Geen modderpoel gaat Sylke Haverkorn te ver

Zichtbaar genietend vertelt ze over haar trainers- en coachingwerk met de vrouwen van RUS,  met de mannen van de Nieuwegeinse Rubyclub en bij het nationale team. ‘Ik hou van die sport waar respect voor de tegenstander, de scheidsrechter en het publiek nog steeds hoog in het vaandel staat. En er zit van alles in: technisch, tactisch, conditioneel en fysiek. En dat spreekt mij nu eenmaal aan.’Voordat ze toetrad tot de wereld van de scrum, de conversie en de try en de ovale bal vrijwel een verlengstuk van haar lichaam werd, was ze in het oosten van het land te vinden op het voetbal- en het softballveld en stond ze ook op de tennisbaan haar ‘mannetje’.Inmiddels is Haverkorn zes dagen in de week, weer of geen weer,  op de velden en in de modder te vinden. Is het niet bij de vrouwen van RUS dan is het wel bij de mannen van Nieuwegein met wie ze een deal maakte. ‘In de rugbysport zit geen geld. Daarom probeer je tot creatieve oplossingen te komen. Zo heb ik de vrouwen van RUS en de mannen van Nieuwegein bij elkaar gebracht. De ene groep wil niet verliezen en wint op fysiek (de mannen) en de vrouwen hebben een wat hoger niveau. Dat werkt prima en daar haal ik mijn plezier dan ook weer uit.’Dat de schoorsteen ook bij Haverkorn moet roken, is logisch, maar rijk worden van haar harde werk op de velden zal ze niet. ‘Ik verdien mijn geld als beweegmakelaar bij Harten voor Sport; daar werk ik vier dagen per week, meer tijd heb ik gewoon niet.  Mijn vrijwilligersvergoeding (maximaal 1500 euro per jaar, red.) dekt een klein gedeelte van de vervoerskosten. Om de rest te kunnen bekostigen geef ik dus clinics.’Terwijl Haverkorn in de praktijk al haar kennis en kunde overdraagt, is ze zelf ook enorm leergierig.  ‘Ik maak deel uit van het High Performanceteam binnen de Rugbybond. Een team van  topcoaches, ieder met een eigen specialiteit. Wij worden bondsbreed ingezet, zowel bij de mannen, de vrouwen als bij de jeugd.’Maar dat was niet voldoende voor deze Utrechtse topper. ‘Ik heb gewoon bewondering voor bepaalde coaches. Een daarvan is Andy Egonu, een Engelsman met een enorme staat van dienst, als speler en als coach.’Egonu werkte en speelde in landen Engeland, Wales en in Frankrijk  op de academie van Stade Français Paris, een van de grootse clubs ter wereld. ‘Ik heb hem gewoon opgebeld en hij is naar mijn werk komen kijken. Wat denk je, hij was onder de indruk en wil mij helpen. Ik krijg dus gewoon huiswerk van hem op. Ik ben heel snel aan het leren hoe het nog beter kan en heb mij daar, ook in mijn privéleven, totaal op ingesteld.’ 

Vorige
Vorige

Mad dog hoopt het verschil te maken

Volgende
Volgende

Misschien wel de meest sportieve sport