'We doen op iedereen beroep om steentje bij te dragen'

'Ja ik vind het de normaalste zaak van de wereld. Ik kan ook helemaal niet voetballen, ik kan er echt niets van. Maar ik kan wel tennissen. Dat doe ik mijn hele leven al. Eerst bij Wilskracht dat overging in de fusieclub TC Domstad. En dat blijf ik dus ook doen. Als ik dan op zaterdag even eerst een tenniswedstrijd heb gespeeld kom ik inderdaad regelmatig direct uit een wedstrijd naar de club. En dan zien ze dat 'tennispakkie' hè .'Maar voor Jan Couwenberg, voormalig wiskundeleraar en nu gepensioneerd rector, is het de normaalste zaak van de wereld. Hij is een van de vrijwilligers die onvoorwaardelijk gelooft in de kracht van een sportvereniging. Niet alleen in, maar juist ook buiten de lijnen.

'Een vereniging betekent allemaal een steentje bijdragen, dus ik ook. En natuurlijk het liefste door de vrijwilligers. Wij hebben momenteel zo'n 200 tot 250 mensen die wat doen. En dat op een ledenbestand van rond de 600, van wie er een kleine 500 in de jeugd spelen. De ouders zijn natuurlijk geen lid maar er wordt dus wel een beroep op ze gedaan om 'iets' te doen voor de club.'

Ondanks de bereidwilligheid van velen is de club continue op zoek naar nog meer mensen die wat willen doen. En natuurlijk is er ook een vrijwilliger die al die werkzaamheden coördineert. 'Als je echt niets wilt doen, kun je het afkopen voor 50 euro per jaar. Dat doen er nu zo'n stuk of tachtig. Van dat geld krijgt een aantal mensen dan weer een kleine vrijwilligersvergoeding. Voor sommige klussen, bijvoorbeeld het schoonmaken van de kleedkamers dat minimaal drie keer per week moet gebeuren, is het lastig vrijwilligers te krijgen. Dus dan doen we een beroep op dit geldpotje.'Dat DVSU met al die vrijwilligers tot hele mooie dingen in staat is, bewees de Utrechtse club jaren geleden al. De vereniging was afgegleden naar nog slechts twee seniorenteams en een faillissement. Het een einde van de club dreigde. Onder de bezielende leiding van Henny Pluk en Hans Ultee kwam DVSU destijds er weer bovenop. Nu is het iedere zaterdag passen en meten om alle 45 jeugdteams te herbergen. De voormalige DVSU´ers kwamen met een boekje ´Hoe doen we dat ´, waarin heel helder beschreven stond wat de club van de leden en ouders verwachtte, wat de rechten en plichten waren.´Als je hier kwam met je kinderen, en dat gebeurde ook met mijn twee jongens’, herinnert Couwenberg zich, ‘kreeg je een persoonlijk gesprek. En daarin werd heel duidelijk verteld waar de club voor stond en hoe de zaak hier werd geregeld. Aan het einde van het gesprek kreeg je de vraag wat jij wilde doen. Dus niet of je wat wilde doen, maar wat. En dat werkte. Door de groei de laatste jaren hebben we daar wat minder tijd in gestoken, maar we hebben net besloten dat we dat weer meer gaan doen. Want het werpt zijn vruchten af. ‘Dat de club nog meer vrijwilligers kan gebruiken blijkt uit de groei. Met name het meidenvoetbal loopt zo goed dat er volgend jaar, naast de vijf senioren mannenteams,  een vrouwenteam kan worden opgegeven bij de KNVB. Een andere topper binnen de club is de  ´Forza Friends´ afdeling, waar wekelijks zo´n vijftig kinderen met een verstandelijke of lichamelijke beperking de sterren van de hemel voetballen. Hier zwaait vrijwilliger Henk Jan Vos de scepter.Hoewel Couwenberg ´er dus helemaal niets van kan´ is voetbal wel heel erg belangrijk in zijn leven. Als kijksport dan, want alle thuiswedstrijden van FC Utrecht worden trouw bezocht en zo mogelijk worden er ook nog een aantal uitwedstrijden. ´Ik zie het dan ook nog niet voor mij dat we op zondag gaan voetballen, want dan heb ik in ieder geval echt iets anders te doen´, besluit de voorzitter met een brede glimlach.


Wil je dit artikel nog eens rustig op papier nalezen? Bestel deze editie!

Vorige
Vorige

Kick van keepen in het water

Volgende
Volgende

Project om fitheid leerlingen te bevorderen