Val bij de start breekt Geerte Hoeke op in Koppenbergcross
De Koppenbergcross is een van de allerzwaarste wedstrijden. Het gaat constant op en af en als er dan ook nog wat modder ligt worden de kasseien spekglad. Het is de cross der crossen zeggen sommigen, het echte begin van het crossseizoen, al zijn de dames en heren al ruim een maand bezig in het veld. Dat geldt niet voor mondiale toppers als Marianne Vos en Lucinda Brand die na een slopend wegseizoen even rust hebben genomen. Zij stromen later in, evenals de wereldkampioen bij de mannen Mathieu van der Poel.Bij de vrouwen koesterde Geerte Hoeke snode plannen. De 29-jarige Maarnse was vorig jaar vijfde geworden, dit jaar hoopte ze stilletjes op het podium. Bij de start spatte die droom meteen uiteen. Ze ging onderuit in het gedrang en het kostte veel tijd voordat ze eindelijk haar ritme had gevonden.Op imponerende wijze begon Hoeke aan een inhaalrace en bij de eerste doorkomst was ze al aardig wat rensters gepasseerd. Met 1.20 achterstand op de nummer één Yara Kastelijn die haar metgezel Eva Lechner van zich had afgeschud, lag ze veertiende.Bij de volgende passage was Hoeke nog een plaatsje opgeschoven, al was de achterstand wel met een halve minuut gegroeid. Achter Kastelijn was Annemarie Worst de gevallen Lechner gepasseerd en de twee Nederlandse vrouwen denderden door. Het veld kreunde en steunde en ook Hoeke had het zwaar. De eerste ronde had veel kracht gekost en haar opmars stagneerde. Ze finishte uiteindelijk als twaafde op 3.08 van Kastelijn die Worst op afstand hield. Ware ravage Dat de Koppenbergcross een buitenbeentje is bleek ook bij de mannen. Als je een slechte dag hebt verlies je veel tijd en de tijdsverschillen zijn juist bepalend in het DVV-klassement, waartoe de cross behoort. Bij de elitemannen richtte Eli Iserbyt, de afgelopen weken de te kloppen man, een ware ravage aan. Alleen de Brit Tom Pidcock kon in zijn spoor blijven. Lars van der Haar sloop na een matige start wel naar voren, maar het podium bleef buiten bereik. Na de voorlaatste ronde lag hij vijfde, op 1.44 van Iserbyt en Pidcock, die met een boeiend gevecht bezig waren. Die positie bleef de Woudenberger houden, maar de achterstand was op de eindstreep door een ontketende Iserbyt boven de twee minuten uitgekomen (2.11). Van der Haar was wel de beste Nederlander.