Sportarbeidsmarkt wordt steeds groter, arbeidssituatie voor verbetering vatbaar
Binnen de arbeidsmarkt sport en bewegen werkten in 2019 ongeveer 30.000 personen in een sportberoep buiten de bedrijfstak sport, in bedrijfstakken als zorg, recreatie en onderwijs. De verwachte groei van de arbeidsmarkt sport en bewegen zit vooral in deze bedrijfstakken. In de bedrijfstak sport zelf (sportverenigingen, fitness, outdoor) lijkt de groei juist te stagneren, mede door de ongunstige arbeidssituatie voor professionals sport en bewegen.Er is een ruim en gevarieerd aanbod aan opleidingen voor professionals sport en bewegen. Maar afgestudeerden komen niet in een gespreid bedje terecht, zo blijkt uit de analyses:• Vergeleken met alle werkenden landelijk, werken professionals sport en bewegen veel vaker in deeltijd (70% ten opzichte van 50% landelijk).• Sportprofessionals werken minder vaak in een vast dienstverband (53% ten opzichte van 74% landelijk), en hun dienstverband is gemiddeld relatief klein van omvang.• Verhoudingsgewijs werken sportprofessionals vaker als zelfstandige (28% ten opzichte van 16% landelijk).• Afgestudeerden van opleidingen sport en bewegen verdienen op alle opleidingsniveaus gemiddeld minder per uur dan hun leeftijdgenoten landelijk, en hun carrièreperspectieven zijn beperkt.• Het effect van de slechte arbeidssituatie is dat relatief veel mensen na enige tijd de sport verlaten.Doordat men sport betaalbaar wil houden, is brede inzet van professionals lastig. Dat de arbeidsmarkt sport en bewegen gebrekkig functioneert is verder in belangrijke mate een gevolg van de verkokerde, versnipperde en onsamenhangende manier waarop deze is georganiseerd. De werkgeversrol kan in delen van de sector beter worden ingevuld. In het licht van het net verschenen arbeidsmarktadvies van de Sociaal-Economische Raad valt er nog een wereld te winnen.