Scholiere Anne Werner werkt graag met lint, hoepel en knots

‘Voordat ik met deze sport begon zat ik op ballet. Nadat ik een filmpje zag over ritmische gymnastiek, wilde ik meer’, zegt de uit Heerenveen afkomstige Anne Werner. ‘Ik ben begonnen bij gymnastiekvereniging OBQ in Leeuwarden maar nu ga ik vijf keer in de week naar RG Center Eleganza in Utrecht.’De reistijd en de vele trainingsuren zorgen voor een drukke en volle week. ‘Ik zit in groep 8 van OBS Het Slingertouw in Heerenveen, een LOOT-school die topsportkinderen helpt. In de buurt is alles wat betreft sport op hoog niveau behalve ritmische gymnastiek. ‘Ook in het weekend is Anne te vinden in Utrecht. ‘Met mijn vader en moeder ben ik van vrijdag tot en met zondag op een camping in Utrecht aangezien ik zaterdag van 10.00 tot 16.00 uur train en op zondag van 09.30 uur tot 15.00 uur. Dat zijn diverse trainingen waarin we de elementen oefenen, aan krachttraining doen maar ook langere oefenvormen of met materialen trainen.’ MaterialenDe vele trainingsuren zijn ze in de familie wel gewend. De vader en moeder van Anne hebben geturnd en net als opa en oma ook les gegeven. ‘Met turnen ben ik ook begonnen maar dat vond ik niet leuk. Bij ritmische gymnastiek ben je bezig met veel verschillende materialen, zoals de hoepel en de knots. Leuk maar ook moeilijk. Juist dat is de uitdaging.’Die ging ze afgelopen weekend aan tijdens de Wintercup in het Duitse Leverkusen waar ze haar nieuwe oefeningen voor het eerst uitvoerde. ‘Met de knots ging goed, de hoepel helaas iets minder. Wel een goed leermoment. Net als de masterclass die ik op zondag daar mocht volgen.’Anne vindt het vooral leuk. Of het nu de hoepel, het touw, de bal, knots of de oefening met het lint is, ze stopt graag haar tijd in de sport. ‘Ik wil beter worden en wanneer over een paar jaar de Jeugd Olympische Spelen zijn, dan wil ik er bij zijn. Net als bij het Europees kampioenschap voor jeugd.’Ervaring in het buitenland heeft ze al opgedaan. ‘Ik ben onder andere in Estland, Polen en Spanje geweest. Eén van de trainsters is Spaans dus alles gaat dan in het Engels. In het begin lastig maar nu ben ik er aan gewend. Net als het alleen op pad gaan. De wedstrijd in Polen was toen ik 7 of 8 jaar was, mijn moeder was er toen bij. In Estland was ik de eerste keer alleen.’Een bezoek aan dat land staat de komende tijd weer op het programma, net als dat er wedstrijden zijn in Luxemburg, Duitsland en België. ‘Ik train vijf dagen in de week bij Eleganza in Utrecht, onderweg in de auto doe ik mijn huiswerk. Dat gaat prima.’ Voor de klasHet onderwijs ligt haar toch wel, ook dat zit namelijk in de familie. ‘Mijn vader en moeder zijn namelijk meester en juf, ik zie mij zelf ook later wel voor de klas staan bij kinderen uit groep 1 en 2. Het is leuk met kleine kinderen.’Voorlopig mag de jonge Anne, in maart wordt ze 12 jaar, zich nog volop concentreren op haar eigen ontwikkeling. Na haar tijd als pre-junior stroomt ze door richting de junioren om drie jaar later als senior aan wedstrijden deel te nemen. Voor die tijd wil ze maar wat graag haar prijzenkast verder hebben gevuld.  

Vorige
Vorige

Puck Pieterse van top tot teen onder de modder in Namen

Volgende
Volgende

IJCU: alles weer op een rijtje, nu nog groeien