had ze eerder al tweemaal de wereldtitel veroverd.
Van Vleuten heeft tal van overwinningen in klassiekers geboekt zoals de Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik en de Strade Bianche. Dit jaar hoopt ze voor de derde maal de Ronde van Italië voor vrouwen, de Giro Donne, op haar naam te schrijven en ook te scoren in de Tour de France Femmes.
Steeds verbeteren
Op haar website licht Annemiek van Vleuten haar besluit toe. ‘Ik heb er nog zoveel lol in en met dit jaar ook de Tour de France erbij, merk ik dat ik nog steeds heel veel motivatie heb. Maar ik heb ook altijd gezegd dat ik er motivatie uithaal als ik mezelf blijf verbeteren. Ik kan wel zeggen dat dat stukje wel een beetje begint op te drogen, al zag ik dit jaar ook dat ik mijn beste vorm ooit haalde. In ’Luik’ haalde ik op La Redoute mijn beste vijf minuten waarde ooit.
Dat soort dingen zijn super motiverend en ik denk ook zeker dat ik volgend jaar nog op een goed niveau zal zitten. Dat zorgt er ook voor dat ik nog wel even door wil gaan. Echter, ik wil niet wachten tot mijn niveau echt omlaag gaat. Er komt sowieso een moment dat ik moet stoppen en dan vind ik het mooi om dat te doen op een moment dat ik nog goed ben.
Mensen zullen wellicht nu ook vragen, waarom niet nog een jaar doorgaan tot de Spelen in Parijs? Eigenlijk trekt het olympische jaar mij helemaal niet zo. Er zijn zoveel mooie doelen, zoals de Giro, Tour de France en klassiekers. Als Parijs nu echt qua parcours op mijn lijf geschreven zou zijn, had ik er zeker nog over gedacht om er nog een jaar bij te doen, maar nu denk ik dat het mooi is.
De komende anderhalf jaar ga ik onwijs genieten van wat er nog komt. Ik ga eerst tot en met eind 2023 volle bak koersen en nog helemaal niet bezig zijn met wat ik daarna ga doen.’