'Ik weet dat topsporters veel meer in huis hebben dan alleen dat talent voor sport'
'Ik wilde niet stoppen na zo’n rot jaar. Ik ben na de operatie dus nog een jaar doorgegaan en wilde me voorbereiden op wat ik daarna wilde doen. Ik heb bewegingswetenschappen gestudeerd, maar mijn interesses zijn breed. Topsport is leuk, maar niet mijn eerste prioriteit. Ik ben in Italië jeugd gaan coachen, wat ik erg leuk vond. Dat ben ik echt gaan ontdekken. Ook een thema als een gezonde leefstijl vind ik erg interessant. Topsport moet ook een effect hebben op de breedte.’Het is één van de thema’s waarover ze nu veel nadenkt. ‘Mijn baan geeft me veel vrijheid en veel moet nog precies worden ingevuld.’ Hoe of wat is dus nog niet duidelijk, er is pas net een begin gemaakt. Helder is wel, dat ze een schat aan ervaring heeft. ‘Ik heb veel goed voorbeelden gezien van hoe topsport is georganiseerd. Zowel op de campus in Honolulu als bij een club in Italië en bij het NTC in Nederland.’Versterken van het topsportklimaat in de stad Utrecht is haar hoofdtaak bij SportUtrecht. Ze richt zich daarbij op het verlenen van mobiele ondersteuning aan topsportclubs en regionale talentcentra (RTC´s), op versterking van het sporttechnisch kader via de Masterclass Topcoaches bijvoorbeeld, op de verdere ontwikkeling van Talentboek Utrecht en op de ondersteuning van de ambities van de RTC’s.
‘Ik ben me volop aan het oriënterenen ga langs bij verenigingen ende talentencentra in de regio.’
Ze zal in haar functie een duizendpoot moeten zijn. Die duizendpoot verkent dus nog, maar is wel voorzien van de nodige bagage. ‘We trainen heel intelligent in Nederland,’ antwoordt ze op de vraag hoe ze aankijkt tegen het topsportklimaat in Nederland. ‘Coaches en speelsters zijn meer in gesprek met elkaar, vergeleken met het buitenland. We kennen die hiërarchie niet zo. In Italië moet je gewoon luisteren naar de coach. En in de VS wordt vooral heel hard getraind, met geweldige faciliteiten overigens. Zo’n campus als op Hawaï zullen we hier niet snel krijgen.’ Meer erkenning Er is nog een ervaring die ze meeneemt uit Italië en de VS: ‘In beide landen ben je een sportheld, je hebt aanzien. En dát is in Nederland minder zo. Daar mag wat mij betreft wel wat verandering in komen. Want ik weet dat topsporters veel meer in huis hebben dan alleen dat talent voor sport. Ik wil daar iets mee. Binnen mijn functie past ook dat ik die talenten meer erkenning geef in de stad.’ Aan de andere kant ziet ze ook dat de mentaliteit van sporters beter mag. ‘Als sporter moet je al vroeg belangrijke keuzes maken en daar volledig achter staan.’Bij haar rondgang langs sportclubs die zich met talentontwikkeling bezighouden weet ze dat er clubs zullen zijn die blij zijn met de ondersteuning, zoals andere al veel zelf hebben geregeld. Bij het RTC Shorttrack op De Vechtsebanen resulteerde het al tot een mooie afspraak. ‘Ze verzamelen daar veel data van de jonge talenten, met logboekjes bijvoorbeeld. Belastbaarheid is daar een belangrijk thema. Je hebt immers te maken met talenten die ook naar school gaan. Vanuit mijn achtergrond als bewegingswetenschapper ga ik kijken of daarbij kan helpen, om concreet handvatten te geven. En de bedoeling is dat het reproduceerbaar is; dat we het ook bij andere clubs of teams kunnen aanbieden.’
Lees hier het eerste deel van het interview met Amarens Genee. Meer weten? Zie www.sportutrecht.nl/topsport of neem direct contact op met Amarens via amarens.genee@sportutrecht.nl