Intens en vol passie, zelfs op die ‘enge’ balk

Niet één talent haalt het in het hoofd om de uitleg van de trainer te onderbreken of mede-talenten uit te dagen voor een spelletje tikkertje. ‘Tja’, zegt Benny Naber, bestuurslid bij Turn4U met de portefeuille Public Relations. ‘Roos Jonker is zo'n prachtig voorbeeld van het succes van Turn4U. Ze is 11 jaar en was lid van sv Irene in De Bilt. Daar werd haar plafond op districtsniveau ingeschat. Jonker kwam bij ons en onze professionele trainers zagen dat anders. Zij gingen met haar aan de slag en zij maakte bij ons dermate snel progressie, dat zij nu is geselecteerd voor de OJTS.’En Jonker is niet het enige talent dat door Turn4U aan OJTS wordt afgeleverd. Naber: ‘Klopt. Jessy Gravenbeek (‘Ik wil naar de Olympische Spelen’) en Pleun Reinders, beiden zijn eveneens pas 11 jaar, zijn ook geselecteerd, alsmede de mannen Danté Holwijn, Jannik Mertz en Wytze Bouwmeester. Daar zijn wij uiteraard erg trots op.’ Enge dingenDe turnsters moeten er wel wat voor doen en wellicht andere jeugdactiviteiten ontberen. ‘Dat eerste wel, maar dat tweede niet’, bezeert Naber. ‘De vrouwen en mannen trainen tussen 20-24 uur per week. Het programma luidt: ochtendtraining-school-eten-avondtraining-Jeugdjournaal en naar bed. Dat zes dagen per week. Maar dat gebeurt met het allergrootste plezier, ze ervaren dat niet als een sleur.’Dat het niet áltijd rozengeur en maneschijn is op de training, spreken de drie geselecteerden in koor tegen. ‘Nee, als we stomme dingen moeten doen, dan vinden we er niets aan.’ Wat zijn dan stomme dingen? ‘Nou, enge dingen, zoals de balk’, wordt er onder het luisterend oor van trainer Willemijn Niemeyer gegiecheld .Niemeyer is één van de twintig gediplomeerde trainers en zo'n 30-35 uur per week in de sporthal aan het werk met de talenten. In de avonduren wordt ze geassisteerd door haar, eveneens gediplomeerde, echtgenoot. ‘Het is natuurlijk fantastisch om te zien hoe gedisciplineerd de talenten zich gedragen en met de oefenstof omgaan.’De talenten moeten natuurlijk wel ‘skills’ hebben om wekelijks ruim twintig uur met hun hobby bezig te zijn. Het is immers wel een liefhebberij met een doel: wedstrijden turnen op landelijk en hopelijk internationaal niveau. Het is niet een kasteeltje van Lego bouwen om het later weer af te breken en van dezelfde stenen een locomotief te maken.Naber kan dat laatste bevestigen. ‘De talenten hebben een intrinsieke motivatie. Ze willen weten wat er allemaal mogelijk is en een ijzeren discipline is daarbij noodzakelijk.’Het aanschouwen van een training is werkelijk een lust voor het oog. Zo ook de bijeenkomst van deze zondagmiddag waar van 13.30-17.30 uur echt wordt getraind. Het is aanpoten voor de jonge turnsters en turners. Er zijn ongeveer veertig meisjes in de leeftijd van 9-16 jaar. Ze trainen op de balk, de brug, de vloer en de sprong. Bij de jongens (dit weekend voor een internationale wedstrijd in Luxemburg) komt daar het paardvoltige en de ringen bij. De intensiteit is indrukwekkend. Het enthousiasme straalt er af.De talenten volgen de instructies van de gediplomeerde trainers naadloos op en tijdens de vier uur durende training is er slechts sporadisch tijd voor een slokje water of een hapje van de meegenomen boterham. Resultaat wordt bereikt door het eindeloos oefenen van technieken en daarop geconstrueerde oefeningen.Turnen is niet zoals bijvoorbeeld een (voetbal)wedstrijd waarbij het team wint dat de meeste punten scoort; bij die sporten hoeft de winnaar niet altijd het beste te zijn geweest. Nee, bij turnen moet je een oefening feilloos turnen. De oefening wordt door drie juryleden per toestel beoordeeld en dat resulteert in een puntenwaardering op basis van de uitvoering en uitstraling van de atleet.‘Na de olympische oefening in Rio (2016) van Sanne Wevers zag ik onmiddellijk, dat het een gouden oefening was’, verklaart Niemeyer. ‘Waarom? Omdat ze de oefening feilloos voltooide. En de uitstraling is ook zo belangrijk; die glimlach tijdens de oefening. Dat wil het publiek toch zien? En dat niet alleen voor het publiek. Bij een gelijk aantal punten namelijk zal de jury altijd het voordeel geven aan de prettigste presentatie.’ PuberteitTerug naar Utrecht en Turn4U, dat een succes genoemd mag worden. Werd er in 2011 begonnen met vijftig talenten, anno 2016 staat de teller op 400. Van dat aantal is negentig procent van het vrouwelijke geslacht. Er wordt geturnd in zes divisies. Drie divisies op districtsniveau en drie op landelijk niveau. Er wordt geselecteerd op kwaliteit en leeftijd. De jongste talenten zijn zes jaar oud en trainen louter met een standaardprogramma. Op latere leeftijd gaan de turners over op vrije oefeningen.Hoeveel talenten het kunnen opbrengen om een groot deel van hun jeugd in de turnhal door te brengen? Naber: ‘Dat percentage ligt vrij hoog. Een kritieke fase is de puberteit. Een periode waarin het talent misschien toch andere interesses krijgt en wel eens met blessures te kampen heeft. De trainingen vóór die puberteit hebben echter dan al aangetoond zeer waardevol te zijn. De talenten wordt een bepaalde houding aangeleerd. De vrouwelijke talenten zijn op jonge leeftijd al echte dametjes.’‘De noodzaak en het nut zijn ruimschoots bewezen’, vervolgt Naber, ‘het is alleen een kostbare zaak voor de ouders. Wij zijn hoofdhuurder van de turnhal en moeten dus eigenlijk alleen de sporthal rendabel maken. De huur bedraagt 68 euro per uur, exclusief btw. Tel daarbij op de vergoedingen voor de professionele trainers en hun assistenten, dan ben je als ouder per maand al gauw zo'n 160 euro kwijt. Dit nog afgezien van de reiskosten huis-turnhal en vice versa. Dat is veel geld, helemaal als er meerdere kinderen uit één gezin naar de turnhal willen.’De gemeente subsidieert een beetje, de KNGU (Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie) en het NOC*NSF verlenen op dit deel van het traject naar de top nog geen financiële steun. Turn4U adverteert niet voor nieuw talent. De leden worden door bestaande verenigingen aan de wedstrijdsport afgeleverd of ‘ze komen aanwaaien’. In dat laatste geval wordt er wel gekeken of er voldoende talent bij de kandidaat aanwezig is. Naber: ‘We willen niet alleen samenwerken met verenigingen uit de stad, maar ook verder gaan kijken dan de stad Utrecht en directe omgeving.’

Vorige
Vorige

Coachen zit Orca-man Edwin Zijp in het bloed

Volgende
Volgende

Manege Rijnenburg