Il Cigno

Marco van Basten


De man achter de toog in de restauratiewagon zag het meteen: ‘Holland?’ Na de instemmende hoofdknik schakelde hij door. ‘The Swan,’ zei hij met lichte verrukking. Ik moest passen. Wat bedoelde de beste man? Heeft Van Gogh ook zwanen geschilderd? Mondriaan, Rembrandt? Iets met de KLM?

‘Van Basten,’ zei hij streng.


Pim van Esschoten

Hij bleek uit Palermo te komen, een heel eind weg van San Siro waar Marco zijn grote successen vierde als Il Cigno Olandese. En toch maakte die Hollandse zwaan tijdens zijn Milanese jaren ook op Sicilië zoveel indruk dat de man in zijn keurig gestevende, witte jasje zo’n dertig jaar later meteen aan Il Cigno dacht zodra hij een Nederlander in zijn rijtuig ontving.

Ik vertelde dat we uit dezelfde stad komen. Sterker, uit Oog in Al. Dat ik als klein krullenbolletje ook op het Herderplein heb gevoetbald. Dat onze flat uitkeek op de velden van de Cervanteslaan waar ook de kleine Marco zoveel voetstappen heeft gezet. Dat ook ik op m’n fietsje over ‘de brug bij Douwe Egberts’ moest om bij sportpark Hoge Weide te komen. Hij om te voetballen bij UVV, ik om te korfballen.

‘Ooit gehoord van korfbal?’

‘Coffee. Five euro fifty.’

Ruim een week geleden vond een presentatie plaats van de tv-serie ‘Basta’, die vanaf 2026 zal zijn te zien. En ik dacht aan het gesprekje in de treinwagon dat over zoveel schoons ging, toch wat knorrig verliep en zo onbedoeld een klein eerbetoon aan de spits van Ajax, AC Milan en Oranje werd. Want met zijn flitsen van genialiteit onttrok Van Basten zich aan de doelmatige rauwheid van het spel, maar buiten het veld wars van aandacht of bewondering. Niet altijd een makkelijk mens, zogezegd.

In de vele kunstwerken die Il Cigno op zijn naam heeft staan ging de tragiek van de enkelblessures schuil, die uiteindelijk zorgden voor een onvoltooid oeuvre. Immers, op z’n 28e jaar al, normaal gesproken in de kracht van zijn sportieve leven, speelde hij zijn laatste wedstrijd met de (verloren) finale van de Champions League tegen Olympique Marseille in 1993.

Twee jaar en enkele vergeefse enkeloperaties later nam de vleugellamme zwaan afscheid in een bomvol San Siro. Een jongeman in spijkerbroek en suède jasje lopend op een leeg veld. Het hoofd gebogen, klappend voor de fans. En dan is er dat ene, onvergetelijke beeld...

De Siciliaan: ‘Capello.’

Denkend aan de voormalige ploeggenoot en diens bittere tranen, zijn Palermo en Utrecht verenigd in de herinnering. En kijken reikhalzend uit naar Basta, de serie.

Volgende
Volgende

De Halter wijkt voor 52ste editie Easter Wrestling uit naar Vianen