Prik
‘Geef ons tenminste iets van perspectief,’ riep het wanhopige volk. Zat waren we het, die eindeloze vrijmibo’s per zoom. Zat, die schoollessen online. Zat, die vier muren. Zat ook, die eindeloze, onderlinge jeugdwedstrijdjes, omdat het niet mocht tegen een andere club (al speelden die ook eindeloze, onderlinge wedstrijdjes – soms op hetzelfde sportpark).Denkend aan het voorjaar, en later, toen de deurtjes op een kier gingen en we een biertje mochten drinken op een terras.
En we ’s ochtend om zes uur in de rij stonden voor zo’n terras. Denkend aan waar we vandaan komen en dat het niet eens zo lang geleden is. Denkend aan dansen met Janssen, de terugval en hoe nu en de competities toch op gang zijn gekomen, we weer met elkaar kunnen sporten en aan alle andere zaken die weer mogen en kunnen. Omdat ruim tachtig procent is geprikt, de besmettingscijfers daalden en de ic’s leegstroomden.
Denkend aan het chagrijn dat blijft, nu vanwege de coronapas. Natuurlijk geeft die pas gedoe en gelazer bij de handhaving. Heb je je sportclub door de moeilijkste tijden getrokken, krijg je dit weer. Mag je je schaarse vrijwilligers inzetten op controle van de QR-code. Overal in het land is dezelfde kritiek te horen; moet het ene clublid het andere de toegang tot de kantine verbieden omdat de juiste code ontbreekt?
Noem het een onding, maar het onding maakt wel meer mogelijk. En ooit zal ook het onding wel weer verdwijnen. We hebben al zoveel doorstaan.Het wordt pas echt erg als mensen roepen dat het onding discriminerend werkt. De pas zou zelfs een aantasting van vrijheid zijn en voor vaccinatiedwang zorgen. Die dat roepen in vrijheid, die ze danken aan juist al die geprikte mensen. Dan denk ik aan Ernst Happel, die zei: ‘Kein geloel, Fussbal spielen.’