Rode kaart van Commissaris van Vertrek
Een einde aan een wedstrijd waaraan ze eigenlijk niet was begonnen. ‘Ze startte heel vroeg waarbij je denkt dat het vals is. Ik weet dat ze op haar start traint maar hier was geen discussie over mogelijk. Die beslissing was overigens niet aan mij, maar aan de starter’, geeft de 51-jarige Joost Augusteijn aan.Drie dagen lang is hij, net als vele honderden vrijwilligers, actief op de baan van Maarschalkerweerd waar het NK plaats vindt nadat donderdag al het polsstokhoogspringen bij de Utrechtse Dom zijn vuurdoop kreeg. ‘Als Commissaris van Vertrek zorg ik er voor dat de atleten in de juiste baan staan maar ook dat ze goed staan opgesteld en alles op schema loopt. Ik ben slechts het hulpje van de starter. Die geeft aan of het bijvoorbeeld een valse start is. Ik ga daar niet over maar deel bijvoorbeeld wel de rode kaart uit indien dat nodig mocht zijn. Bij twijfel is er uiteraard overleg met de starter.’Augusteijn zei voor het toernooi nog het volgende over zijn taak (lees hier het eerste artikel over deze commissaris van vertrek): ‘Soms is het uitdelen van een rode kaart best lastig omdat ik in mijn taak als ‘Commissaris van Vertrek’ er toch echt voor de atleten ben.’ Dat hij zo kort daarna voor Dafne Schippers zou staan, had hij ook niet kunnen vermoeden. ‘Ik heb lang geleden ook wel eens een rode kaart voor moeten houden bij Patrick van Balkom, ook de favoriet destijds. Nu dus bij Dafne Schippers, toch wel een dieptepunt. Dit gun je haar niet maar ook voor het publiek is het jammer. Veel mensen gingen ook weg na die valse start en dat is natuurlijk jammer. Eigenlijk wilde Dafne Schippers onder protest nog eens starten maar het was zó duidelijk. Wij behandelen alle atleten hetzelfde, daarin trekken wij één lijn.’Na een vrijdag met veel wind, een aangename temperatuur op zaterdag, loopt het op de zondag volgens schema. Tegen het einde van de middag staat Augusteijn, zelf ook nog steeds actief voor het Utrechtse U-Track, bij de start van de 200meter voor vrouwen. Hij ziet toe of de handen achter de juiste lijn plaatsnemen maar wil de atleet zo weinig mogelijk storen. ‘Op die manier kan je ze behoeden van een valse start doordat ze anders met hun handen achter de verkeerde lijn plaatsnemen. Zie het maar als service van de zaak maar verder wil je ze niet uit de concentratie halen.’Wanneer iedereen goed zit, doet Augusteijn een aantal stappen naar achteren en doet hij zijn handen achter de rug ten teken dat het goed is. ‘Ik ben bij de loopnummers actief, wij zijn met drie man voor het vertrek verantwoordelijk en daarnaast zijn er twee starters die elkaar afwisselen.’ Dan pakt hij zijn schema er bij om te kijken welke nieuwe uitdaging hem wacht. ‘Ik moet nu richting de horden waar zo dadelijk de finales beginnen.’ En weg is hij. Op weg naar een volgende plek als Commissaris van Vertrek.