Weerbaarder door vecht- en verdedigingssporten
Dat stelt het Mulier Instituut, dat de bijdrage van sport- of cultuuractiviteiten in sportverenigingen en culturele instellingen aan de ontwikkeling van kinderen uit gezinnen rond de armoedegrens in kaart heeft gebracht. Uit het onderzoek dat in 2016 plaats vond blijkt ook dat de rol van de trainer groot is bij vechtsporten. Hij of zij kan een veilige omgeving creëren en fungeren als rolmodel voor kinderen. Wanneer dit gebeurt kan vechtsport bijdragen aan de psychosociale ontwikkeling van kinderen, zeker wanneer zij tot maatschappelijk kwetsbare groepen behoren. Voor deze kinderen kan sport- of cultuurdeelname als uitlaatklep dienen. Ze kunnen hun emoties kwijt, leren doorzetten en vinden in de sport en cultuur rust en afleiding. BaatMet name kinderen die onzeker of sociaal onderontwikkeld zijn, kunnen veel baat hebben bij een vecht- of verdedigingssport. Zij krijgen meer zelfvertrouwen en worden weerbaarder. Vanwege deze voordelen zou dit soort sporten meer onder de aandacht mogen worden gebracht. Mogelijk worden kinderen niet bereikt, die wel op vecht- of verdedigingssporten zouden willen of die het nodig zouden hebben. Het zou goed zijn om intermediairs te wijzen op de kracht van vecht- en verdedigingssporten. Daarnaast valt het te overwegen om binnen deze sporten de activiteiten van het Jeugdsportfonds extra onder de aandacht te brengen en bijvoorbeeld intermediairs te werven. Belangrijke voorwaarde hierbij is dat het moet gaan om clubs met goede begeleiding.Bijna alle kinderen die meewerkten aan het onderzoek geven aan dat zij dankzij een cultuur- of sportlidmaatschap psychosociale vaardigheden opdoen, wat leidt tot zelfontplooiing van de kinderen. Op de vereniging vindt veel sociale interactie plaats, waardoor de kinderen nieuwe vrienden maken en sociale vaardigheden aanleren. Ze voelen zich onderdeel van de vereniging en het lidmaatschap draagt bij aan hun identiteitsvorming. Kinderen geven vooral vaak aan dat ze leren om samen te werken en op de vereniging nieuwe vrienden maken. Een enkeling heeft geleerd om ruzies op te lossen en weerbaarder te worden. Ook geven meerdere kinderen aan dat ze in sport hun emoties kwijt kunnen. Sport biedt hen een uitlaatklep en afleiding. Tot slot geven een paar kinderen aan dat het sport- of cultuurlidmaatschap ervoor zorgt dat ze zich niet vervelen en hen aanspoort om door te zetten en doelen te stellen.Kinderen geven dus aan dat ze via de sport leren om tijdens het spel samen te werken. Dit gebeurt in eerste instantie op ‘operationeel niveau’. Ze zien dat je meer bereikt als je anderen daarbij gebruikt en als je andere kinderen helpt. Daarnaast zet het samenwerken hen aan tot nadenken en gaan kinderen reflecteren op hun eigen gedrag en dat van de groep. Ze leren dat ze onderdeel zijn van grotere entiteiten en leren dus ook hun eigen positie te herkennen en te erkennen. Dit leidt tot meer zelfbewustzijn. WeerbaarderDit komt met name naar voren bij de kinderen op vechtsporten (taekwondo en karate), zij leren zichzelf te verdedigen en op de ander te anticiperen. Sommige kinderen zijn bewust door hun ouders op een vecht- of verdedigingssport gezet om weerbaarder te worden. Ook hier speelt samenwerking en het anticiperen op de ander een belangrijk rol.Kinderen worden ook weerbaarder doordat ze leren om hun angst te overwinnen. Dit kan juist kinderen helpen die zich onzeker voelen over thuis, weinig steun krijgen van thuis of thuis weinig aandacht krijgen van hun ouders. Dit is geen gemakkelijk proces, maar uiteindelijk kan het leiden tot meer weerbaarheid.
Mulier instituutHet rapport Veelbetekenende kansen uit 2016 van J. van der Roest, V. Scholten en A. Elling is in te zien op de website van het Mulier Instituut mulierinstituut.nl/publicaties