Rob Alflen al heel vroeg een echte trainer
Zijn reactie was dan ook spontaan. ‘Het is mooi om juist hier een prijs te halen, in een stadion waar ik zo lang actief was als speler en daarna ook als trainer. Maar ik kijk zonder rancune terug op mijn periode bij FC Utrecht. Daarvoor zijn er hier in Galgenwaard te veel mooie dingen gebeurd,’ aldus de assistent van John Stegeman na de 0-2 van ‘zijn’ Heracles aan het slot van de nacompetitie.Op 11 maart 2017 staan beide ploegen tegenover elkaar. Of de teams elkaar weer zullen ontmoeten in de nacompetitie is de grote vraag. FC Utrecht is al een heel eind op weg naar dit verlengstuk, maar Heracles zal nog een klein wonder moeten verrichten om weer zover te komen. Samen met Willem II en FC Groningen moet gestreden worden om op de negende plek te komen die ook nog recht zal geven op het ‘toetje’. Dus het duel tegen FC Utrecht is zaterdagavond voor het duo Stegeman-Alflen van het allergrootste belang.Rob Alflen heb ik als trainer heel jong zien ‘debuteren’. Hij begeleidde de A-junioren van Sporting ‘70, de Utrechtse club waar hij als jochie van vijftien al in het eerste elftal debuteerde. In die periode was ik actief als scheidsrechter en mocht een aantal keren het team van Alflen fluiten. Ook speelde mijn oudste zoon tegen de A-junioren van Sporting en daarbij was al opvallend te zien op welke gemotiveerde manier Rob Alflen bezig was met zijn jeugdspelers: een toptrainer in de dop.Als voetballer werkte Alflen een serie prominente clubs af, als trainer begon hij in dienst van Haarlem als assistent, waarna Jong Utrecht op zijn pad kwam. In 2011 werd Alflen assistent van Jan Wouters die hoofdcoach in Galgenwaard werd na het tussentijds vertrek van Erwin Koeman. In 2014 promoveerde hij tot hoofdcoach van FC Utrecht, waar hij een jaar later werd opgevolgd door de huidige trainer Erik ten Hag. Vorig jaar trad Alflen in dienst van Heracles als opvolger van Hendrie Krüzen als assistent van Stegeman.De overgang van hoofdtrainer naar assistent heeft Alflen nooit als een pijnlijke degradatie ervaren. ‘Ik vind het heerlijk om dag in dag uit met spelers aan de slag te gaan en te proberen ze beter te maken. En in de rol van tweede trainer kan ik me ook goed vinden, zeker omdat ik eerder bij deze club heb gespeeld.Dat ik er na mijn vertrek bij FC Utrecht een tijdje tussenuit geweest ben, was geen probleem omdat ik na het overlijden van mijn vader Loek ook veel aandacht aan mijn familie heb kunnen besteden. Dat was voor ons toen belangrijker dan de voetballerij.’