Goud, maar ook roemloos ten onder

De Woerdense wielrenner Arie van Vliet wint tijdens de Olympische Spelen van 1936 een zilveren medaille. Op de foto rijdt hij een paar jaar later als eerste over de finish tijdens de wereldkampioenschappen in het Olympisch Stadion van Amsterdam. Fotocredits: Anefo / Van Oorschot / CCO

Nog voor de Tweede Wereldoorlog belandt er al olympisch wielergoud in Utrechtse contreien. Baanrenner Arie van Vliet uit Woerden is in 1936 in Berlijn de beste op de kilometer en pakt zilver op de sprint. Dat had tweemaal goud moeten zijn. In de sprintfinale wijkt zijn Duitse tegenstander van zijn lijn en hindert Van Vliet. Volgens de regels moet hij gediskwalificeerd worden. De jury acht hem inderdaad schuldig maar de door Adolf Hiltler aangemoedigde Duitser komt er met een boete vanaf. De aangeslagen Van Vliet verliest vervolgens ook de tweede serie.

Utrecht heeft een rijk, olympisch wielerverleden. Met hoogtepunten, maar ook roemloze deelnames, zo blijkt uit een bloemlezing. In 1936 is ook de Utrechtse vereniging De Volharding vertegenwoordigd op de Spelen. Ben van der Voort en Chris Kropman maken deel uit van het achtervolgingskwartet, dat bijna de ploeg van de Amerikanen heeft ingehaald als het noodlot toeslaat. Zwartepoorte raakt het wiel van Utrechter Van der Voort en komt ten val.  Kropman kan hem niet ontwijken en valt eveneens.

In 1960 in Rome ontsnapt Utrechter Lex van Kreuningen al na 20 kilometer in de wegwedstrijd. Volgers wijzen op hun voorhoofd. Er is namelijk sprake van een enorme (40 graden) hitte. Landgenoot Jan Hugens voegt zich bij Van Kreuningen. Halfkoers heeft het Nederlandse duo 35 seconden voorsprong op zeven achtervolgers. Jan Janssen probeert bij de jagende groep aan te sluiten, maar kan het tempo niet volgen. Van Kreuningen en Hugens worden na 100 kilometer ingelopen en missen de kracht om mee te springen met onder meer de latere winnaar uit Rusland Viktor Kapitanov.     

Surprise

Geboren in een Utrechts ziekenhuis woont Fedor den Hertog in zijn jeugd in Linschoten en Woerden, verhuist naar de Oekraïne en strijkt bij terugkeer neer op de Veluwe. In 1968 in Mexico zorgt hij voor een geweldige surprise door met Joop Zoetemelk, René Pijnen en Jan Krekels goud te winnen op de 100 kilometer lange ploegentijdrit. Vier jaar later wint Den Hertog in München, waar Hennie Kuiper een dag na de aanslag olympisch kampioen wordt, brons in de ploegentijdrit, maar in de plas van Aad van der Hoek wordt een verboden stof aangetroffen en de medaille moet weer worden ingeleverd.

Monique Knol is een Friezin uit Wolvega. Tijdens de Spelen in Seoul (1988) is zij woonachtig in Soest. In een lange sprint trekt Knol aan het langste eind. De gouden medaille is de eerste van een Nederlandse wielrenster. Knol doet het vier jaar later nog eens dunnetjes over. Landgenote Leontien van Moorsel is in Barcelona favoriet voor het goud, maar de samenwerking in de Nederlandse ploeg laat te wensen. Van Moorsel eindigt als 23ste.. Knol sprint naar brons, dat met scheve gezichten wordt begroet.  

Vier Spelen

Peter Schep debuteert in 1996 op de Spelen. De baanrenner uit Lopik zal ook in 2000, 2004 en 2008 van de partij zijn. In Atlanta wordt Schep twaalfde op de ploegachtervolging. Vier jaar later in Sydney is de ploeg gewijzigd en ook het resultaat: zevende. Oekraïne schakelt Schep en consorten uit in de kwartfinale. Weer vier jaar later, nu in Athene, wordt de stijgende lijn voortgezet met een vijfde plaats.

In 2008 rijdt Schep met Jens Mouris de ploegkoers over 50 kilometer. Argentinië wordt in Beijing de verrassende winnaar, Schep wordt achtste maar kan wel zeggen dat hij de Britten Mark Cavendish en Bradley Wiggins (9e) op de Spelen voorbleef.

Annemiek van Vleuten is geboren in Vleuten en op jonge leeftijd verhuisd naar Gelderland. In de individuele wegwedstrijd voor vrouwen heeft ze in 2016 in Rio het goud voor het grijpen. In de afdaling van de laatste berg vliegt ze uit de bocht en komt pas bij in het ziekenhuis, waar een zware hersenschudding en scheurtjes in haar wervelkolom worden geconstateerd. Haar kamergenote Anne van der Breggen verzacht de wonden door het goud te veroveren. Van der Breggen is langs Van Vleuten geflitst en denkt aan het allerergste. Ze viert haar titel uitbundig als ze hoort dat haar kamergenoot het naar omstandigheden redelijk maakt.  

Het leed op de fiets is daarmee niet voorbij in Rio. Ellen van Dijk, geboren in Harmelen, belandt tijdens de individuele tijdrit bij de vrouwen in de berm, moet van de fiets en verliest kostbare seconden die ze op het einde tekort komt. Van Dijk wordt vierde. Met Van Vleuten was ze er overigens ook vier jaar eerder al bij in Londen. De twee hielpen mede Marianne Vos aan goud in de wegwedstrijd, terwijl Van Dijk in de tijdrit de achtste tijd liet noteren.

In de wegwedstrijd van 2021 in Tokio springt Van Vleuten in de slotkilometers weg en denkt te winnen. Helaas is de Oostenrijkse Anna Kiesenhofer dan al over de finish, de Nederlandse ploeg wist niet dat ze nog vooruit was. Drie dagen later is Van Vleuten oppermachtig in de tijdrit en verovert op 38-jarige leeftijd dan toch haar gouden olympische medaille.
Jan-Willem van Schip, die in Rio debuteerde op de Spelen, ligt in het omnium op koers voor een medaille. Na drie van de vier onderdelen staat de Schalkwijker tweede, maar kan die plek door vermoeidheid niet vasthouden. Hij wordt zesde in het eindklassement. Deze zomer krijgt Jan-Willem van Schip net als Ellen van Dijk nog een herkansing in Parijs.

Volgende
Volgende

Femke Bol en N’ketia Seedo in estafetteploeg op de Spelen