Met langere passen hoopt Femke Bol naar de wereldtitel te snellen
Veertien passen. Veertien passen. Femke Bol zal er niet van dromen, maar de twee woorden zullen de komende maanden wel veelvuldig haar gedachten bepalen. Een nieuwe techniek moet de Amersfoortse atlete in augustus naar de wereldtitel voeren op de 400 meter horden. Daarvoor heeft ze nog een week of tien met komend weekeinde liefst twee wedstrijden van formaat, al loopt ze op de FBK games in Hengelo niet de horden maar het vlakke nummer.
Begin dit jaar zette Femke Bol op trainingskamp in Zuid-Afrika een nieuw traject in. Langere passen zouden de efficiëntie van haar inspanningen moeten vergroten en haar race dus sneller moeten maken. Met als doel te pieken op de WK in augustus Boedapest. Een uitdaging van jewelste want het gat met de onbetwiste mondiale nummer één op deze discipline, Sydney McLaughlin, is fors. De Amerikaanse bracht op de vorige WK het wereldrecord op een duizelingwekkende 50,58, terwijl de toptijd van Bol – tevens het nationale en Europese record - op 52,03 staat, gelopen in de olympische finale van Tokio.
Maar de progressie die de 23-jarige Amersfoortse de afgelopen twee seizoenen maakte is nog lang niet ten einde als je kijkt naar haar verrichtingen in de eerste maanden van het jaar. Bol liep een wereldrecord indoor op de 400 meter en prolongeerde met ogenschijnlijk speels gemak haar Europese titel op dit loopnummer. Daarna nam ze wat gas terug om zich verder te bekwamen in de nieuwe cadans tussen de horden.
Boven verwachting
Begin juni, zo was de planning, zou ze haar opwachting maken in de openlucht in Florence, waar het internationale Diamond League-circus neerstrijkt voor de derde – na Doha en Rabat - meeting van het seizoen. Maar plotsklaps verscheen ze al eerder op het tartan. Het Vlaamse Oordegem had de primeur van Femke Bol 2.0. Geen topwedstrijd, wel een uitgelezen mogelijkheid voor de hordenspecialiste om haar nieuwe pasritme te testen. Het ging boven verwachting. Tot over de helft van haar race gebruikte ze slechts veertien passen tussen de obstakels in plaats van de vijftien die ze gewend was. Op het laatste stuk ging het wat minder vloeiend, maar met de tijd van 53,12 in het nog zo prille buitenseizoen maakte ze veel indruk.
Tegen de NOS verklaarde Bol dat de switch naar minder passen best wennen is. ‘Ik was nieuwsgierig hoe het zou gaan. Ik had er heel veel zin, maar was daardoor ook wel extra nerveus.’ Het stemde haar tevreden dat het vooropgezette plan, veertien passen tot aan de zevende horde, goed ging. ‘Daarna werd het een beetje een zooitje. Dat dan deze tijd er nog uitkomt laat wel zien dat die veertien passen goed werkt. Ik had nog heel veel over op het einde. Omdat iedereen verwachtingen heeft en ik in de Diamond League meteen in de spotlights sta leek het me slim om het hier op mijn gemak uit te proberen en er lekkere trainingswedstrijd van te maken.’
Vrijdagavond rond acht uur is het eerste optreden van Bol in de Diamond League. In Italië is de concurrentie groter dan in België, al ontbreekt in het topcircuit McLaughlin. Het kamp Bol straalt vertrouwen uit dat de Nederlandse wereldtopper dichterbij kan komen, de atlete zelf voorop. De komende tijd zal er nog flink gepuzzeld worden wat nu het meest geschikte moment is van veertien passen over te gaan op de gebruikelijke vijftien. Is dat al na vijf horden, na zes, of pas na zeven?
Twee dagen na Florence loopt Bol al weer een topwedstrijd en wel de enige die Nederland kent. Op de Fanny Blankers-Koen Games in Hengelo, dit jaar uitgebreid naar twee dagen met op zaterdag de 10 kilometer van Sifan Hassan, loopt ze iets voor zeven uur niet de horden maar het gewone rondje van 400 meter.