Rijnhuyse na halve eeuw springlevend

Bij de start telde de vereniging 53 leden. Er werd gespeeld op vier Mateco banen, een mengsel van beton en grind. De inmiddels 85-jarige Gerard van Beek was er vanaf het eerste moment bij. Hij kreeg, tot verrassing van hemzelf, het eerste jubileummagazine uitgereikt. Een magazine waar hij zelf ook in staat. ‘In 1968 zijn wij hier komen wonen. Wijkersloot was de eerste uitbreidingswijk van het oude dorp Jutphaas. Om ons heen was verder niets, enkel weilanden en boomgaarden. Vanuit ons huis kon je in het begin de auto’s over de snelweg A2 zien rijden’.Van Beek herinnert zich die beginperiode nog goed. ‘Omdat er niets te beleven was zochten de mensen gezelligheid bij elkaar. Op sportgebied was er maar weinig te vinden in het Jutphaas van eind jaren ’60. Er was een sportzaal aan de Vredebestlaan waar je kon fitnessen. Verder kon je voetballen bij JSV. Dat was het wel. Het idee om de tennisclub op te richten kwam van enkele dames die elkaar kenden van de school waar hun kinderen naar toe gingen.’De echtgenoot van een van hen was werkzaam bij het FOM. ‘Op deze manier werden contacten gelegd met het FOM, dat graag bereid was mee te helpen een tennisvereniging op te zetten.’In de vijftig jaar van haar bestaan is Rijnhuyse uitgegroeid tot een florerende tennisclub met ruim 625 leden die haar partijen speelt op zeven smashcourtbanen. Tijdens de receptie was er van alles te doen op het tennispark, gelegen aan Rond het Fort in Nieuwegein. Er waren toespraken, er werd een pubquiz georganiseerd, er was live muziek en natuurlijk de presentatie van het jubileummagazine. Paula van Elst, zelf al ruim veertig jaar lid en verantwoordelijk voor de communicatie bij Rijnhuyse, zag alles met een glimlach aan. ‘Wij hielden er rekening mee dat er tussen de 200 en 250 mensen aanwezig zouden zijn tijdens de jubileumreceptie maar mooi dat de opkomst zo groot is. Wij hebben alles aangekleed in de stijl van vijftig jaar terug met ook hapjes in de stijl van toen.’ Zo waren er voor de gasten gevulde eieren maar ook de blokjes kaas met een zilveruitje.Zelf begon de inmiddels 54-jarige Van Elst op haar tiende jaar met tennissen. ‘Het is een gezellige club. In het voorjaar spelen we vaak competities met mixed teams en damesteams maar niet heel fanatiek hoor. Wel is het hier, zeker in de avonden, altijd goed gevuld. Op de maandagochtenden zijn de zestig plussers hier, de mannen blijven na hun partij vaak nog om te klussen en te snoeien.’ BasisscholenWaren er vroeger vier tennisclubs, nu zijn er nog drie in Nieuwegein. ‘Bij ons zie je vooral veel aanwas van jeugd. Vroeger, in de tijd dat Gerard van Beek begon, gingen mensen vaak op oudere leeftijd tennissen. Daarom zijn er helaas ook niet veel leden meer van het eerste uur. Nu zie je dat er op basisscholen al vaak tennisles wordt gegeven tijdens de gymles. Daar werken wij zelf ook aan mee vanuit de vereniging.’Van Beek genoot tijdens de jubileumreceptie en zijn glimlach werd nog groter toen hij een originele badge met het logo van de club kreeg overhandigd. ‘Daar zijn er zestig van gevonden op de zolder van het clubhuis. Die waren voor een klein prijsje te koop en zo weg’, geeft Van Elst aan. Het geld krijgt uiteraard een goede bestemming binnen de club. ‘Per gezin is één jubileummagazine uitgereikt, de andere magazines werden verkocht waarvan de opbrengst naar de groep G-tennissers gaat die hier iedere zaterdag tussen 11.00 uur en 12.00 uur hun balletje slaan. Dat is iedere week weer een feest.’(tekst loopt door onder de foto) Sneeuw schuivenIn het jubileummagazine zijn veel oude foto’s van de vereniging en haar leden opgenomen, gelardeerd met verhalen uit de halve eeuw historie. Ook Van Beek komt er in voor. Hij keek, met het magazine in de hand, nog eens terug op de beginjaren. ‘Op die Mateco banen moest je in de winter eerst de sneeuw van de baan schuiven als je wilde tennissen. Er werd een Finse bungalow gekocht, dat werd het eerste clubhuis. Het bouwpakket moest met een aantal vrijwilligers zelf in elkaar gezet worden. Van steigerhout en dekkleden werd een overdekt terras aangelegd, dat was echt een luxe voor die tijd. Het draaide vooral om de gezelligheid. Iedereen kende elkaar. Er waren wel eens strubbelingen, maar dit werd altijd weer in goede harmonie geregeld. Alles draaide om vrijwilligers. Zo moest ieder lid minstens driemaal per jaar bardienst doen. In de beginjaren was verlichting nog een probleem en kon er alleen overdag getennist worden. Stroom moest van het Fort komen, maar daar kwam je niet zo gemakkelijk bij.’Van Beek is zelfs nog een tijd umpire geweest. ‘Op zaterdag werd er altijd competitie gespeeld, dan moesten de recreanten wijken. Voor werknemers van het FOM was er een speciale regeling, zij konden voor een gereduceerd tarief tennissen. Hiervoor hadden zij speciaal een blauwe badge op het shirt en mochten ze alleen overdag van de banen gebruik maken. Overigens lette Jan van Leunen, die lange tijd voorzitter is geweest, sterk op de kleding. Tennis moest volgens hem gespeeld worden in een overheersend wit tenue. Ik heb Rijnhuyse zien uitgroeien van een klein clubje naar de grote vereniging die het nu is. Vroeger was gezelligheid troef, dat is met het groter worden van de club helaas wel iets minder geworden. Maar al ben ik nu geen lid meer, ik heb alle jaren met veel plezier bij Rijnhuyse getennist en bewaar daar dierbare herinneringen aan.’

Vorige
Vorige

Alpine skiër Anouk van Maren NJK slalom aspiranten

Volgende
Volgende

Avond van de records in Almelo