Slimmer presteren met een pilletje?
Een fascinerend en controversieel onderwerp volgens presentatoren Jurgen van Teeffelen en Gerrit Heijkoop; want waar ligt de grens tussen slim presteren en dopinggebruik precies? Waarom mag een kopje koffie, waar duidelijk wetenschappelijk bewijs voor is dat het de prestatie opkrikt wél, maar een onschuldig plaspilletje niet? En is die één jaar schorsing voor Onana nou terecht? Wie lopen er in Nederland eigenlijk nog meer tegen de lamp?Afgaande op de laatste jaarcijfers (van 2019) van de Dopingautoriteit beoefent de Nederlandse atleet zijn sport nagenoeg schoon. Van de in totaal ruim drieduizend uitgevoerd controles gingen bij slechts 36 urine- en bloedmonsters -iets meer dan 1 procent- de alarmbellen af. Omdat twee derde van de positieve uitslagen te maken had met een middel waarvoor de sporter een medisch attest had gekregen (ook al zoiets, hoe gemakkelijk is het om een medisch attest te krijgen?), bleef de teller op slechts 15 dopingovertredingen staan.Dat de eerste keeper van Ajax dan bij een controle tegen de lamp loopt omdat hij naar eigen de plaspil van zijn vrouw voor een paracetamolletje aanzag, mag zodoende een unicum heten. De huidige dopingcontroles worden vooral ingezet als afschrikmiddel en zijn niet toereikend om het ware gebruik van verboden middelen in de sport op te sporen. Ten eerste wordt geen enkele sporter heel grondig in de gaten gehouden middels de testen. Maar ook in de sporten waarin er wél geregeld controles zijn, is er steeds meer sprake van fine tuning van het gebruik van middelen, zo suggereert onderzoek van Bureau Beke en de VU. Volgens een aantal respondenten wordt ‘bij de topsport op een “wetenschappelijke manier” doping gebruikt’; iemand uit de atletiek verklaart: ‘Er is veel veranderd de laatste tijd. Het testen is beter geworden. Nu zijn het vooral de zielige gevallen, en niet de absolute topsporters, die gepakt worden’.Die ‘zielige gevallen’ zijn onbekende amateursporters uit vaak niet-Olympische sporten zoals cricket, darts en de onderwatersport. En als het om een wielrenner of atleet gaat, dan zijn het ‘kleine’ sporters als Jordi van Loon en Hinke Schokker, die bij hun eerste dopingcontrole positief testen en vertellen dat ze onvoldoende voorgelicht zijn over de dopingregels. Maar die vervolgens wel keihard getroffen worden door diezelfde regels. De standaardstraf voor een dopingovertreding is inmiddels 4 jaar schorsing; bij onintentioneel gebruik komt men vaak uit op 2 jaar niet-sporten. De betrapten kunnen vaak geen kant uit omdat volgens het dopingreglement iedere atleet zelf verantwoordelijk is voor alles wat in zijn lichaam terecht komt. En in tegenstelling tot het strafrecht waar een verdachte onschuldig is tot het tegendeel bewezen is, werkt dit bij dopingzaken precies andersom.In aflevering 1 (van in totaal 7) van de Doping Series van de Slimmer Presteren Podcast proberen Gerrit en Jurgen aan de hand van de beschikbare cijfers te achterhalen hoe goed het huidige antidopingsysteem eigenlijk werkt. Worden de echte dopingzondaars wel gepakt of zijn het vooral onschuldige amateurs? En lukt het hun om, zoals dat bijvoorbeeld Chris Froome wel lukte, om hun schorsing te ontlopen? PodcastDe Slimmer Presteren Podcast is een initiatief van Gerrit Heijkoop en Jurgen van Teeffelen. Vanaf begin 2020 bespreken zij wekelijks een onderwerp op het gebied van sport, onderzoek en innovatie.slimmer-presteren-podcast.nl