‘De club heeft me nooit meer losgelaten’

Het is stil in de trainingshal van de Utrechtse worstelaars. Het coronavirus heeft ook in het gezellige onderkomen aan het Heycopplein 5 diepe wonden geslagen. En nadat op deze dinsdag de toptalenten Marcel en Tyrone Sterkenburg (19) de matten hebben opgeborgen rest er niets dan stilte. De tweeling uit Hilversum traint nog hard om hun droom waar te maken: deelname aan de Olympische spelen van Tokio later dit jaar. Alleen om die reden is de trainingsaccommodatie van De Halter aangewezen als topsportlocatie en is er nog enige worstelactiviteitHet valt voorzitter Erwin Goris (58) en clubicoon Joop Leblanc (82, 67 jaar lid) zwaar, zittend in de verlaten kantine vanwaar we goed zicht hebben op de sportzaal. In het verleden werd hét Paastoernooi voor de jeugd georganiseerd in de Veilinghal waar De Halter wel zes wedstrijdmatten ter beschikking had. Maar na de sloop van de karakteristieke hal met de houten bogen, verhuisde het topevenement (ruim 600 worstelaars uit meer dan twintig landen) naar De Vechtsebanen en wordt het nu gehouden in sporthal Galgenwaard. ‘Met het Grenslanden Toernooi in Landgraaf voor senioren, dat dit jaar ook niet doorgaat, waren dat de belangrijkste worstelevenementen van Nederland.’ LeblancLeblanc is geen onbekende in Utrecht. Best kans dat u, de wat oudere lezer, door hem bent geweigerd of toegelaten tot befaamde discotheken als Hordijk (Mariaplaats), Don Quichot (Visschersplein) en, een blauwe maandag, Cyrano de Bergerac.  ‘Als portier hielden we het uitgaansleven in Utrecht veilig.’ Of Leblanc tapte voor u een glaasje bier in café De Potdeksel (Lucas Bolwerk) voordat de inmiddels overleden en altijd gastvrije kroegbaas Fred Besselse er de scepter zwaaide.Veilig en vertrouwd was ook de omgeving waarin de uiterst vitale Leblanc sportte. ‘De Halter was een virus voor het leven, er bestond geen medicijn voor. Hier speelde je sociale leven zich af. Meisjes kwamen naar ons kijken en wij gingen dan weer naar hun kijken bij de gymnastiekvereniging. Er ontstonden banden voor het leven.’ Goris (46 jaar lid): Als je lid was van De Halter kon je, nog voor mijn tijd, goedkoop trouwen. De zaal kreeg je voor niks, de drankjes en hapjes tegen inkoopsprijs. En wat je over had, kon je weer retourneren. Kreeg je nog geld terug ook. En in het verleden werden er ook dansavonden gehouden na de worstelwedstrijden.’ JubileumMet het naderende 100-jarige bestaan is De Halter echter niet de oudste worstelvereniging van Utrecht. De moeder aller krachtsportclubs in de Domstad is Olympia, dat op 4 juni 120 jaar bestaat. Uit die club – gevestigd aan de Willem Arntszkade 5 – kwamen De Halter, SDZ en De Staalkoning voort. Vier worstelverenigingen liefst telde de stad in het verleden. Niet voor niets dat Utrecht ook wel de worstelstad van Nederland werd genoemd. Meermaals bestreden Olympia en De Halter elkaar het landskampioenschap bij de senioren.Van enige rivaliteit tussen de Halter en Olympia is nu echter nauwelijks sprake, zeggen Goris en Leblanc. Dat kan ook eigenlijk niet. Want? ‘Er is al jaren geen seniorencompetitie meer. In tijd van twintig jaar verdwenen zo’n 21 clubs, vaak door het gebrek aan vrijwilligers. Het toekomstperspectief voor de sport is niet geweldig, als je eerlijk moet zijn. Vandaar ook dat het zo jammer is dat die twee toernooien niet door kunnen gaan. Dat zorgt toch voor een impuls. Voor ons is het extra zuur, want in ons jubileumjaar zou het Easter Wrestling Tournament dit jaar de vijftigste editie beleven. Een dubbel feestje wordt ons een beetje door de neus geboord.’ TalentDesondanks aan jeugdige talenten geen gebrek bij De Halter. Naast de genoemde Marcel en Tyrone Sterkenburg zijn dat Bredi Slinkers, Reka van Os en Britt Lodder. ‘We hebben tien jaar geleden voor onze jeugdleden een licentie aangevraagd in Noordrijn-Westfalen. Onze meiden gaan eenmaal per maand naar Duitsland om daar wedstrijden te worstelen en te trainen. Daarmee willen we  het niveau van de club toch hoog houden.’En daarmee benoemen Goris en Leblanc een ontwikkeling die wel eens een nieuwe levensader kan worden voor het worstelen. Het vrouwenworstelen wordt immers steeds populairder. ‘Ik denk dat er rond de twintig meiden bij De Halter lid zijn, echt een ontwikkeling van de laatste jaren.’ Leblanc: ‘In het begin vond ik het eigenlijk maar niks. Maar ik moet zeggen dat ik er nu anders tegenaan kijk. Ik denk dat worstelen heel goed is voor hun zelfvertrouwen.’Van een club die in het verleden ‘bestond’ uit de families Alflen – liefst acht worstelende broers – De Nijs, Cirkel en Piek, is De Halter nu een club geworden waar de leden uit alle uithoeken van het land komen. Goris: ‘En de sport zorgt ervoor dat het een familie is. Ik werd lid op m’n twaalfde, heb twintig jaar aan wedstrijdsport gedaan. De club heeft me nooit meer losgelaten. Zelf worstel ik niet meer, maar ik ben zo betrokken dat ik al diverse bestuursfuncties heb gehad. Nu ben ik sinds drie jaar voorzitter.’ KrachtMaar, bekennen beiden, de club is zeer schatplichtig aan de door de stad Utrecht gedecoreerde Nol Kooymans, de in 2015 overleden erevoorzitter. ‘Zonder Nol hadden we hier nu niet gezeten. Hij heeft er voor gezorgd dat we nog altijd aan het Heycopplein zitten. Het is onvoorstelbaar wat hij allemaal voor elkaar heeft gekregen. Na speurwerk van Nol bleek het stenen hoofdgebouw, dat na de sloop van de Veilinghal is blijven staan, te zijn gebouwd in de Amsterdamse Stijl. Daardoor is het tot gemeentelijk monument verklaard en aan de slopershamer ontkomen. Nol had op een gegeven moment net zoveel te vertellen als de burgemeester.’ Leblanc: ‘In ons successeizoen 1980/1981 was Nol trainer van de senioren en ik van de jeugd. Ook de verdiensten van Hans Galesloot mogen overigens niet worden onderschat.’ Goris: ‘We hebben altijd een harde kern gehad van bestuurders en vrijwilligers, dat is de kracht De Halter.’Ondanks de niet geweldige perspectieven van de worstelsport heeft De Halter naast een familiaire functie, ook een buurtfunctie gekregen. In een vrij nieuwe wijk nabij de Veilinghaven biedt het trotse De Halter niet alleen onderdak aan ongeveer honderd worstelaars, maar ook aan seniorenfitness, buurtfitness, recreatief basketbal en personal trainers. ‘Uiteraard is dat goed voor onze financiële huishouding, maar op deze manier kunnen we als vereniging tevens voor continuïteit zorgen.’

Vorige
Vorige

Soms keihard, maar altijd recht door zee

Volgende
Volgende

Van Schip en Havik geven visitekaartje af voor Tokio