Utrechtse kanshebbers

Zekerheidjes

Volgens sportdatabureau Nielsen’s Gracenote gaat Nederland op de Olympische Spelen 2024 18 gouden, 5 zilveren en 15 bronzen medailles winnen. Een uitzonderlijk hoog aantal, waarmee ons land op de vierde plaats in de ranking zou eindigen. Achter de Verenigde Staten, China en gastland Frankrijk.

Het databureau komt tot deze voorspelling op basis van ‘data van eerdere Olympische Spelen en data van recente wedstrijden en toernooien waaraan de sporters deelnemen’.

Journalist Hans van Ommeren komt uit op de volgende Utrechtse oogst: drie atletiekmedailles,  twee komen er uit het wielrennen (Puck Pieterse en Jan-Willem van Schip) en Sharon van Rouwendaal scoort ook op haar derde Spelen. Daarom, ter verdere introductie de drie vrouwen die de Utrechtse eer naar verwachting hoog zullen houden.


Naam: Femke Bol

Leeftijd: 24 jaar

Professie: atlete

Doel: olympisch goud

Naam: Puck Pieterse

Leeftijd: 22 jaar

Professie: mountainbikester

Doel: olympisch goud

Naam: Sharon van Rouwendaal

Leeftijd: 30 jaar

Professie: zwemster

Doel: olympisch goud

De verzuring is verschroeiend. Alle signalen staan op rood: stoppen, de spieren kunnen de zware inspanningen niet meer aan. De 400 meter horden is behalve een uitermate technisch nummer een discipline waarop een atleet ‘sterft’. 

Femke Bol behoort tot het elite groepje dat door de verzuring heen kan lopen. Wanneer de pijn toeneemt lijkt ze er juist kracht uit te putten. De Amersfoortse heeft nu al enkele memorabele eindsprints achter haar naam. Zoals vorig jaar op de WK, waar Nederland goud won op de 4x400m van de vrouwenestafette.

Pas op haar achttiende koos Bol voor de horden. Daarvoor richtte ze zich op de 400 meter vlak, ook op die discipline behoort ze tot de wereldtop.  Maar de horden hebben haar voorkeur. Met ontspannen tred en in vloeiende stijl gaat ze de tien hekjes te lijf. Sinds de Amerikaanse wereldrecordhouder Sydney McLaughlin verklaard heeft haar olympische titel te willen verdedigen wordt er gesproken over de ‘race van de eeuw’ op 8 augustus, 21.25 uur in Parijs.


Een alleskunner op twee wielen. Crossen door het veld, koersen op de weg maar bovenal knallen over ruig terrein met rotsachtige paden. Sinds ze amper tien jaar oud met haar vader de bossen introk heeft de fiets Puck Pieterse nooit meer losgelaten.

Ze heeft er een karrevracht aan medailles mee geoogst. Op nationale, Europese en wereldkampioenschappen stond de Amersfoortse op het podium, veelal in het veldrijden. Sinds vorig jaar wordt haar naam ook met ontzag uitgesproken in het mountainbikemilieu. Pieterse schreef historie door als eerste Nederlandse de wereldbeker te veroveren, als debutant notabene. En dit voorjaar dook ze op in het wielerpeloton, waar ze in de zwaarste klassiekers vooraan koerste. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.

Aanvallen zit Pieterse in het bloed. Soms had ze haar krachten beter kunnen doseren, maar om zonder strijd de finish te bereiken zit nu eenmaal niet in haar karakter. Hoe de olympische cross country ook afloopt, een ding staat vast: Puck Pieterse zal zich tot in elke vezel hebben gegeven.


Op school werd ze veelvuldig gepest. ‘Je stinkt naar chloor’, zeiden klasgenootjes. Daar sprak jaloezie uit omdat de kleine Sharon kon zwemmen als de beste.

Geboren in Baarn groeide ze op in Soest tot ze op haar zevende met haar ouders naar Frankrijk verhuisde. Daar ontwikkelde ze ondanks - of juist dankzij - een bruut trainingsregime haar zwemvaardigheden. Die kwamen vooral tot hun recht op de langere afstanden. Van Rouwendaal bleek een voorliefde te koesteren voor zwemmen in open water en heeft inmiddels twee wereldtitels op zak op de olympische afstand, de 10 kilometer. De eerste realiseerde ze in 2022 in Hongarije, de tweede in februari  dit jaar in Doha (Qatar).

Het betekende tevens kwalificatie voor Parijs. Want daar mag de zwemster met de ijzeren wil zeker niet ontbreken. In 2016 was ze al de beste in Rio de Janeiro en bij de volgende Spelen in Tokio greep ze het zilver.