Sportuitgaven in gemeenten staan wellicht komende jaren onder druk

Het Mulier Instituut: ‘Het gemeentelijk sport- en beweegbeleid is breder dan sport alleen. Het beleid wordt veelal ontwikkeld in samenwerking met andere beleidsafdelingen en in interactie met het lokale speelveld, waardoor de doelen van het sportbeleid gerelateerd zijn aan gezondheid en de bredere maatschappelijke betekenis van sport en bewegen.’Van de Nederlandse gemeenten heeft 61 procent in het onderzoek inzicht gegeven in de (politieke) aandacht voor sport, het traject van beleidsontwikkeling, de inhoud van beleid, financiële kaders van het beleid en de monitoring en evaluatie van het beleid. Hiermee is een breed inzicht in het gemeentelijk sportbeleid ontstaan en een basis gelegd om toekomstige metingen aan te spiegelen. Wethouder sportAndere belangrijke conclusies uit de Monitor Lokaal Sportbeleid:- Bij gemeenten is voor sport ruime politieke aandacht, zichtbaar in de aanwezigheid van een wethouder sport en de aandacht voor sport in collegeprogramma’s. Lokaal spelen sportverenigingen een belangrijke rol. Opvallend is dat sportbeleid maar beperkt in een actuele nota is verankerd. Het aantreden van een nieuw college in 2014 heeft nauwelijks tot nieuw sportbeleid geleid.- Met het bevorderen van de gezondheid en het meer in beweging brengen van de samenleving als voornaamste doelen van het sportbeleid, raakt sportstimulering als centraal doel op het tweede plan. De intersectorale samenwerking om tot integraal sportbeleid te komen, draagt bij aan deze verschuiving en maakt dat sport steeds meer ten behoeve van andere thema’s wordt benut.-  Bij de beleidsuitvoering ligt de nadruk op kostenbesparing en verhogen van effectiviteit. De aandacht voor sport en bewegen in de openbare ruimte neemt toe. Bij de ondersteuning van sportaanbieders is een duidelijk streven naar vitale verenigingen en het versterken van kader. Sportstimulering is gericht op jeugd, ouderen en kwetsbare groepen. De combinatiefunctionaris/buurtsportcoach wordt gezien als belangrijke schakel en impuls voor de ontwikkeling van sport in de gemeenten.- Gemeenten ervaren in beperkte mate een daling van het sportbudget. Desalniettemin zijn bezuinigingen op sport of kostenbesparingen binnen het sportbeleid actuele thema’s. Dit betekent dat sport weliswaar wordt ontzien, maar bij lokale bezuinigingen niet geheel buiten beeld blijft.- Gemeenten hebben beperkt aandacht voor monitoring en evaluatie en tussentijdse bijsturing van beleid. Dit maakt dat onduidelijk is in hoeverre het sportbeleid als geheel doeltreffend en doelmatig is. Zeker met het oog op de beoogde toename van de effectiviteit van beleid en de brede doelstellingen die sport beoogt, is het gewenst om de aandacht hiervoor te vergroten. Om in de toekomst ook bij andere afdelingen in beeld te zijn, is het belangrijk dat sport aantoont wat de inzet van sport en bewegen oplevert.

Vorige
Vorige

Skatekeet weer Nederlands kampioen

Volgende
Volgende

Kees van der Post keeperstrainer HV Houten