Puck Pieterse sluit periode bij beloften af met wereldtitel
Puck Pieterse heeft met de wereldtitel afscheid genomen van haar periode als belofterenster. Het was nauwelijks een pleister op de diepe wond in het Nederlandse kamp na afloop van het WK voor elitevrouwen. Oranje had de sterkste ploeg in koers maar greep door tactisch gestuntel naast alle medailles. Pieterse passeerde als dertiende de finish in Zürich, genoeg voor goud in haar leeftijdscategorie. ‘Een heel mooi einde van mijn beloftentijd.’
Over het WK hing zaterdag een donkere sluier. Het overlijden een dag eerder van een juniore zorgde voor een rouwrand. De 18-jarige Zwitserse Muriel Furrer was donderdag zwaar ten val gekomen in een afdaling en bleef een tijdje onopgemerkt liggen in een bosachtige omgeving alvorens ze met een traumahelicopter naar het ziekenhuis werd gebracht. Waarom ze door niemand werd gemist en het zo lang duurde voordat ze medische hulp kreeg, wordt nog onderzocht. De tragische gebeurtenis leidde ertoe dat de start van de vrouwenkoers zich voltrok in een so(m)bere entourage. Normaal is een WK een vrolijke bedoening met veel uitgedoste supportersgroepen, nu hingen de vlaggen halfstok rond de finish en was muziek taboe.
Koersinzicht
Demi Vollering vertrok in koude, kletsnatte omstandigheden als de absolute kopvrouw bij Nederland en dat werd door het Oranje-blok - de kopvrouw voorop - veel te letterlijk genomen. Vollering heeft er al vaker blijk van gegeven over weinig koersinzicht te beschikken. Eenzelfde euvel waar overigens de afzwaaiende bondscoach Loes Gunnewijk mee kampt, ook zij is bepaald geen tactisch meesterbrein. Al kon Gunnewijk er nog op wijzen dat op het WK geen gebruik gemaakt mag worden van zogeheten oortjes, waarmee de rensters acuut kunnen worden ‘bijgestuurd’.
Pijnlijk was het beeld halfweg koers. Het veld was in drie groepen uiteen gevallen, die alle werden aangevoerd door een oranje tricot. Riejanne Markus reed aan kop van een groepje vluchters, met daarin ook Mischa Bredewold. Paulina Rooijakkers leidde de jacht op die vluchters en daar weer achter nam Puck Pieterse een tweede peloton op sleeptouw. Dat viel de Amersfoortse nauwelijks kwalijk te nemen want ze kwam terug na materiaalpech en wilde zo snel mogelijk weer naar het front.
Het is om de koers hard te maken, de anderen te slopen, wist NOS-commentator Roxane Knetemann. Gesloopt werd er inderdaad door de Nederlandse ploeg, maar vooral zichzelf. In de finale was bijvoorbeeld Rooijakkers opgebrand.
Merkwaardig
Kansrijk leek met nog een twintig kilometer voor de boeg een ontsnapping van vier rensters waaronder twee Nederlandse vrouwen, Marianne Vos die als geen ander een koers kan afmaken, en Riejanne Markus. De voorsprong groeide naar zo’n anderhalve minuut. Tot Nederland onder aanvoering van Vollering de achtervolging inzette. Een merkwaardige tactiek, vond ook Annemiek van Vleuten in de studio van de NOS, al bleef de oud-wereldkampioene mild in haar commentaar. ‘Je kunt er vraagtekens bij plaatsen.’
Nog was er niets verloren voor Nederland, ware het niet dat Vollering hoogstpersoonlijk haar landgenotes Vos en Markus de vernieling inreed. Alleen maar bezig met zichzelf probeerde ze haar concurrenten op de laatste klim te lossen, maar kwam er achter dat het parcours niet zwaar genoeg was.
Wel was ze op slag twee landgenotes kwijt.
Dank je wel, moet de grootste profiteur van het vrouwenpeloton gedacht hebben. Lotte Kopecky heeft een reputatie opgebouwd als wieltjesplakker en maakte die status weer eens waar. De lepe Belgische was eerder gelost maar kwam in het zog van de Amerikaanse Chloé Dygert weer terug. In de sprint rekende ze gedecideerd af met de vijf anderen die de slijtageslag hadden overleefd en prolongeerde zo haar wereldtitel. Het resulteerde in spottende reacties bij de zuiderburen. ‘De Nederlandse Vollering was de ideale ploeggenote voor Kopecky.’ Het zilver was voor Dygert, de Italiaanse Elisa Longo Borghini pakte het brons. En Vollering? Haar restte slechts plaats vijf. Mischa Bredewold eindigde op plaats 19.
Pieterse kon als enige Nederlandse lachen. De Amersfoortse was als dertiende de beste bij de beloften, die temidden van de profs hun eigen WK reden. ‘Het voelt gek, want bij het veldrijden en mountainbiken rijd ik al bijna twee jaar bij de elite’, zei Pieterse tegen de NOS. ‘Ik was er in de koers niet zo mee bezig. Toen we de laatste ronde ingingen, wilde ik verder van voren zitten om nog wat te betekenen voor de ploeg. Pas in de laatste tien kilometer, toen duidelijk was dat ik die kopgroep niet meer zou bijhalen, ben ik voor die titel gegaan. Heel bijzonder om die periode zo af te sluiten.’