‘Pas als je kunt tafeltennissen, mag je ping-pong zeggen’
Anno 2022 gaat de Utrechtse Sportkrant bij de club langs en moet eerst even zoeken.Een naamplaatje. Tussen een aantal andere. Zoals die van basisscholen. Verder is op geen enkele andere wijze zichtbaar dat in het pand Duurstedelaan 14A de Utrechtse Tafel Tennis Club (UTTC) z’n thuishaven heeft. ‘Laatst meldde zich een nieuw lid. Die man woont hier nota bene in de straat, maar had geen idee dat we hier zaten’, aldus voorzitter Simon Gribling ter illustratie.
Ook voorbij de voordeur laat UTTC, na het Amsterdamse AMVJ de oudste tafeltennisvereniging van Nederland, zich moeilijk vinden. Het is kruip-door-sluip-door. Via een stelsel van trappen wordt de tweede verdieping bereikt. Daar is de kantine van UTTC, met uitzicht op de twee wedstrijdzalen waar doordeweeks wordt getraind en competitie wordt gespeeld. Maar gelukkig is er ook een lift.UTTC en Gribling hebben het er zichtbaar moeilijk mee. De club, opgericht op 1 september 1930, opereert momenteel onder een wat minder gunstig gesternte. Al is dat moeilijk uit te leggen, als je net jarig bent geweest en op zoek bent naar nieuw elan, naar nieuwe leden.
Viering
Dat 90-jarig bestaan in 2020 kon al niet worden gevierd vanwege de coronamaatregelen. Maar toen Gribling (68) een gaatje vond in de versoepelingen medio vorig jaar, zag hij zijn kans schoon. Het jubileum werd september 2021 alsnog gevierd. Het was een manier om de bekendheid van de club te vergroten en de samenhang onder de leden te versterken. Vrijwilliger Ton van Ginkel, één van de boegbeelden van UTTC, werd bij die gelegenheid ook nog eens koninklijk onderscheiden. Onder meer vanwege zijn verdiensten voor de club en de tafeltennissport.Maar de naam die als een rode draad door de vereniging loopt, weet Gribling, is die van Herschel. Max Herschel, één van de eerste leden van de club, zijn zoon Ton, bij geboorte in 1941 direct lid gemaakt en zijn drie zoons Danny, Gideon en Steven, van wie de laatste twee ook nu nog lid zijn. ’En op 24 maart 1935 werd oma Fien Cohen-Herschel de eerste Nederlands kampioene die UTTC afleverde. Gekende namen voor voetbalminnend Utrecht zijn die van Jo(op) Vuurmans, Ad en Dick Ducro, tevens leden van USV Hercules.
Ping-pong
Amper een maand na de oprichting in 1930 wordt de naam gewijzigd in Utrechtse Ping-Pong Club. Pas op 1 september 1934 – nadat een jaar eerder nog werd voorgesteld de club op te heffen – verschijnt UTTC in de boeken. Ook Gribling heeft het overigens over ping-pong, een aanduiding voor hun sport die tafeltennissers in de regel als denigrerend ervaren, als hij gepassioneerd over zijn sport en UTTC praat. ‘Pas als je kunt tafeltennissen, mag je ping-pong zeggen.’De mooie geschiedenis, die langs speellocaties als de Plompetorengracht, Poortstraat en Den Hommel voert, zegt iets over de verbondenheid met de stad en het reislustige bestaan dat UTTC leidde. En daar komt, wat Gribling betreft, geen verandering in. Het liefst zou hij verhuizen naar een andere locatie. In Utrecht. De huidige standplaats, betrokken in 2013, voldoet niet langer, moet Gribling tot zijn spijt constateren.Hij hoopt een positieve uitweg te vinden voordat het te laat is. ‘Voor de kantine betalen we een stevige huur. We hebben die weliswaar in eigen beheer, maar we zijn maar twee avonden per week open. Daarnaast drukt ook de zaalhuur aardig op de begroting. Op dit moment hebben we ruim negentig leden. Er is verloop, de afgelopen (corona)jaren hebben we zo’n vijftien procent van onze leden verloren. Als dit zo door gaat, teren we telkens meer in op onze reserves. Tot dat niet meer kan.’En dan zou één van de vijf tafeltennisclubs – SVO, SVE, UST Traiectum en Fletio zijn de andere – verdwijnen die de stad nog rijk is. Dat kan er bij Gribling, lid vanaf 1992, niet in. ‘Al tientallen jaren zie ik hier mensen op de club tweemaal per week. Het zou zonde zijn voor onze leden, de wijk, de stad en de sport als UTTC er niet meer zou zijn.’Zeg niet dat er geen initiatieven zijn genomen: clinics, flyeren in de wijk (‘maar in Hoograven doet de jeugd vooral aan judo, karate en voetbal’), het bezoeken van scholen, het volgen van de cursus ‘Meer leden in korte tijd’ en het organiseren van succesvolle toernooien waarvoor ook oud-leden werden uitgenodigd. Gribling: ‘Dat laatste rendeerde. En vanuit die ervaring vond ik het ook belangrijk om hoe dan ook ons 90-jarig bestaan te vieren, al was het een jaar later.’
Samenwerking
Steun zocht en vond Gribling bij SportUtrecht, de belangenbehartiger van de Utrechtse sportclubs. Op zijn programma staat ook nog een bezoek aan de gemeente om de situatie van UTTC breder onder de aandacht te brengen. Verder speurt de gepensioneerde onderwijsmanager (‘het is handig als je de tijd hebt om te zoeken naar geitenpaadjes’) naar geschikte verenigingen, clubs of stichtingen waaraan de kantine kan worden verhuurd. ‘Ik denk bovendien dat we op deze plek een prima buurtfunctie kunnen hebben. Dat we kunnen bijdragen aan de samenhang en de sociale structuur in de wijk.’Maar het liefst kijkt Simon Gribling uit naar een andere locatie. ‘Daar waar alles gelijkvloers is. Het zou ook onze zichtbaarheid ten goede komen. Een plek waar je vanuit de zaal zo de kantine inloopt. Je hebt nu vanuit het clubhuis wel een mooi uitzicht op de zalen, maar die liggen een verdieping lager. Als er competitie wordt gespeeld, blijven de tafeltennissers toch het liefst beneden om hun ploeggenoten aan te moedigen. Ze gaan dan niet even snel naar boven om een drankje te drinken of iets te eten te halen. Verder kijken we naar een frissere en meer eigentijdse uitstraling. Zo laten we een nieuw ontwerp maken voor ons logo. Misschien dat dat ook helpt.’ Ook een keer kennismaken met tafeltennis bij UTTC? De club is elke maandag- en vrijdagavond geopend vanaf 19.30, mits de coronamaatregelen dat toelaten. Voor mensen die een keertje willen komen kijken of spelen, is René de Boer contactpersoon: rene@uttc.nl. Graag vooraf aanmelden. Adres: Duurstedelaan 14A, Utrecht.