De eerste Utrechtse Olympische medailles

Naar Anton Geesink is een straat genoemd, naar Jochem Uytdehaage een plantsoen, naar Marco van Basten een sportpark, naar Dafne Schippers een fietsbrug. De stad is zuinig met straatnaambordjes  voor zijn Utrechtse topsporters. In het Leidsche Rijn-stadscentrum is de Parijs-boulevard, de  Madrid-straat en de Wenen-promenade. Waarom geen Jan Vos-laantje of Nardus-markt? In 1912 zorgden de voetballer en de schermer voor de eerste Utrechtse medailles op de Olympische Spelen.

Jan Vos is in 1912 in Stockholm de belangrijkste schutter  van de bronzen voetbalploeg, Leo Nardus is lid van de eveneens bronzen degen-equipe. Vos en Nardus, de eerste is ambtenaar bij de belastingdienst, de ander avonturier en kunstverzamelaar. De voetballer is met het Nederlands elftal nooit verder gereisd dan Engeland, de ander heeft al naar goud gezocht in Argentinië.

Jan Vos uit de Utrechtse Prinsenstraat debuteert 16 maart 1912 in het Nederlands elftal. De Engelse amateurs zijn in Hull met 4-0 te sterk. Het is het jaar van de Olympische Spelen in Zweden. De deelname van onze ploeg aan het toernooi is onderwerp van discussie. In ‘Oranje Toen en Nu’’ lezen we dat de totale kosten voor reis en verblijf op vierduizend gulden zijn begroot en met dat bedrag hebben de clubs grote moeite.

Debuutwedstrijd van Jan Vos (tweede van links zittend).
Fotocredits: nationaal archief

Een trip naar Stockholm is in die tijd een geweldige onderneming. Op woensdagavond 20.22 uur vertrekt het voetbalteam vanaf station Rotterdam. De volgende ochtend om half zeven loopt de trein het station van Hamburg binnen.  Dan moet nog 26 uur worden gespoord en gevaren. Een dag later al staat voor de doodvermoeide Nederlanders de eerste wedstrijd tegen het organiserende Zweden op het programma. Na verlenging wordt met 3-4 gewonnen.  Jan Vos maakt het winnende doelpunt. Tegen Oostenrijk (3-1 winst) is de derde treffer van de Utrechter. Denemarken (4-1 verlies) verwijst de voetbalploeg naar de strijd om het brons en daarin schittert Jan Vos.  De aanvaller van UVV scoort tegen Finland de derde, vierde, vijfde, zevende en achtste goal. Zijn tweede treffer na een omhaal, iets dat nog niet eerder is vertoond door een Nederlandse internationaal.  Zijn vijf doelpunten in één interland blijven uniek tot 1934. Leen Vente evenaart de prestatie van Jan Vos door tegen België vijfmaal te scoren. In 1987 lukt het John Bosman tegen Cyprus (8-0) en in 1990 Marco van Basten tegen Malta (8-0).    

Op de Spelen van 1912 worden de vijf goals van Jan Vos overigens ruim overtroffen door Gottfried Fuchs. De Duitser maakt tien doelpunten tegen Rusland, einduitslag 16-0. Volgens de verhalen gedraagt doelman Lev Favorsky zich als een bokser en stompt alleen. De bal vangen doet hij niet en duiken naar de hoek is hem vreemd. Jan Vos komt door de eerste wereldoorlog niet verder dan 15 interlands en scoort daarin 10 doelpunten. Zijn laatste interland speelt hij in Kopenhagen tegen Denemarken op 17 mei 1914. De wereld staat dan al in brand. Na de oorlog gaat hij aan de slag bij DFC in Dordrecht en Sparta in Rotterdam, in 1924 keert hij terug naar UVV. Wout Buitenweg zegt later over zijn ploeggenoot. ‘ Hij doet me sterk denken aan Willem van Hanegem. Jan kon ook alles met dat linkerbeen van hem. Hij legde de bal waar hij hem wilde hebben.’  

Op 25 augustus 1939 overlijdt Jan Vos aan een hartverlamming, slechts 51 jaar oud.

Nardus

Van de andere bronzen medaillewinnaar kun je zeggen dat hij alles uit het leven heeft gehaald.  Leo Nardus verovert met de Nederlandse degenploeg bestaande uit Willem Hubert van Blijenburgh, Jetse  Doorman, een neef van schout-bij-nacht Karel, Arie de Jong en George van Rossem de bronzen plak. Met zijn 44 jaar en 65 dagen is hij de oudste Nederlandse deelnemer in Stockholm. Wikipedia beschrijft het leven van een wel heel kleurrijke Utrechter. Geboren op 1 mei 1868 als zoon van antiekhandelaar Manus Salomon en Catharina Ailida Berlijn, zijn eigenlijke naam Leonardus Salomon. Hij studeert aan de Amsterdamse Rijksacademie voor Beeldende Kunst en vertrekt na zijn studie naar Parijs. Op zijn 21ste reist hij naar Argentinië om goud te zoeken. Vijf jaar later is hij succesvol kunsthandelaar in de Verenigde Staten. Kort na de eeuwwisseling keert Leonardus Salomon terug naar Parijs.  Met de verkoop van schilderijen van Hollandse meesters heeft hij in de Verenigde Staten fortuin gemaakt en de kunsthandelaar wordt in de Franse hoofdstad ‘de man van vijftig miljoen’  genoemd.

Met de dochter van een Keulse kunsthandelaar woont de geboren Utrechter in een kasteel in de omgeving van de Franse hoofdstad. Voor zijn onderkomen laat hij een levensgroot beeld van hemzelf als schermer plaatsen. Twijfels ontstaan over de echtheid van zijn verkochte schilderijen. In 2011 laat hij zijn naam bij Koninklijk Besluit veranderen in Leo Nardus. Een jaar later neemt hij als schermer deel aan de Spelen. Nardus is ook een meer dan verdienstelijk schaker. Hij woont enige tijd in Blaricum, maar reist veel door Zuid-Europa en Noord-Afrika. In 1921 verhuist Nardus definitief naar Tunesië waar hij een roze paleis laat bouwen. Zijn dochter en een gouvernante trekken bij hem in. Om bij de scheiding van zijn vrouw gerechtelijke problemen te voorkomen vertrouwt hij 156 schilderijen toe aan zijn compagnon Arnold van Buuren. De laatste wordt door de Duitsers gearresteerd in 1941 en de kunstcollectie van Nardus verdwijnt richting Duitsland. Nardus raakt aan lager wal en moet in 1951 zijn roze paleis verkopen. Juni 1955 overlijdt Nardus op 87-jarige leeftijd in Tunesië.

Vos en Nardus waren onderdeel van een team, de voetbalploeg en het degenteam. Op de Olympische zomerspelen zijn individuele winnaars van goud, zilver en brons met een Utrechts geboortebewijs heel zeldzaam. De eerste: judoka Anton Geesink in 1964. 48 jaar geleden. De laatste Dafne Schippers, winnares van het zilver in 2016 op de 200 meter in Rio de Janeiro.

Vorige
Vorige

Nederlandse topsportstrategie

Volgende
Volgende

Anton en Dafne zijn nog steeds een uniek duo