Hans Kraay sr. overleden

Van het befaamde team van destijds is nu vrijwel iedereen overleden, alleen Henk Temming (staand tweede van links) en Andries Nagtegaal (staand geheel links) zijn nog in leven.Hans Kraay (staand tweede van rechts) was een ouderwetse stopper die samen met Nagtegaal en Martin Ockhuijsen de solide defensie van de Kanaries vormde, in de rug gesteund door de legendarische doelman Frans de Munck. ‘Hij was de man die we destijds zo nodig hadden om landskampioen te kunnen worden. Frans was sterk in alle facetten van het keepersvak, hij vormde de slagroom op de taart. We hadden natuurlijk ook Ton van der Linden in huis die meesterlijke dingen liet zien.’Hans Kraay is enkele maanden na zijn echtgenote Lia overleden, dat gebeurde in juni. Een gebeurtenis die hij nooit heeft kunnen verwerken. Want de laatste jaren was hij dag en nacht aan de zijde van zijn vrouw die in een verzorgingshuis opgenomen moest worden. Dat was ook de reden dat hij de laatste tijd ontbrak op zijn vaste stek in Galgenwaard bij de thuiswedstrijden van FC Utrecht waar hij samen met Henk Temming en de intussen ook overleden Gerrit Krommert een graag geziene gast was.Zelf heb ik Hans Kraay geregeld mogen spreken bij nostalgische gebeurtenissen waar de historie van DOS in het geding was. Hij was altijd de man die het woord nam, wanneer er een huldiging of een nostalgische gebeurtenis aan de orde was zoals de onthulling van het standbeeld bij Stadion Galgenwaard waar het kampioensteam van DOS is aangebracht. Als vader van televisiepresentator en trainer van FC Lienden Hans Kraay junior, trad hij steeds minder in de openbaarheid naarmate zijn gezondheid en eerder die van zijn vrouw verslechterde.Toen ik twintig jaar geleden het boekje ‘De kampioenen veertig jaar later’ heb geschreven en daarin alle spelers aan het woord liet  (voor zover nog in leven) van het kampioensteam, was Hans Kraay de meest gedocumenteerde. Hij vertelde uitgebreid hoe hij als jonge speler genoten had van de feestvreugde in Utrecht na het behalen van de landstitel. ‘Er was in de stad geen doorkomen aan, we reden in open landauers door Utrecht en het stond rijen dik langs de kant. Ik heb die landstitel ervaren als een beloning voor kwaliteit en teamgeest, dat kwam in 1958 allemaal samen. Ik hoop van harte dat FC Utrecht dat nog een keer zal halen, al zal ik dat niet meer meemaken.’

Vorige
Vorige

De Windhoek kansloos

Volgende
Volgende

‘Worstelen is natuurlijk de mooiste sport ter wereld’