Ome Jan (80) is niet van het veld te slaan
De jongen die z’n hand niet omdraaide voor een tienkamp. En vooral: de jongen die bij het roemruchte Velox keeper was achter de grote Gert Bals.Keepen zit in zijn bloed. Als keeper kwam hij dan ook bij DVSU, maar toen was Westerhuis al lang geen jongen meer. Op z’n vijftigste zag ome Jan een advertentie van de voetbalclub in het Stadsblad: keepers gevraagd. Daar hoefde hij geen twee seconden over na te denken, de sportman in hart en nieren zou weer gaan keepen. In het tweede en derde team stond de grijze sluitpost tegenover spelers die twee keer zo jong waren. Dat beeld brengt een grijns op zijn gezicht. ‘Ik was een stuk ouder maar ook steviger: als ze bij me in de buurt kwamen, lagen ze plat. Ik heb zelfs één wedstrijd in het eerste gespeeld…toen was ik al over de zestig!’ Grote liefdeMaar zijn ambities reikten verder dan het kunst- en vliegwerk binnen de krijtlijnen en hij ging aan de slag als vrijwilliger. Werd keeperstrainer. Hielp met het opstarten van de jeugdafdeling toen de club op sterven na dood was. Begon met wat zijn grote liefde zou worden: het begeleiden van kinderen met een beperking.De ‘zorger’ in ome Jan, die iets wilde betekenen voor anderen, had zijn plek bij de club gevonden. Zijn moeder was verpleegkundige en zijn vader hoofdverpleger in het Willem Arntsz Huis, waar de zoon als 7-jarige al accordeon speelde voor patiëntjes met een beperking - de cirkel leek bijna zestig jaar later rond te zijn.Hij startte als begeleider op het moment dat DVSU ruim vijftien jaar geleden begon te pionieren met g-voetbal en een jeugdcompetitie opzette. Zonder steun van de KNVB, zegt ome Jan. ‘Die zagen dat niet zitten, dus zijn we zelf maar reclame gaan maken en een competitie gestart. Na een paar weken zei de KNVB: dan gaan wij dat ook doen…blijkbaar was ons voorbeeld nog niet zo slecht.’ Huilende vadersHet prille begin, met drie of vier deelnemers, was misschien wel het meest bijzonder. Kinderen met een beperking konden in Lunetten ineens onderling tegen een balletje trappen, zonder buiten de boot te vallen of zich minder welkom te voelen. Ome Jan zag van nabij de emoties die dat losmaakte bij ouders. ‘Vaders die hun kind in een shirt en voetbalbroek plezier zagen hebben, stonden ineens huilend langs de kant.’Hij zag Forza Friends, zo heet de afdeling voor g-voetbal bij DVSU, in de loop der jaren groeien tot een club met ongeveer zestig leden. En hij zag kinderen komen in alle soorten en maten: met een spierziekte of het syndroom van Down, met autisme of een ontwikkelingsachterstand. ‘Kinderen zonder beperking hebben een andere drive, bijna alles draait bij hun om ‘moeten’ en ‘winnen’. Bij ons niet. Ze vergeten soms gewoon dat ze aan het voetballen zijn en helpen elkaar. Het voetbal ligt onder de tafel, plezier ligt er bovenop. Enthousiasme is belangrijker dan een kampioenschap.’Het g-voetbal bij DVSU bloeit dankzij veel verschillende factoren, onder meer de prima begeleiding. En in die begeleiding is ome Jan een onmisbare schakel. Iedere zaterdag staat hij op het veld en is hij een baken van vriendelijkheid en vertrouwdheid voor de spelers. ‘Ik hou van geintjes, dat vinden die kinderen ook leuk. En ik maak het overzichtelijk door ze allemaal dezelfde oefeningen te laten doen. Als iets te moeilijk is, zoeken ze zelf wel een oplossing.’De hulp van ouders is onmisbaar, dus hij trekt ze regelmatig op speelse wijze aan hun jasje. Als een vader zegt dat hij wel wil assisteren bij de warming-up is ome Jan duidelijk: assisteren is er dus niet bij. Het is helemaal niet moeilijk, hup, hier heb je een fluit, begin maar! ‘En achteraf zeggen ze allemaal dat ze het hartstikke leuk vonden.’ Eigen g-voetbaltoernooiZijn inspanningen bleven niet onopgemerkt. Ome Jan werd geridderd in de Orde van Oranje-Nassau en kreeg - nog maar een paar maanden geleden - een nominatie als Utrechts sportvrijwilliger van het jaar. Maar, misschien nog wel het mooist: hij kreeg ook zijn ‘eigen’ voetbaltoernooi, het ome Jan Westerhuis Toernooi dat op 16 juni zijn vierde editie beleeft. Met een lach van oor tot oor: ‘Ja, dat beschouw ik als een hele eer.’Hij is niet van het veld af te slaan. Als je Jan van het veld haalt, zegt zijn vrouw, ligt ie zo tussen zes plankjes. Trouwens, hij heeft bij DVSU nog een contract tot 2033, dat is nou eenmaal ooit zo afgesproken. Het toeval wil dat zijn cluppie dan precies een eeuw bestaat. ‘Dat feest wil ik nog meemaken!’